Hoorcollege 1.1
ourisme = ver weg,
reizen, vakantie,
beleven van nieuwe
culturen en omgevingen,
overnachten.
Recreatie = Dichtbij, een
dagje uit, beleven van
nieuwe dingen, actief
zijn in
openlucht
Toerisme is ver weg, reizen, vakantie, beleven van nieuwe culturen en omgevingen,
overnachten.
Recreatie is dichtbij, een dagje uit, beleven van nieuwe dingen, actief zijn in de open lucht.
Geschiedenis van toerisme:
In de prehistorie was het reizen om te (over)leven. De nomaden legden namelijk grote
afstanden af. De rijke egyptenaren vonden het zeilschip uit en zo kon men naar andere
plekken reizen. De eerste combinatie van vervoer, verblijf en vermaak werd gemaakt door
de Romeinen.
Ontwikkelingsfactoren massatoerisme (waarom groeit het massatoerisme):
- Industrialisatie (er komen steeds meer bedrijven) en verstedelijking (men gaat in
steden werken)
- Koopkrachtontwikkeling (men heeft geld te besteden)
- Vrije tijd (men heeft vrije dagen)
- Transport, voorzieningen en communicatiemiddelen
,Kernaspecten van toerisme
De drie V’s
- Vervoer
- Verblijf
- Vermaak
- Vertering (eten)
Randvoorwaarden
- Vrije tijd
- Geld
- Informatie (& communicatie)
Toeristische stakeholders:
Bedrijvigheid (4xO)
Ondernemers
Toeristisch verblijf – attracties – recreatieondernemers – reisorganisaties - onderzoek en
adviesbureaus - retail
Overheden
Rijk, (ministerie EZ) – provincie - regio’s - gemeente
Organisaties
Landschapsbeheerders (staatsbosbeheer, natuurmomenten, provinciele landschappen) –
waterschappen- branche organisaties - toeristische organisaties - consumenten netwerken
(sociale media)
Onderwijs
HBO – MBO – WO
Bestemming
Landen - regio’s en steden -platteland – plekken - attracties
Reiziger (gast, klant)
Individu- generatie- doelgroep- klantgroep - interessegroep (trebe) – leefstijlgroep -sociaal
netwerk - gelijksgestemden (community)
, Piramide van
Maslow
Koopbeslissingsproces
Vormen van toerisme
- Domestic tourism (toerisme in eigen land)
- Inbound tourism (van buitenland naar Nederland)
- Outbound tourism (van Nederland naar buitenland)
Toeristische indicatoren zijn onder andere nodig voor:
- Zaken in een historisch perspectief te plaatsen
- Kijken naar de toekomst (trends)
- Strategische besluiten
Vakantieparticipatie = aandeel van de bevolking in procenten wat op vakantie gaat in een
jaar tijd. (in procenten)
Vakantiefrequentie = hoevaak de gemiddelde vakantieganger op vakantie gaat. (in getallen)
Hoorcollege 2.1
De stakeholders achter het toeristisch systeem:
- Bedrijven: hotel, airlines, entertainment
- Organisatie’s: VVV’s, verkeersbureau.
ourisme = ver weg,
reizen, vakantie,
beleven van nieuwe
culturen en omgevingen,
overnachten.
Recreatie = Dichtbij, een
dagje uit, beleven van
nieuwe dingen, actief
zijn in
openlucht
Toerisme is ver weg, reizen, vakantie, beleven van nieuwe culturen en omgevingen,
overnachten.
Recreatie is dichtbij, een dagje uit, beleven van nieuwe dingen, actief zijn in de open lucht.
Geschiedenis van toerisme:
In de prehistorie was het reizen om te (over)leven. De nomaden legden namelijk grote
afstanden af. De rijke egyptenaren vonden het zeilschip uit en zo kon men naar andere
plekken reizen. De eerste combinatie van vervoer, verblijf en vermaak werd gemaakt door
de Romeinen.
Ontwikkelingsfactoren massatoerisme (waarom groeit het massatoerisme):
- Industrialisatie (er komen steeds meer bedrijven) en verstedelijking (men gaat in
steden werken)
- Koopkrachtontwikkeling (men heeft geld te besteden)
- Vrije tijd (men heeft vrije dagen)
- Transport, voorzieningen en communicatiemiddelen
,Kernaspecten van toerisme
De drie V’s
- Vervoer
- Verblijf
- Vermaak
- Vertering (eten)
Randvoorwaarden
- Vrije tijd
- Geld
- Informatie (& communicatie)
Toeristische stakeholders:
Bedrijvigheid (4xO)
Ondernemers
Toeristisch verblijf – attracties – recreatieondernemers – reisorganisaties - onderzoek en
adviesbureaus - retail
Overheden
Rijk, (ministerie EZ) – provincie - regio’s - gemeente
Organisaties
Landschapsbeheerders (staatsbosbeheer, natuurmomenten, provinciele landschappen) –
waterschappen- branche organisaties - toeristische organisaties - consumenten netwerken
(sociale media)
Onderwijs
HBO – MBO – WO
Bestemming
Landen - regio’s en steden -platteland – plekken - attracties
Reiziger (gast, klant)
Individu- generatie- doelgroep- klantgroep - interessegroep (trebe) – leefstijlgroep -sociaal
netwerk - gelijksgestemden (community)
, Piramide van
Maslow
Koopbeslissingsproces
Vormen van toerisme
- Domestic tourism (toerisme in eigen land)
- Inbound tourism (van buitenland naar Nederland)
- Outbound tourism (van Nederland naar buitenland)
Toeristische indicatoren zijn onder andere nodig voor:
- Zaken in een historisch perspectief te plaatsen
- Kijken naar de toekomst (trends)
- Strategische besluiten
Vakantieparticipatie = aandeel van de bevolking in procenten wat op vakantie gaat in een
jaar tijd. (in procenten)
Vakantiefrequentie = hoevaak de gemiddelde vakantieganger op vakantie gaat. (in getallen)
Hoorcollege 2.1
De stakeholders achter het toeristisch systeem:
- Bedrijven: hotel, airlines, entertainment
- Organisatie’s: VVV’s, verkeersbureau.