BS 1: De relatie tot mens en milieu
Ecosysteemdiensten = De diensten en producten die ecosystemen aan mensen leveren
- Productiediensten
- Culturele diensten
- Regulerende diensten
Mens beïnvloedt het milieu
Mensen ingrijp verstoort het natuurlijke milieu, ernstig veranderen = aantasting.
- Negatief: Vervuiling, uitputting
- Positief: Variatie in bv bodem, water, reliëf, schaduw en weer
Duurzame ontwikkeling
Duurzame ontwikkeling = Ontwikkeling waar verantwoordelijkheid naar mens en omgeving
in de toekomst wordt genomen.
Kringloopeconomie (circulaire economie) = Economisch industrieel systeem waarin
grondstofvoorraden niet worden uitgeput en reststoffen opnieuw worden gebruikt.
Lineaire economie = Economisch systeem waarbij grondstofvoorraden worden uitgeput en
stoffen als afval in het milieu terechtkomen.
Oorzaken milieuproblemen:
- De hoge bevolkingsdruk: Verhouding tussen mensen en beschikbare hulpbronnen.
- Veranderde wijze van leven: Industriële productie, chemische en technische
ontwikkeling, grootschalige landbouw, veranderde infrastructuur en welvaartsgroei.
Gevolgen milieuproblemen:
- Versterkt beroep ecosysteemdiensten;
- Vervuiling van lucht, water en bodem;
- Uitputting van grondstoffen;
- Aantasting van landschap;
- Vermindering van biodiversiteit.
, BS 2: Kringlopen
Koolstofkringloop
- Producenten (autotroof) nemen koolstofdioxide op uit de lucht en produceren
hiermee organische stoffen (Koolstofassimilatie).
- Consumenten (heterotroof) nemen de organische stoffen van andere organismen op
als voedsel.
- Reducenten breken organische resten af tot anorganische stoffen.
- Door verbranding van fossiele brandstoffen komt er extra CO2 in de
koolstofkringloop.
Huidige/kortlopende koolstofkringloop
Fossiele brandstoffen -> langlopende koolstofkringloop
Stikstofkringloop
Stikstof vormen: Eiwitten, DNA, ATP
In lucht: Stikstofgas
In bodem: Ammoniumionen, nitrietionen, nitraationen
- Producenten (autotroof) nemen stikstof vooral op in nitraationen. Stikstof wordt
gebruikt om organische stoffen te vormen. -> Stikstofassimilatie
- Consumenten (heterotroof) scheiden stikstof uit met hun urine.
- Ammonificatie = Reducenten breken organische stikstofhoudende verbindingen af
tot o.a. ammoniak
Grootste deel wordt in (bodem)water omgezet in ammoniumionen.
- Nitrificatie = Nitrietbacteriën zetten ammoniak en ammoniumionen om in
nitrietionen, en nitraatbacteriën zetten nitrietionen om in nitraationen.
Nitrificerende bacteriën zijn actief in zuurstofrijke bodem.
- Denitrificatie = Denitrificerende bacteriën zetten nitraationen om in gasvormige
stikstof.
Denitrificerende bacteriën zijn actief in zuurstofarme bodem.
- Stikstofbinding (stikstoffixatie) = Stikstofbindende bacteriën (bezitten enzym
nitrogenase) zetten gasvormige stikstof om in ammoniak. Met ammoniak kunnen
aminozuren worden gesynthetiseerd.
Stikstoffixatie kan alleen plaatsvinden onder anaerobe omstandigheden.
Stikstofbindende bacteriën komen vrij levend in de bodem voor en in
wortelknolletjes van vlinderbloemige planten.
- Fotochemische stikstoffixatie = gasvormige stikstof wordt gebonden tijdens onweer.
Stikstof reageert dan met ozon, waarbij nitraat ontstaat.