Micro-economie
H0: Inleiding
Het doel van de economische wetenschap
Behoefte:
Primair of immaterieel
Individueel of collectief
Schaarse middelen en nut:
Waarde verschijnsel (€)
Economisch principe:
Gezinnen
Bedrijven
Overheid
Economie is de studie van het menselijk streven naar bevrediging van
behoeften met behulp van schaarse middelen. We spreken van een
keuzeprobleem waarbij we met het gegeven aantal middelen een
maximale behoeftebevrediging willen bereiken of kortom het
economisch principe.
Welvaart en welzijn
Welvaart is de mate waarin mensen met schaarse middelen in
behoeften kunnen voorzien. Het welzijn heeft een bredere invulling en
een zeker gevoel van welbevinden en een bevrediging van verlangens.
,Soorten goederen
Er is een verschil tussen vrije goederen en economische goederen.
Zo kunnen we economische goederen opsplitsen in drie soorten
goederen.
Zuiver individuele goederen:
Rivaliteit
Uitsluiting van gebruik
Zuiver collectieve goederen:
Geen rivaliteit
Geen uitsluiting
Quasicollectieve goederen:
Individuele goederen die uit sociale of praktische overweging door de
overheid aangeboden worden
Rivalisering en uitsluiting is mogelijk
Ook maken we een onderscheid tussen consumptiegoederen met
een link aan de gezinshuishouding bv. verbruiksgoederen en
gebruiksgoederen. En investeringsgoederen met een link aan de
bedrijfshuishouding bv. kapitaalgoederen en vlottende
investeringsgoederen.
Consumptie en productie
Consumptie:
Aanwenden van economische goederen voor niet-productieve
doeleinden
Besteding van het inkomen
Productie:
Toevoegen van waarde (nuttigheid) aan economische goederen
Verwerven van een inkomen
We spreken van 3 soorten productiefactoren namelijk:
Natuur
Arbeid
Kapitaal
De methode
,We spreken van inductie en deductie waarbij we twee methodes
onderscheiden namelijk bottom up en top down.
De ceteris-paribusclausule
Als het overige gelijk is, onder overigens gelijke omstandigheden. Met
andere woorden, het maakt niet uit wat de situatie is alle andere
dingen blijven constant.
Micro-, meso- en macro-economie
Micro-economie:
Gedrag van individuele (gezins of bedrijfs) huishoudingen
Afzonderlijk
Meso-economie:
Bepaalde huishouding bv. bedrijfstak, sector of regio
Macro-economie:
Alle bedrijven, gezinnen en overheidshuishoudingen
Economische grootheden van een land worden opgeteld bv.
nationaal inkomen
H1: Consumenten
1. De keuze van de optimale goederencombinatie
, Consumenten maken hun keuzen aan de hand van economische
factoren en niet-economische factoren.
Economische factoren:
Prijzen van goederen
Het beschikbaar inkomen (budget)
Niet-economische factoren:
Voorkeuren of preferenties
De preferenties
De preferenties zijn een factor in het bepalen van een keuze. Ze zijn
subject wat het is gegeven voor de economie en ze kunnen veranderen
in de tijd. Behoeften worden bepaald door sociologische factoren en
psychologische factoren.
Sociologische factoren:
Gezinssituatie
Sociale klasse
Religie
Woonplaats
…
Psychologische factoren:
Persoonlijkheid
Levensstijl
Attitude
(Bandwagoneffect vs snobeffect bv. design kledij, sportwagens enz)
We spreken van de eerste wet van Gossen, de wet van dalend
grensnut. Deze wet zegt dar naarmate men meer beschikt over een
aantal eenheden van een bepaald goed, daalt voor de consument het
nut dat de laatste eenheid aan het totale nut toevoegt. We spreken we
de marginale nut of de grensnut, dit is het punt wanneer het nut van
de laatst toegevoegde eenheid daalt. Bv. ijsjes
Budget en prijzen
De budgetlijn is een rechte die de combinaties van 2 goederen
weergeeft die de consument met een bepaald budget kan aanschaffen,
rekening houdend met de prijzen van de goederen. Formule: Pa * Qa +
Pb * Qb = Y