GZW1024
Gezondheid, voeding en bewegen
Maastricht University
1
, College 15-2: Eten, verbranden en opslaan (TBL 1)
Voeding bestaat uit water en nutriënten. Nutriënten zijn onder te verdelen in macro- en
micronutriënten. Onder micronutriënten vallen vitaminen en mineralen. Onder
macronutriënten vallen koolhydraten, vetten, eiwitten en alcohol, deze nutriënten geven
energie.
Macronutriënten
Koolhydraten (CH2O) mono- en disachariden (suikers) + polysachariden.
Monosachariden: glucose, fructose (fruit) en sucrose (tafelsuiker). Dit is de
basiseenheid van een koolhydraat.
o Glucose (dextrose, bloedsuiker) kan 3 dingen: energie voor cellulair
metabolisme, glycogeen vormen voor opslag in lever en spieren, omgezet
worden in vet en later gebruikt wordt als energie. Glucose is de primaire
brandstof voor het metabolisme van het zenuwweefsel en is een energie
bron voor rode bloedcellen. Met gluconeogenese vormt het lichaam nieuw
suiker, vooral in de lever.
o Fructose (fruitsuiker, levulose) bestaat vrij in de natuur – fruit, honing
o Galactose wordt gebruikt voor metabolisme. Niet vrij uit de natuur.
Disachariden: lactose (melksuiker) = D-galactose + D-glucose.
o Tafelsuiker en lactose hebben elk een eigen binding.
Polysachariden (starch): zetmeel (aan elkaar gekoppelde glucose-units).
Bestandelen zijn amylose en amylopectine. Amylose is moeilijker te verteren.
Glucose is de basis bouwsteen van sachariden.
Uit het boek ‘Exercise physiology’:
Monosacharide
Oligosacharide 2 tot 10 gebonden monosachariden. Je hebt een disacharide als
er 2 gebonden zijn. Mono- en disachariden zijn ‘simple sugars’. Disachariden:
o Sucrose = glucose + fructose in bijna al het eten (met koolhydraten)
o Lactose = glucose + galactose alleen in melk
o Maltose = glucose + glucose bier, ontbijtgranen, bepaalde zaden
Polysacharide 10 of meer gebonden monosachariden. Ze worden gevormd door
het proces van ‘dehydration synthesis’.
o Planten – zetmeel (opgeslagen vorm: amylose (lang en recht) en
amylopectin (vertakt)) en vezels (wateroplosbare, niet-wateroplosbare)
o Dierlijk – glycogeen zijn opgeslagen koolhydraten is spieren en lever van
zoogdieren. Dit wordt vanuit glucose via glycogenese gevormd. Een goed
gevoede man van 80 kilo heeft ongeveer 500 gram koolhydraten opgeslagen
in zijn lichaam, waarvan 400 in de spieren. Glycogeen wordt via
glycogenolyse naar glucose omgezet. Glucagon zorgt ervoor dat het
bloedsuiker op een normaal level blijft.
2
Gezondheid, voeding en bewegen
Maastricht University
1
, College 15-2: Eten, verbranden en opslaan (TBL 1)
Voeding bestaat uit water en nutriënten. Nutriënten zijn onder te verdelen in macro- en
micronutriënten. Onder micronutriënten vallen vitaminen en mineralen. Onder
macronutriënten vallen koolhydraten, vetten, eiwitten en alcohol, deze nutriënten geven
energie.
Macronutriënten
Koolhydraten (CH2O) mono- en disachariden (suikers) + polysachariden.
Monosachariden: glucose, fructose (fruit) en sucrose (tafelsuiker). Dit is de
basiseenheid van een koolhydraat.
o Glucose (dextrose, bloedsuiker) kan 3 dingen: energie voor cellulair
metabolisme, glycogeen vormen voor opslag in lever en spieren, omgezet
worden in vet en later gebruikt wordt als energie. Glucose is de primaire
brandstof voor het metabolisme van het zenuwweefsel en is een energie
bron voor rode bloedcellen. Met gluconeogenese vormt het lichaam nieuw
suiker, vooral in de lever.
o Fructose (fruitsuiker, levulose) bestaat vrij in de natuur – fruit, honing
o Galactose wordt gebruikt voor metabolisme. Niet vrij uit de natuur.
Disachariden: lactose (melksuiker) = D-galactose + D-glucose.
o Tafelsuiker en lactose hebben elk een eigen binding.
Polysachariden (starch): zetmeel (aan elkaar gekoppelde glucose-units).
Bestandelen zijn amylose en amylopectine. Amylose is moeilijker te verteren.
Glucose is de basis bouwsteen van sachariden.
Uit het boek ‘Exercise physiology’:
Monosacharide
Oligosacharide 2 tot 10 gebonden monosachariden. Je hebt een disacharide als
er 2 gebonden zijn. Mono- en disachariden zijn ‘simple sugars’. Disachariden:
o Sucrose = glucose + fructose in bijna al het eten (met koolhydraten)
o Lactose = glucose + galactose alleen in melk
o Maltose = glucose + glucose bier, ontbijtgranen, bepaalde zaden
Polysacharide 10 of meer gebonden monosachariden. Ze worden gevormd door
het proces van ‘dehydration synthesis’.
o Planten – zetmeel (opgeslagen vorm: amylose (lang en recht) en
amylopectin (vertakt)) en vezels (wateroplosbare, niet-wateroplosbare)
o Dierlijk – glycogeen zijn opgeslagen koolhydraten is spieren en lever van
zoogdieren. Dit wordt vanuit glucose via glycogenese gevormd. Een goed
gevoede man van 80 kilo heeft ongeveer 500 gram koolhydraten opgeslagen
in zijn lichaam, waarvan 400 in de spieren. Glycogeen wordt via
glycogenolyse naar glucose omgezet. Glucagon zorgt ervoor dat het
bloedsuiker op een normaal level blijft.
2