KTF4 AFP
Inhoud
Functionele indeling zenuwstelsel.................................................................................2
Neuronen en gliacellen..................................................................................................4
Verloop van een actiepotentiaal....................................................................................7
Neurotransmitters..........................................................................................................8
Anatomie en functies.....................................................................................................9
Bewustzijn AVPU en EMV...........................................................................................13
Limbisch systeem........................................................................................................13
Motoriek / sensoriek....................................................................................................15
Reflexen.......................................................................................................................17
Opbouw hersenvliezen................................................................................................18
...................................................................................................................................18
Aanmaak en functie hersenvocht................................................................................18
Cerebrale bloedvoorziening........................................................................................19
Afwijkingen in de cerebrale bloedvoorziening.............................................................20
Cerebro vasculair accident..........................................................................................20
Epilepsie......................................................................................................................22
Meningitis.....................................................................................................................24
Traumatisch schedel-/hersenletsel..............................................................................24
Dwarslaesie.................................................................................................................27
Parkinson.....................................................................................................................28
Fysiologische veroudering...........................................................................................32
Geriatrische uitdagingen.............................................................................................33
Farmacokinetiek/ farmacodynamiek............................................................................34
Veroudering en medicatie...........................................................................................36
Delier...........................................................................................................................39
Dementie.....................................................................................................................41
,Functionele indeling zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel: Het perifere zenuwstelsel (PZS) is een deel van het
zenuwstelsel dat buiten het centrale zenuwstelsel (CZS) is gelegen. Het perifere
zenuwstelsel vormt verbindingen vanuit het centraal zenuwstelsel (CZS) van en naar
de organen en weefsels. Het perifere zenuwstelsel bestaat weer uit het autonome-
en somatische zenuwstelsel.
Centraal zenuwstelsel: bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het heeft 3
functies:
Het is het ontvangstcentrum van alle informatie die de zintuigen opvangen.
Het verwerkt de ontvangen informatie en slaat deze op in het geheugen.
Het stuurt spieren en organen in het lichaam aan.
Autonoom zenuwstelsel: regelt vooral de lichaamsfuncties die verband houden met
‘overleven’ en instandhouding van de soort. Dat zijn lichaamsfuncties als
ademhaling, werking van hart en bloedvaten, voeding, spijsvertering, uitscheiding
van afvalstoffen, groei en voortplanting. Omdat deze functies veel overeenkomsten
vertonen met plantaardige (vegetatieve) functies, wordt het autonoom zenuwstelsel
ook wel aangeduid als het vegetatieve zenuwstelsel.
Somatisch zenuwstelsel: ook bekend als vrijwillig zenuwstelsel, is een onderdeel
van PNS en is betrokken bij het beheersen van de vrijwillige spierbewegingen van
het lichaam. Het bestuurt de skeletspieren in het lichaam volgens de stimuli
verkregen uit de sensorische receptoren van het lichaam.
Sympatisch zenuwstelsel: Het zenuwstelsel dat uw reacties in stresssituaties
controleert, zoals wanneer u geconfronteerd wordt met een hond, een ongeluk krijgt
of bang bent voor een naderende deadline, is het sympathisch zenuwstelsel. Het is
een afdeling van het autonome zenuwstelsel dat het lichaam voorbereidt op een
vecht- of vluchtreactie.
Parasympatisch zenuwstelsel: Het parasympathische zenuwstelsel is het deel van
het autonome zenuwstelsel dat de organen zodanig beïnvloedt dat het lichaam in
,een toestand van rust en herstel kan komen. Het heeft hiermee een tegengestelde
functie aan het andere deel van het autonome zenuwstelsel, het orthosympathische
zenuwstelsel.
Zintuig Brein afferent (opstijgende gedeelte)
Brein zintuig efferent (duwt je weg ) (dalende gedeelte)
, Neuronen en gliacellen
neuronen (zenuwcellen) verzenden en ontvangen verschillende signalen van je
hersenen. bijna alle neuronen hebben een cellichaam, dendriet en axon.
Cellichaam: kern van de neuron, draagt genetische informatie en geeft energie voor
activiteiten.
Dendriet: haarwortels die vertakken vanuit het cellichaam. Dendrieten ontvangen en
verwerken signalen van axons van andere neuronen.
Axon: is een lange staart structuur die verbind met anderen verbind. Door middel
van myeline wordt het signaal extra snel opgevangen en verwerkt. (bij MS heb je
aangetast myeline daarom beweeg je trager).
Knoop van Ranvier: Ranvier-knopen zijn van fundamenteel belang om de functie
van gemyeliniseerde axonen te behouden. Het zijn plots van een heel kleine lengte
Inhoud
Functionele indeling zenuwstelsel.................................................................................2
Neuronen en gliacellen..................................................................................................4
Verloop van een actiepotentiaal....................................................................................7
Neurotransmitters..........................................................................................................8
Anatomie en functies.....................................................................................................9
Bewustzijn AVPU en EMV...........................................................................................13
Limbisch systeem........................................................................................................13
Motoriek / sensoriek....................................................................................................15
Reflexen.......................................................................................................................17
Opbouw hersenvliezen................................................................................................18
...................................................................................................................................18
Aanmaak en functie hersenvocht................................................................................18
Cerebrale bloedvoorziening........................................................................................19
Afwijkingen in de cerebrale bloedvoorziening.............................................................20
Cerebro vasculair accident..........................................................................................20
Epilepsie......................................................................................................................22
Meningitis.....................................................................................................................24
Traumatisch schedel-/hersenletsel..............................................................................24
Dwarslaesie.................................................................................................................27
Parkinson.....................................................................................................................28
Fysiologische veroudering...........................................................................................32
Geriatrische uitdagingen.............................................................................................33
Farmacokinetiek/ farmacodynamiek............................................................................34
Veroudering en medicatie...........................................................................................36
Delier...........................................................................................................................39
Dementie.....................................................................................................................41
,Functionele indeling zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel: Het perifere zenuwstelsel (PZS) is een deel van het
zenuwstelsel dat buiten het centrale zenuwstelsel (CZS) is gelegen. Het perifere
zenuwstelsel vormt verbindingen vanuit het centraal zenuwstelsel (CZS) van en naar
de organen en weefsels. Het perifere zenuwstelsel bestaat weer uit het autonome-
en somatische zenuwstelsel.
Centraal zenuwstelsel: bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het heeft 3
functies:
Het is het ontvangstcentrum van alle informatie die de zintuigen opvangen.
Het verwerkt de ontvangen informatie en slaat deze op in het geheugen.
Het stuurt spieren en organen in het lichaam aan.
Autonoom zenuwstelsel: regelt vooral de lichaamsfuncties die verband houden met
‘overleven’ en instandhouding van de soort. Dat zijn lichaamsfuncties als
ademhaling, werking van hart en bloedvaten, voeding, spijsvertering, uitscheiding
van afvalstoffen, groei en voortplanting. Omdat deze functies veel overeenkomsten
vertonen met plantaardige (vegetatieve) functies, wordt het autonoom zenuwstelsel
ook wel aangeduid als het vegetatieve zenuwstelsel.
Somatisch zenuwstelsel: ook bekend als vrijwillig zenuwstelsel, is een onderdeel
van PNS en is betrokken bij het beheersen van de vrijwillige spierbewegingen van
het lichaam. Het bestuurt de skeletspieren in het lichaam volgens de stimuli
verkregen uit de sensorische receptoren van het lichaam.
Sympatisch zenuwstelsel: Het zenuwstelsel dat uw reacties in stresssituaties
controleert, zoals wanneer u geconfronteerd wordt met een hond, een ongeluk krijgt
of bang bent voor een naderende deadline, is het sympathisch zenuwstelsel. Het is
een afdeling van het autonome zenuwstelsel dat het lichaam voorbereidt op een
vecht- of vluchtreactie.
Parasympatisch zenuwstelsel: Het parasympathische zenuwstelsel is het deel van
het autonome zenuwstelsel dat de organen zodanig beïnvloedt dat het lichaam in
,een toestand van rust en herstel kan komen. Het heeft hiermee een tegengestelde
functie aan het andere deel van het autonome zenuwstelsel, het orthosympathische
zenuwstelsel.
Zintuig Brein afferent (opstijgende gedeelte)
Brein zintuig efferent (duwt je weg ) (dalende gedeelte)
, Neuronen en gliacellen
neuronen (zenuwcellen) verzenden en ontvangen verschillende signalen van je
hersenen. bijna alle neuronen hebben een cellichaam, dendriet en axon.
Cellichaam: kern van de neuron, draagt genetische informatie en geeft energie voor
activiteiten.
Dendriet: haarwortels die vertakken vanuit het cellichaam. Dendrieten ontvangen en
verwerken signalen van axons van andere neuronen.
Axon: is een lange staart structuur die verbind met anderen verbind. Door middel
van myeline wordt het signaal extra snel opgevangen en verwerkt. (bij MS heb je
aangetast myeline daarom beweeg je trager).
Knoop van Ranvier: Ranvier-knopen zijn van fundamenteel belang om de functie
van gemyeliniseerde axonen te behouden. Het zijn plots van een heel kleine lengte
