100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Belastingrecht combipakket, ISBN: 9789037259612 Belastingrecht

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
24
Geüpload op
23-12-2022
Geschreven in
2021/2022

Er zijn een aantal paragrafen en hoofdstukken overgeslagen. Dit was geen tentamenstof en kwam niet naar voren in de toetsmattrijs. Door middel van deze samenvatting heb ik een 8.4 gehaald op mijn tentamen.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Aantal paragrafen overgeslagen
Geüpload op
23 december 2022
Aantal pagina's
24
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting MBO Belastingrecht, leerjaar 3

Hoofdstuk 1: Inleiding belastingrecht.

1.2 Waarom zijn er eigenlijk belastingen?

De Nederlandse staat doet uitgaven en heeft dus ook inkomsten nodig. De meeste
inkomsten van de overheid bestaan uit belastingen. Zonder belastingen kan
Nederland geen verzorgingsstaat zijn met goede voorzieningen. Bijvoorbeeld:
- Volksgezondheid
- Onderwijs
- Sociale voorzieningen
- Defensie
- Rechtspraak
- Wegen en dijken
- Verlenen subsidies kunst en cultuur

Hoe het belastinggeld besteed zal worden wordt in de politiek beslist.
Links = overheid moet burger goed verzorgen
Rechts = eigen verantwoordelijkheid burger staat voorop

1.3 Belastingen: definitie

Belastingen zijn:
- Gedwongen betalingen aan de overheid
- Op grond van publiekrechtelijke regelingen
- Waar geen rechtstreekse tegenprestatie van de overheid tegenover staat
- Die geen bestraffend karakter hebben.

Kun je op die vier kenmerken allemaal ‘ja’ beantwoorden, dan gaat het om belasting.

1.6 Belastingbeginselen

Vier beginselen of er in een bepaald geval belasting wordt geheven:
1. Draagkrachtbeginsel  sterkste schouders de zwaarste lasten dragen
(progressief tarief, box 1 inkomstenbelasting)
2. Profijtbeginsel  als een burger meer profijt (voordeel) heeft van bepaalde
overheidsvoorzieningen, dan is het redelijk dat hij hier ook extra voor betaalt in
de vorm van een specifieke belasting. Bijv: motorrijtuigenbelasting.
3. Beginsel van de minste pijn  als belasting wordt geheven, dan moet dat op
een manier die zo min mogelijk nadelig is voor de belastingplichtige. Bijv:
werkgever houdt inkomstenbelasting in op loon van werknemer.
4. Beginsel van de bevoorrechte verkrijging  krijgt iemand een onverwacht
financieel voordeel (schenking of erfenis) dan wordt hier belasting over geheft.




1

,1.7 Belastingen: manieren van indelen

Verschillende bestuurslagen overheid:
- Rijk (centrale overheid)  omzet, loon/inkomsten en vennoot  93%
- Provincie  opcenten, motorrijtuigenbelasting  2%
- Gemeente  OZB, toeristen en honden  5%
- Waterschappen  2%

Directe belasting = de belasting wordt geheven bij degene die er rechtstreeks recht
op heeft. Je wordt er zelf armer van, want iemand anders kan dit niet voor je betalen.
Bijv: inkomstenbelasting, loonbelasting en vennootschapsbelasting.

Indirecte belasting = de waarde van een bepaald goed of een bepaalde dienst
verhoogd met belasting. Word afgewenteld op een ander. Je betaalt belasting eerst
aan iemand anders en die betaalt het weer aan de overheid.
Bijv: omzetbelasting en assurantiebelasting

Aanslagbelastingen = elektronische aangifte klaargezet. Belastingplichtige vult de
aangifte in. Na ontvangst aangifte wordt door de inspecteur op basis hiervan een
aanslag opgelegd.
Bijv: inkomsten, vennootschap, erf en schenk

Aangiftebelastingen = de belastingplichtige moet zelf de omvang van de
belastingschuld berekenen. Daarna op eigen initiatief aangifte doen. Als de aangifte
niet op het verplichte moment is gedaan, dan krijgt hij een boete.
Bijv: omzet, loon en dividend.


Hoofdstuk 3: Loonbelasting.

3.2 Hoezo loonbelasting?

De heffing van belasting over het loon wordt op basis van een speciale wet geheven:
de Wet op loonbelasting 1964.

De loonbelasting fungeert als voorheffing op de inkomstenbelasting. Wat de
werknemer in het kalenderjaar aan loon heeft verdiend, moet hij opnemen in zijn
aangifte voor de inkomstenbelasting. Het bedrag dat al aan loonbelasting is voldaan,
wordt met de aanslag inkomstenbelasting verrekend, om zo dubbele belasting te
voorkomen.

Wanneer is iemand een werknemer? Het gaat daarbij om de volgende
rechtsverhoudingen:
- Privaatrechtelijke dienstbetrekking (ao tussen burgers)
o Een metselaar die voor een aannemer werkt
o Een verkoper bij een elektronicazaak
- Publiekrechtelijke arbeidsovereenkomst (tussen overheid en burger)
o Ambtenaar die voor de gemeente werkt
o Ambtenaar bij het ministerie


2

, - Een vroegere dienstbetrekking (ao)
o Pensioen
- Fictieve dienstbetrekkingen
o Thuiswerker
o Topsporter
o De commissaris van een commanditaire vennootschap
- Sociale verzekeringsuitkeringen
o WW
o Bijstand

De werkgever is de inhoudingsplichtige. De werknemer is de belastingplichtige.
Het belastingobject is loon.

3.3 Loon

Onder het begrip loon vallen onder andere:
- Het gewone loon
- Vakantiegeld
- Vergoeding voor overwerkuren
- Winstdeling ofwel tantième
- 13e maand
- Loon in natura
- Privégebruik leaseauto van de zaak
- Fictief loon voor de directeur-grootaandeelhouder
- Uitkeringen op grond van sociale verzekeringswetten (bijv WW/ZW)

De werkgever moet uiteraard duidelijk maken wat het brutoloon is en wat de
inhoudingen zijn. Dat geeft hij aan de werknemer door middel van een specificatie
van het salaris aan.

Loon in natura:
Je krijgt geen geld, maar goederen. De waarde van het gegeven goed moet bij het
loon worden opgeteld. Bepalend is de winkelwaarde.

Privégebruik leaseauto:
De waarde van het privégebruik van de leaseauto moet bij het loon worden geteld.
Deze bijtelling wordt het autokostenforfait genoemd. De cataloguswaarde van de
auto is bepalend. Hoe duurder de auto, hoe hoger de bijtelling.
Om milieuvriendelijk rijden te stimuleren gelden er lagere percentages bijtelling voor
auto’s die rijden op elektriciteit of op waterstof.

Loon van dga:
Directeur aandelenbelang van minimaal 5%  dan fungeert hij als dga.
Wettelijk loon is 46.000 euro en hier moet de dga belasting over betalen ongeacht of
het daadwerkelijk lager is. Als het hoger is moet de dga meer belasting betalen.
Afwijkingen: als loon standaard lager is, moet aangetoond worden door dga. Dga
mag nooit lager loon toekennen dan het salaris van een medewerker in hetzelfde
bedrijf. In dat geval belasting betalen over loon van meestverdienende medewerker.



3

, Pensioen:
Iedereen die eraan toe is qua leeftijd krijgt van de overheid de pensioenuitkering
AOW. Dat krijg je ongeacht je inkomen of vermogen.
AOW-pensioen is bescheiden. De werkgever en werknemer betalen ieder een deel
van de pensioenpremie. In veel branches is deelname aan een pensioenregeling
verplicht. Het opbouwen van een werknemerspensioen wordt door de overheid
aangemoedigd. Het gedeelte van de premie dat door de werkgever wordt betaald, is
niet belast met loonbelasting. Het gedeelte van de pensioenpremie dat de
werknemer zelf betaalt, is van het loon aftrekbaar. Het belastbaar inkomen van de
werknemer wordt daardoor lager en dus wordt de ingehouden loonbelasting lager.
Latere pensioenuitkering wordt belast met loonbelasting.

Werkgever kan belastingvrije goederen geven. Voorbeelden:
1. Werkkleding
2. Vakliteratuur
3. Consumpties tijdens werktijd. ( bijv frisdrank, koffie, thee)
4. Cursussen en congressen. (voor zover die bijdragen aan het werk)
5. Vervoer- en reiskosten (eigen vervoer, max 19 cent per km)
6. Openbaarvervoerkosten (met bewijs ov geldt geen max)

3.4 Jaaropgave

Aan het begin van het jaar moet de werkgever zorgen voor een jaaropgave over het
vorige jaar. Totaal van alle betalingen die de werkgever heeft gedaan, inclusief de
afgedragen loonheffing. De werknemer heeft deze jaaropgave nodig als hij aangifte
moet doen voor de inkomstenbelasting.

Op de jaaropgave staan onder andere:
- Het totale bedrag aan loon
- De ingehouden loonheffing
- De arbeidskorting
- De ingehouden bijdrage voor de Zorgverzekeringswet


Hoofdstuk 2: Inkomstenbelasting.

2.2 Hoezo inkomstenbelasting?

Inkomstenbelasting wordt geheven op basis van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Alleen natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed) zijn voor de
inkomstenbelasting belastingplichtig. Rechtspersonen (bedrijven) vallen niet onder
de inkomstenbelasting.




4
€3,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
lunareitsma

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
lunareitsma ROC Friese Poort
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
3
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
2
Documenten
4
Laatst verkocht
1 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen