100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Tentamen (uitwerkingen)

Oefentoets blok 2.7 Challenges in Education and Development

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
23
Cijfer
7-8
Geüpload op
14-12-2022
Geschreven in
2020/2021

Bevat 80 vragen: 10 per probleem en 10 voor de lectures. De meeste antwoorden worden gegeven met een duidelijke uitleg. Is erg representatief voor het tentamen.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
14 december 2022
Aantal pagina's
23
Geschreven in
2020/2021
Type
Tentamen (uitwerkingen)
Bevat
Vragen en antwoorden

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Oefentoets blok 2.7 Challenges in Education & Development


Probleem 1
Vraag 1
Verschillende stellingen over pesten worden hieronder weergegeven.
Welk van deze stellingen is waar?
A. Pesten is herhalend misbruik maken van anderen.
B. 15% van slachtoffers in de kindertijd gingen 3 jaar later zelf pesten.
C. Mobbing betekent dat pesten niet alleen mentaal gebeurd maar ook fysiek.
D. Buitensluiten en roddels verspreiden zijn beide een vorm van indirecte tactieken bij pesten.

Vraag 2
Bij pesten wordt er ook wel gepraat over de ‘hostile attribution bias’.
Wat houdt dit in?
A. Dat pesters zich vaak vijandig opstellen tegenover hun slachtoffers.
B. Dubbelzinnige situaties worden als vijandig waargenomen.
C. Dat sommige slachtoffers vijandig reageren op de pester, wat niet effectief is waardoor ze
nog meer gepest worden.
D. Dat het vijandige gedrag van pesters vaak positief geëvalueerd wordt door anderen.

Vraag 3
Jane vindt het lastig om bij een groep te horen. Haar sociale gedrag heeft altijd afgeweken van
de groepsnorm, waardoor ze er nooit echt bij hoorde.
Welk begrip past het best bij de beschrijving over Jane?
A. Onderdanig slachtoffer.
B. Mobbing.
C. Sociale misfit.
D. Pest-slachtoffer.

Vraag 4
Welk van de onderstaande stellingen is/zijn waar?
I: Zelfbeschuldiging is gerelateerd aan mentale gezondheidsproblemen.
II: Onderdanige slachtoffers hebben meer risico op depressie als ze volwassen zijn, specifieke
fobieën, paniekstoornissen en zelfmoord-gerelateerde gedragingen.
A. I is waar, II is niet waar.
B. II is waar, I is niet waar.
C. Beide stellingen zijn waar.
D. Beide stellingen zijn niet waar.




Lara de Jong

,Vraag 5
Welk(e) begrip(pen) draagt/dragen bij aan cyberpesten?
A. Snelheid en spreiding.
B. Spreiding en anonimiteit.
C. Snelheid en anonimiteit.
D. Snelheid, spreiding en anonimiteit.

Vraag 6
Welk van de volgende gehele schoolinterventies werkte het minst goed?
A. KiVa.
B. Olweus Bullying Prevention Program (OBPP).
C. Steps to Respect.
D. Walk Away, Ignore, Talk It Out and Seek Help (WITS).

Vraag 7
Wat is het verschil tussen gehele schoolinterventies en doelgerichte interventies?
A. Gehele schoolinterventies focussen op alle pesters en slachtoffers binnen de school, terwijl
doelgerichte interventies zich slechts focussen op 10-15% van de pesters en slachtoffers
binnen de school.
B. Gehele schoolinterventies stellen dat een oplossing zoeken voor pesten een collectieve
verantwoordelijkheid is, terwijl doelgerichte interventies zich vooral focussen op de ouders
van de pesters en hen uitleggen wat ze kunnen doen.
C. Gehele schoolinterventies focussen zich op het veranderen van de gehele schoolstructuur
en richten zich op alle leerlingen en hun ouders, terwijl doelgerichte interventies zich meer
focussen op pesters binnen de school.
D. Gehele schoolinterventies richten zich vooral op pesters en slachtoffers, terwijl
doelgerichte interventies zich vooral focussen op alle leerlingen binnen de school.

Vraag 8
Welk van de onderstaande stellingen is/zijn waar?
I: Het toepassen van academic teaming leidt tot minder pestgedrag.
II: Hoe meer diversiteit, hoe meer er gepest wordt.
A. I is waar, II is niet waar.
B. II is waar, I is niet waar.
C. Beide stellingen zijn waar.
D. Beide stellingen zijn niet waar.

Vraag 9
Welk van de volgende begrippen is geen doelgerichte interventie?
A. Support-Cognitive Model.
B. Fast Track.
C. Brainpower.
D. Coping Power Program.




Lara de Jong

, Vraag 10
Wat was geen kritiek op het artikel van Van der Ploeg et al. over KiVa?
A. Er was weinig bekend over de interventie zelf.
B. Er werden verschillende methoden gebruikt voor kortetermijneffecten en
langetermijneffecten, waardoor de verschillen overschat kunnen zijn.
C. Het artikel bevat alleen Engelse onderzoeken uit Europa en de VS waardoor de resultaten
moeilijk te generaliseren zijn.
D. Uit de onderzoeken die gedaan zijn, kon niet blijken of KiVa een effectieve interventie
was.

Probleem 2
Vraag 11
Hieronder staan een paar stellingen over verschillende percepties tegenover leerlingen met LD
(learning disorder). Welke is niet waar?
A. Leraren denken dat gedragsproblemen erg bijdragen aan sociale moeilijkheden van
leerlingen met LD.
B. Leraren ervaren meer sociale moeilijkheden bij leerlingen met LD dan ouders, omdat ze
mogelijk verschillen in perceptie.
C. Ongeveer 80% van de leerlingen met LD rapporteren zelf moeilijkheden te hebben met
verschillende sociale aspecten.
D. Leerlingen zonder LD gaan ervan uit dat leerlingen met LD meer afwijzing ervaren en
minder geaccepteerd worden.

Vraag 12
Welk van de volgende zelfconcepten is vaak het hoogst bij leerlingen met LD?
A. Academisch zelfconcept.
B. Globaal zelfconcept
C. Sociaal zelfconcept.
D. Fysiek zelfconcept.

Vraag 13
Welke van de volgende artikelen was een systematische review?
A. Het artikel van Szumski et al.  Academic achievement of students without special
educational needs in inclusive classrooms: A ….
B. Het artikel van Ruijs & Peetsma  Effects of inclusion on students with and without
special educational needs reviewed.
C. Het artikel van Vaughn et al.  The Social Functioning of Students With Learning
Disabilities: Implications for Inclusion.
D. Het artikel van de Boer et al.  Peer Acceptance and Friendships of Students
with Disabilities in General Education: The Role of Child, Peer, and Classroom Variables.




Lara de Jong

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
laradejong3 Erasmus Universiteit Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
126
Lid sinds
2 jaar
Aantal volgers
74
Documenten
17
Laatst verkocht
4 maanden geleden

4,0

8 beoordelingen

5
2
4
4
3
2
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen