Hoofdstuk 1 – waarom levensbeschouwing op de agenda?
1.2 – het verschil tussen godsdienst en levensbeschouwing
Bij woorden als godsdienst komen associaties naar boven zoals: Bijbel, geloof, gebed, pastor,
dominee, jezus, koran, ramadan, Mohammed en rituelen. Bij het begrip levensbeschouwing komen
de volgende associaties naar boven: eigen beleving, samenwerken, naar elkaar luisteren en
verschillende godsdiensten. De begrippen godsdienst en catechese kunnen in verband worden
gebracht met de traditionele opvatting van identiteit. Het begrip levensbeschouwing daarin tegen
wordt niet met deze traditionele opvatting in verband gebracht. Het gaat hierbij meer om de
persoonlijke invulling.
1.3 – Levensbeschouwing binnen Nederlandse en Belgische onderwijssystemen
Het Nederlandse en Belgische onderwijssysteem is uniek in de wereld. Er zijn niet alleen openbare
scholen, maar ook bijzondere scholen (scholen die zijn opgericht op basis van levensbeschouwelijke
overtuiging) beide type scholen worden door de overheid bekostigd. Op deze manier hebben ouders
de mogelijkheid hun kinderen onderwijs te laten volgen op grond van hun levensovertuiging. Vanuit
vroeger heb je in Nederland twee traditionele zuilen (katholiek en protestants), maar in de afgelopen
decennia is hier langzaam een eind aangekomen. Scholen kunnen in door deze verandering niet meer
alleen hun eigen (geloofs)waarheden delen, maar moeten zich ook realiseren dat er andere
opvattingen zijn.
1.4 – nieuwe zekerheden
Hoewel onze tijd onkerkelijk genoemd kan worden, heeft de moderne mens toch behoefte aan
antwoorden op levensvragen. Het lijkt zelf als of die behoefte alleen maar groter worden nu de vaste
kaders van kerk en godsdienst niet meer vanzelfsprekend zijn. Mensen gaan opzoek naar nieuwe
vromen van bezinning en creëren nieuwe gebruiken en rituelen rond geboorte, huwelijk en
overleiden. Ze geven hun leven op hun eigen manier vorm en zo ontstaat er een betekenisvolle
wereld. De term ‘burgerschap’ valt niet meer weg te denken uit de maatschappelijke discussie over
integratie. Burgerschap wordt in verband gebracht met de toekomst van de multiculturele
samenleving en speelt een essentiële rol in de discussie over waarden en normen. Je hebt twee
kanten binnen burgerschap: persoonlijke ontplooiing en gemeenschapszin.
1.5 – de ontwikkeling van competenties van de leerkracht.
Wanneer de leerkracht aansluit bij de levensbeschouwelijke vragen van kinderen, dan ontstaat er
vanzelf motivatie. Daarnaast worden de kinderen dagelijks geconfronteerd met
levensbeschouwelijke onderwerpen (eerlijkheid, verdriet, jaloezie, liefde, etc.) Om kinderen te
motiveren moet je als leerkracht aansluiten op de belevingswereld van de kinderen. De leerkracht als
persoon is belangrijk, vooral als je kijkt naar zijn voorbeeldfunctie. Daarnaast speelt hij een
belangrijke rol als cultuurdragere en bruggenbouwer tussen de verschillende bevolkingsgroepen in
de klas/school/wijk.