logo bedrijf
EXAMEN D
,Inhoudsopgave
B1-K1-W1 Inventariseert behoeften en wensen van het kind. ......................................................................... 2
Investeert behoeften en wensen van het kind .................................................................................................... 3
Het eerste observatie moment 25-11-2021 .................................................................................................. 4
De derde observatie van 1-12-2021: ............................................................................................................. 4
Verhaaltje terugkoppeling van A haar oude observatie die door een collega is gemaakt. ................................ 5
P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangede opvoeders van het kind. .......................................... 6
P2-K1-W3 maakt een plan van aanpak voor de begeleiding. ............................................................................ 8
Taak gericht bezig zijn; (concentratie) (sorteren en ordenen) ............................................................................ 8
Plan van aanpak bronnen;.................................................................................................................................. 9
Hoe sluit het plan van aanpak op de groep/ kind;.............................................................................................. 9
Plan van aanpak; ................................................................................................................................................ 9
Tijd; ................................................................................................................................................................... 10
B1-K1-W7 Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat. .................................................................................... 10
B1-K1-W8 Evalueert de werkzaamheden. ...................................................................................................... 12
Het gezichtenspel. ............................................................................................................................................ 12
Rara welk boerderijdier ben ik; ......................................................................................................................... 13
Memorie; .......................................................................................................................................................... 13
De kikker; .......................................................................................................................................................... 13
De blokken: ....................................................................................................................................................... 13
Van groot naar klein; ........................................................................................................................................ 14
Conclusies; ........................................................................................................................................................ 14
Mijn werkwijze; ................................................................................................................................................ 14
Hierbij nog een enkele foto’s; ........................................................................................................................ 25
1
, B1-K1-W1 Inventariseert behoeften en wensen van het kind.
Oriënteren
Tijdens het oriënteren heb ik eerst de opdracht goed doorgelezen. Wat
houdt de opdracht in en hoe moet ik de opdracht gaan uitvoeren.
In dit verslag ga ik laten zien dat ik op methodische wijze informatie over
A. verkrijg door te observeren. Door de informatie kan ik de wensen en
behoeften van A. beter in kaart brengen en daarop op in spelen.
De planning heb ik uitgewerkt nadat ik een gesprek met mijn begeleidster
heb gehad, om te overleggen welk kindje ik ga observeren, wanneer ik
het kindje ga observeren en welke methode ik ga gebruiken. Ook staat
hierin wanneer ik de theorie ga verwerken, het verslag ga typen en
wanneer ik de opdracht op school wil inleveren.
Uitvoeren werk ik de observatie van A. uit via methodische cyclus. Eerst
bekijk ik de gegevens die al bekend zijn over A. in om betere beginsituatie
van A. te krijgen. Vervolgens zal ik met mijn daadwerkelijke observatie
beginnen.
Doelstelling;
Smart: Binnen 1 maand.
Weet ik hoe ik objectief observeer en rapporteer.
Weet ik hoe ik het beste informatie kan verzamelen over het kind in
haar ontwikkeling.
Weet ik hoe ik wensen en behoeften van het kind kan verwoorden.
Planning;
24 november:
Gesprek/ overleggen examen
25 november:
Observatie moment 1 met A.
Algemene observatie
26 november:
Observatie moment 2 met A.
Observeren op onze eigen groep.
1 december:
Observatie moment 3 met A.
Observeren op een andere groep.
8 december:
Gesprek ouder.
2
EXAMEN D
,Inhoudsopgave
B1-K1-W1 Inventariseert behoeften en wensen van het kind. ......................................................................... 2
Investeert behoeften en wensen van het kind .................................................................................................... 3
Het eerste observatie moment 25-11-2021 .................................................................................................. 4
De derde observatie van 1-12-2021: ............................................................................................................. 4
Verhaaltje terugkoppeling van A haar oude observatie die door een collega is gemaakt. ................................ 5
P1-K1-W1 Voert gesprekken met de ouders/vervangede opvoeders van het kind. .......................................... 6
P2-K1-W3 maakt een plan van aanpak voor de begeleiding. ............................................................................ 8
Taak gericht bezig zijn; (concentratie) (sorteren en ordenen) ............................................................................ 8
Plan van aanpak bronnen;.................................................................................................................................. 9
Hoe sluit het plan van aanpak op de groep/ kind;.............................................................................................. 9
Plan van aanpak; ................................................................................................................................................ 9
Tijd; ................................................................................................................................................................... 10
B1-K1-W7 Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat. .................................................................................... 10
B1-K1-W8 Evalueert de werkzaamheden. ...................................................................................................... 12
Het gezichtenspel. ............................................................................................................................................ 12
Rara welk boerderijdier ben ik; ......................................................................................................................... 13
Memorie; .......................................................................................................................................................... 13
De kikker; .......................................................................................................................................................... 13
De blokken: ....................................................................................................................................................... 13
Van groot naar klein; ........................................................................................................................................ 14
Conclusies; ........................................................................................................................................................ 14
Mijn werkwijze; ................................................................................................................................................ 14
Hierbij nog een enkele foto’s; ........................................................................................................................ 25
1
, B1-K1-W1 Inventariseert behoeften en wensen van het kind.
Oriënteren
Tijdens het oriënteren heb ik eerst de opdracht goed doorgelezen. Wat
houdt de opdracht in en hoe moet ik de opdracht gaan uitvoeren.
In dit verslag ga ik laten zien dat ik op methodische wijze informatie over
A. verkrijg door te observeren. Door de informatie kan ik de wensen en
behoeften van A. beter in kaart brengen en daarop op in spelen.
De planning heb ik uitgewerkt nadat ik een gesprek met mijn begeleidster
heb gehad, om te overleggen welk kindje ik ga observeren, wanneer ik
het kindje ga observeren en welke methode ik ga gebruiken. Ook staat
hierin wanneer ik de theorie ga verwerken, het verslag ga typen en
wanneer ik de opdracht op school wil inleveren.
Uitvoeren werk ik de observatie van A. uit via methodische cyclus. Eerst
bekijk ik de gegevens die al bekend zijn over A. in om betere beginsituatie
van A. te krijgen. Vervolgens zal ik met mijn daadwerkelijke observatie
beginnen.
Doelstelling;
Smart: Binnen 1 maand.
Weet ik hoe ik objectief observeer en rapporteer.
Weet ik hoe ik het beste informatie kan verzamelen over het kind in
haar ontwikkeling.
Weet ik hoe ik wensen en behoeften van het kind kan verwoorden.
Planning;
24 november:
Gesprek/ overleggen examen
25 november:
Observatie moment 1 met A.
Algemene observatie
26 november:
Observatie moment 2 met A.
Observeren op onze eigen groep.
1 december:
Observatie moment 3 met A.
Observeren op een andere groep.
8 december:
Gesprek ouder.
2