Kinderbeschermingsmaatregelen
Nummer 1: Gezinsvoogd Savanna
De verdachte was werkzaam als gezinsvoogd en heeft nagelaten maatregelen te treffen als
gevolg waarvan het 3-jarige Savanna is overleden.
De rechtbank concludeert dat de verdachte als gezinsvoogd niet al datgene heeft gedaan dat
van haar in die situatie kon en mocht worden verwacht. Echter, dit betekent niet zonder
meer dat de verdachte een strafrechtelijke verwijt kan worden gemaakt in de zin van schuld
aan primaire de dood dan wel secundaire zwaar lichamelijk letsel van Savanna
Er was geen sprake van causaliteit.
De gezinsvoogd werd vrijgesproken.
Nummer 2: Benoeming bijzondere curator
Jeugdzorg is de voogd van minderjarige en is het er niet mee eens dat de rechter ambtshalve
een bijzondere curator heeft benoemd voor de minderjarige. Er is volgens hen geen sprake
van een belangenstrijd. De benoeming van een bijzonder curator is niet in het belang van de
minderjarige, vindt Jeugdzorg.
Daarentegen is het hof wel van mening dat er een belangenstrijd is waardoor ambtshalve
benoemen van een bijzondere curator terecht was.
Bovendien heeft het hof aangegeven dat het de taak van de bijzondere curator is om de
minderjarige in en buiten rechte te vertegenwoordigen in plaats van diens wettelijke
vertegenwoordiger en geen rechtsregel zich tegen een dergelijke rechtsregel verzet.
Nummer 3: Opheffing ondertoezichtstelling Laura Dekker
De Raad voor de Kinderbescherming vond het onverantwoordelijk om een 14/15 jarig meisje
solo door de wereld te laten zeilen. De Raad zag daarom een ernstige bedreiging in de
ontwikkeling van het meisje (vereiste OTS).
Daarentegen vond Jeugdzorg, de jeugdige en haar vader dat er geen gronden meer aanwezig
zijn die een OTS rechtvaardigen (dit is nodig om een OTS op te heffen).
De rechtbank acht in deze zaak voldoende aannemelijk dat de jeugdige via een wereldschool
onderwijs zal volgen en dat daarmee een onmiddellijke dreiging van de ontwikkeling
voldoende is afgewend; er zijn middelen om de ernstige bedreiging (ten aanzien van de
ontwikkling) weg te nemen.
De verlenging van de OTS van het zeilmeisje werd afgewezen.
De ondertoezichtstelling werd onmiddellijk opgeheven.
Zie r.o. 2.4.2, 2.4.3, 2.4.5, 2.5.5 en 2.5.12
Nummer 4: VOTS ongeboren vrucht
De Raad heeft de rechtbank verzocht om een ondertoezichtstelling van de ongeboren vrucht.
Volgens de Raad is er sprake van een dusdanige ernstige bedreiging dat de ongeboren vrucht
dringend en onverwijld beschermd moet worden. De ouders hebben te kennen gegeven dat
zij er alles aan zullen doen om het kind niet geboren te laten worden nu zij zwanger is
geworden zonder te zijn gehuwd. De ouders willen abortus, maar moeder wil dit niet.
De Raad vindt dat de ongeboren vrucht gezien moet worden als geboren.