Functionele requirements (functionele eisen)
De functionele eisen zijn de functionaliteit van het systeem:
functies die de toekomstige gebruiker met het systeem kan uitvoeren.
Niet-Functionele requirements (niet-functionele eisen)
Security, usability, reliability, performance efficiency en maintainability.
Powerpoint 2: Use Cases
Wat zijn Use cases?
• Use cases zijn verhaaltjes om requirements op te schrijven.
• Use cases zijn hoofdzakelijk tekstdocumenten.
• Use cases focussen op functionele requirements.
Waarom? Use cases benadrukken de gebruikersdoelen en belangen.
Actors:
- Primary Actor: Heeft interactie met het systeem.
- Supporting Actor: Levert een service aan het systeem.
Hoe vind je use cases?
1. Beschrijf de primary actors.
2. Voor elke actor beschrijf je zijn doelen.
3. Benoem de use-cases.
Naamgeving Use –Cases
• Gebruik een werkwoord plus zelfstandig naamwoord om use cases te
beschrijven.
Use Case Diagram
Hoe vind je nuttige use cases?
Hiervoor gebruiken we de volgende tests:
• De Boss test
• De EBP test (Elementary Business Process)
• De size test
, Scenario
Scenario: een stapsgewijze beschrijving van de acties en interacties tussen de actoren
en het systeem.
Use case: een verzameling van succes en alternatieve scenario’s die beschrijven hoe
actoren een systeem gebruiken om een doel te ondersteunen.
16
Powerpoint 3: Domein Model
Wat is een Domeinmodel?
• Visualisatie van betekenisvolle conceptuele klassen en hun onderlinge relaties
in een bepaald domein.
• Representeert real-world concepten (geen softwarecomponenten).
• Een domein model is geen datamodel.
Waarom? Belangrijk middel om over het systeem te communiceren & Inspiratiebron
voor het ontwerpen van software klassen.
Hoe vind je de conceptuele klasse?
Zelfstandige naamwoord analyse:
• Zoek zelfstandige woorden in de beschrijvingen van het “problem
domain”
• Use cases scenarios zijn hiervoor erg goed te gebruiken.
Naamgeving
• Begin met hoofdletter
• Meestal werkwoord
Naam van de conceptuele klassen is enkelvoudig!
Multipliciteit