Toets verslag 1.1 Begeleiden in de leefwereld
Naam: Renske van Roon
Studentnummer: 661886
Datum:
,Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................3
Deel 1 Cliëntkenmerken.........................................................................................................................4
1.2 Ouderen met een licht verstandelijke beperking..........................................................................4
1.2 Cliënt S..........................................................................................................................................5
1.3 Overeenkomsten en verschillen...................................................................................................7
Deel 2 Begeleidingsplan..........................................................................................................................8
2.1 Situatieanalyse van de huidige situatie.........................................................................................8
2.2 Begeleidingsdoelen.....................................................................................................................10
2.3 Activiteiten en planning ............................................................................................................10
2.4 Evaluatie.....................................................................................................................................10
Deel 3 Onderbouwing begeleidingstraject...........................................................................................11
3.1 Veranderingsproces van de cliënt...............................................................................................12
3.2 Eigen agogisch handelen als agoog.............................................................................................13
3.3 Verandertheorieën.....................................................................................................................14
Bronnenlijst..........................................................................................................................................15
2
, Inleiding
Je bent in staat nabije, doelgerichte en planmatige begeleiding te geven afgestemd op
waardenoriëntaties, behoeften, mogelijkheden en specifiek gedrag van betrokkene(n). Je bent in
staat volgens de professionele standaard een begeleidingsplan te schrijven.
Voor dit examen ben ik gaan kijken onder mijn cliënten wie ik het beste kon gaan gebruiken voor de
leeruitkomst die hierbij hoort. Ik ben werkzaam op een woonlocatie van de Hartekamp Groep in
Heemskerk. Hier werk ik met verstandelijk beperkte ouderen, variërend tussen licht en ernstig
verstandelijk beperkt. Cliënt S. die ik heb gebruikt voor dit examen heeft het syndroom van down.
Het downsyndroom is een aandoening waarmee je wordt geboren. Mensen met downsyndroom
hebben een lichte tot ernstige verstandelijke handicap. Cliënt S. heeft een lichte verstandelijke
beperking.
In mijn functie bij de Hartekamp Groep als medior ben ik verantwoordelijk voor het jaarlijkse MDO
(multidisciplinair overleg) van 3 van onze cliënten. Het MDO wordt gehouden met een
orthopedagoog, iemand van wonen, iemand van dagbesteding en zo nodig een arts. Uiteraard wordt
er vooraf en achteraf met familie overlegd en eventueel zijn zij ook aanwezig. Vanuit het MDO wordt
het nieuwe ondersteuningsplan opgesteld en de doelen geëvalueerd en zo nodig gewijzigd. Het
meest recente MDO van cliënt S. heb ik gebruikt voor dit examen.
3
Naam: Renske van Roon
Studentnummer: 661886
Datum:
,Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................3
Deel 1 Cliëntkenmerken.........................................................................................................................4
1.2 Ouderen met een licht verstandelijke beperking..........................................................................4
1.2 Cliënt S..........................................................................................................................................5
1.3 Overeenkomsten en verschillen...................................................................................................7
Deel 2 Begeleidingsplan..........................................................................................................................8
2.1 Situatieanalyse van de huidige situatie.........................................................................................8
2.2 Begeleidingsdoelen.....................................................................................................................10
2.3 Activiteiten en planning ............................................................................................................10
2.4 Evaluatie.....................................................................................................................................10
Deel 3 Onderbouwing begeleidingstraject...........................................................................................11
3.1 Veranderingsproces van de cliënt...............................................................................................12
3.2 Eigen agogisch handelen als agoog.............................................................................................13
3.3 Verandertheorieën.....................................................................................................................14
Bronnenlijst..........................................................................................................................................15
2
, Inleiding
Je bent in staat nabije, doelgerichte en planmatige begeleiding te geven afgestemd op
waardenoriëntaties, behoeften, mogelijkheden en specifiek gedrag van betrokkene(n). Je bent in
staat volgens de professionele standaard een begeleidingsplan te schrijven.
Voor dit examen ben ik gaan kijken onder mijn cliënten wie ik het beste kon gaan gebruiken voor de
leeruitkomst die hierbij hoort. Ik ben werkzaam op een woonlocatie van de Hartekamp Groep in
Heemskerk. Hier werk ik met verstandelijk beperkte ouderen, variërend tussen licht en ernstig
verstandelijk beperkt. Cliënt S. die ik heb gebruikt voor dit examen heeft het syndroom van down.
Het downsyndroom is een aandoening waarmee je wordt geboren. Mensen met downsyndroom
hebben een lichte tot ernstige verstandelijke handicap. Cliënt S. heeft een lichte verstandelijke
beperking.
In mijn functie bij de Hartekamp Groep als medior ben ik verantwoordelijk voor het jaarlijkse MDO
(multidisciplinair overleg) van 3 van onze cliënten. Het MDO wordt gehouden met een
orthopedagoog, iemand van wonen, iemand van dagbesteding en zo nodig een arts. Uiteraard wordt
er vooraf en achteraf met familie overlegd en eventueel zijn zij ook aanwezig. Vanuit het MDO wordt
het nieuwe ondersteuningsplan opgesteld en de doelen geëvalueerd en zo nodig gewijzigd. Het
meest recente MDO van cliënt S. heb ik gebruikt voor dit examen.
3