Lente Dekker
7430825
Werkgroep 6
Aantal woorden: 777
On the norm sensitivity of younger mobile phone users: Perceived social norms and phubbing in
interactions between younger and older generations
Phubbing, ook wel het gebruiken van je telefoon tijdens face-to-face interacties, wordt per generatie
anders opgevat. In dit onderzoek wordt het verschil tussen generatie-specifieke verwachtingen over
dit onderwerp besproken, en wordt geanalyseerd hoe deze verwachtingen zich uitten tijdens
intergenerationele phubbing.
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat volwassenen een lagere tolerantie omtrent phubbing
hebben dan jonge mensen, omdat phubbing niet voldoet aan hun gespreksverwachting, ze zich
sneller afgewezen voelen en het een face threat kan veroorzaken. Het verschil in verwachtingen van
jonge en oude mobiele telefoongebruikers kan dan ook resulteren in een intergenerationeel conflict.
Voor het uitvoeren van dit onderzoek, is gebruik gemaakt van een online vragenlijst. Hierbij werd (a)
het verschil in verwachtingen van de norm en sociale goedkeuring van phubbing in de eigen
generatie en die van de ander geanalyseerd, en (b) werd geanalyseerd hoe deze generatie-specifieke
verwachtingen geassocieerd worden tijdens individueel phubbing gedrag in intergenerationele
interacties.
Hetgeen wat normaal wordt gevonden binnen een generatie hangt samen met het gebruik van je
telefoon in fysieke interacties. Hierbij spelen de injunctieve norm (wat er van je verwacht wordt te
doen) en descriptieve norm (wat door de meesten wordt gedaan) een grote rol. Meestal gaan deze
twee hand in hand met elkaar, maar in het geval van phubbing ligt dat anders. Phubbing komt
namelijk veel voor, maar wordt niet sociaal geaccepteerd.
Zoals al eerder besproken zijn jongere generaties toleranter op het gebied van telefoongebruik in
verschillende sociale settingen, dan oudere generaties. Dit zou uitgelegd kunnen worden aan de hand
van het idee dat sommigen technologie als vanzelfsprekend zien, en anderen niet. We kunnen deze
typen mensen onderscheiden in twee groepen: digital natives (geboren in 1980 of later) en digital
immigrants (geboren in 1980 of eerder). Aan de hand van het verschil tussen deze generaties betreft
het gebruik en de tolerantie van telefoons, zijn de volgende twee hypotheses geformuleerd:
- H1: Jongere mobiele telefoongebruikers zien phubbing als meer voorkomend en sociaal
geaccepteerd in hun eigen generatie dan die van een oudere generatie.
- H2: Oudere mobiele telefoongebruikers zien phubbing als minder voorkomend en sociaal
geaccepteerd in hun eigen generatie dan die van een jongere generatie
Uit onderzoek over sociale normen blijkt dat mensen de normen van hun eigen groep aanhouden,
wat in dit geval betekent dat telefoongebruikers het phubbing-gedrag van hun generatie aannemen.
Maar welke normen zijn dan belangrijker, die van jouw groep, of die van de ander? Naar aanleiding
van deze vraag, is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd:
- RQ1: Hoe zijn de waargenomen normen van de eigen en de andere generatie geassocieerd
met phubbing-gedrag in intergenerationele interacties?
Om antwoord te krijgen op beide hypotheses en de onderzoeksvraag, is, zoals eerder vermeld, een
online vragenlijst afgenomen. Met een link die verzonden werd naar e-mailadressen en
WhatsAppgesprekken van het persoonlijk netwerk van de onderzoeker, en vervolgens het netwerk
van deze mensen, werd de lijst ingevuld.
7430825
Werkgroep 6
Aantal woorden: 777
On the norm sensitivity of younger mobile phone users: Perceived social norms and phubbing in
interactions between younger and older generations
Phubbing, ook wel het gebruiken van je telefoon tijdens face-to-face interacties, wordt per generatie
anders opgevat. In dit onderzoek wordt het verschil tussen generatie-specifieke verwachtingen over
dit onderwerp besproken, en wordt geanalyseerd hoe deze verwachtingen zich uitten tijdens
intergenerationele phubbing.
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat volwassenen een lagere tolerantie omtrent phubbing
hebben dan jonge mensen, omdat phubbing niet voldoet aan hun gespreksverwachting, ze zich
sneller afgewezen voelen en het een face threat kan veroorzaken. Het verschil in verwachtingen van
jonge en oude mobiele telefoongebruikers kan dan ook resulteren in een intergenerationeel conflict.
Voor het uitvoeren van dit onderzoek, is gebruik gemaakt van een online vragenlijst. Hierbij werd (a)
het verschil in verwachtingen van de norm en sociale goedkeuring van phubbing in de eigen
generatie en die van de ander geanalyseerd, en (b) werd geanalyseerd hoe deze generatie-specifieke
verwachtingen geassocieerd worden tijdens individueel phubbing gedrag in intergenerationele
interacties.
Hetgeen wat normaal wordt gevonden binnen een generatie hangt samen met het gebruik van je
telefoon in fysieke interacties. Hierbij spelen de injunctieve norm (wat er van je verwacht wordt te
doen) en descriptieve norm (wat door de meesten wordt gedaan) een grote rol. Meestal gaan deze
twee hand in hand met elkaar, maar in het geval van phubbing ligt dat anders. Phubbing komt
namelijk veel voor, maar wordt niet sociaal geaccepteerd.
Zoals al eerder besproken zijn jongere generaties toleranter op het gebied van telefoongebruik in
verschillende sociale settingen, dan oudere generaties. Dit zou uitgelegd kunnen worden aan de hand
van het idee dat sommigen technologie als vanzelfsprekend zien, en anderen niet. We kunnen deze
typen mensen onderscheiden in twee groepen: digital natives (geboren in 1980 of later) en digital
immigrants (geboren in 1980 of eerder). Aan de hand van het verschil tussen deze generaties betreft
het gebruik en de tolerantie van telefoons, zijn de volgende twee hypotheses geformuleerd:
- H1: Jongere mobiele telefoongebruikers zien phubbing als meer voorkomend en sociaal
geaccepteerd in hun eigen generatie dan die van een oudere generatie.
- H2: Oudere mobiele telefoongebruikers zien phubbing als minder voorkomend en sociaal
geaccepteerd in hun eigen generatie dan die van een jongere generatie
Uit onderzoek over sociale normen blijkt dat mensen de normen van hun eigen groep aanhouden,
wat in dit geval betekent dat telefoongebruikers het phubbing-gedrag van hun generatie aannemen.
Maar welke normen zijn dan belangrijker, die van jouw groep, of die van de ander? Naar aanleiding
van deze vraag, is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd:
- RQ1: Hoe zijn de waargenomen normen van de eigen en de andere generatie geassocieerd
met phubbing-gedrag in intergenerationele interacties?
Om antwoord te krijgen op beide hypotheses en de onderzoeksvraag, is, zoals eerder vermeld, een
online vragenlijst afgenomen. Met een link die verzonden werd naar e-mailadressen en
WhatsAppgesprekken van het persoonlijk netwerk van de onderzoeker, en vervolgens het netwerk
van deze mensen, werd de lijst ingevuld.
