6.1) Begrip legering
Het samensmelten van minstens twee elementen, na stolling van de samengestelde
smelt wordt een metaalmassa bekomen die macroscopisch homogeen is.
vb. - Staal
- Gietijzer
- Messing
fase
homogeen: 1 fase heterogeen 2 fasen heterogeen 2 fasen
microscopisch evenwel heterogeen
6.2) Begrip vaste oplossing
In een vloeibare oplossing bewegen de atomen willekeurig door elkaar.
Wanneer ze vast worden plaatsen de atomen van het opgeloste element zich
statisch willekeurig verdeeld in het vaste rooster van het oplossendelement.
Legering: legeringelement (kleine hoeveelheden) nemen bji stollen plaats in
het rooster van het moedermetaal.
=> bijna volmaakt of homogeen.
Roostertype door aanwezigheid van legeringselementen verandert het roostertype!
Nee: primaire vaste oplossing
Ja: secundaire vaste oplossing
Inbrengen van vreemde elementen in het moedermetaal: verstoring energetisch
evenwicht rooster.
Verstoring evenredig met verschil atoomdiameter moeder-en legeringsmetaal min
of meer andere eigenschappen.
Beweging dislocaties bemoeilijkt in verstoorde structuur.
=> Versteviging
Legeren alternatief voor koudvervorming.
6.3) Soorten vaste fasen in metaal legeringen
6.3.1) Vaste oplossingen
6.3.1.1) Interstitiële vaste oplossing (opgeloste atoom zit in tussen ruimte)
-> Enkel atoom met gepaste diameter
-> Oplosbaarheid sterk afhankelijk van de beschikbare ruimte in rooster.
Materialenleer – H6 – Legeringen (1/2)