trSkelet, botten en gewrichten
Leerdoelen:
1. de specifieke eigenschappen en functies van bot-, kraakbeen-, spieren peesweefsel uitleggen
2. de functies van alle botten van het skelet benoemen
3. de opbouw en indeling van botten benoemen
4. uitleggen hoe botopbouw en botafbraak in zijn werk gaan
5. verschillende botverbindingen benoemen en daarbij voorbeelden geven
6. de bouw en functie van verschillende soorten gewrichten benoemen
7. de bouw en functie van skelet van schedel, wervelkolom en extremiteiten uitleggen
8. de Latijnse en Nederlandse benamingen van alle botten van het skelet benoemen
Samenvatting m.b.v klapper
Kennen
Per bot:
• Latijnse naam
• Oriëntatie in het lichaam
• Links/rechts
• Benoemen van aanzicht volgens anatomische nomenclatuur
Naamgevingen onderdelen botten (komt per regio)
Gewrichten:
• Per gewricht wat voor soort bewegingen
Einde presentatie botten staan opdrachten met mogelijke tentamen vragen
Opbouw skelet
De beenderen, ossa, vormen samen het benige skelet. Met de gewrichten erbij is dit het passieve
bewegingsapparaat. Bewegingen ontstaan d.m.v. het actieve bewegingsapparaat, de musculatuur.
Functie van het skelet:
• Stevigheid
• Beweeglijkheid
o Botten zijn in meer of mindere mate beweegbaar ten opzichte van elkaar met elkaar
verbonden
o Spieren zitten vast aan botten en kunnen bewegingen starten en stoppen
• Bescherming
o Bescherming kwetsbare organen (schedel, ribben etc)
• Opslag mineralen en zouten
• Aanmaak witte/ rode bloedcellen
Bot is zeer actief weefsel en zeker niet dood
Verschil kraakbeen versus bot:
1.
Axiale skelet:
= middelste gedeelte.
1. Schedel
2. Ruggengraat
, 3. Ribbenkast
4. Bekken
Aan axiale skelet zitten de extremiteiten vast: onderste en bovenste extremiteiten
Extremiteiten:
1.
Indeling in regio’s
Truncus- Romp:
Thorax- Borstkas
Abdomen -Buikholte
Pelvis - Bekkengebied
Caput – kop
Collum- hals
Truncus – stronk, stam
Brachium – (boven)arm
Ante – voor
Manus – hand
Femur- dijbeen
Crus- onderbeen
Pes – voet
Membrum- lid. Ledemaat
Welke structuren bevinden zich in de thorax?
• Diafragma -middenrif
• Aorta - slagader
• Vena cava inferior en vena cave superior -Onderste en bovenste holle ader
• Pulmone - Long
• Cor- Hart
• A. Subclavia – sleutelbeen slagader
• Clavicula - sleutelbeen
• Vertebrae thoracales - Thoracale wervels
• Oesofagus -Slokdarm
• Trachea- Luchtpijp
• Sternum - borstbeen
• Coatea - ribben
Opbouw botten
Matrix is opgebouwd uit: kalkzouten = calciumfosfaat en collageen vezels
Beenvorming geschiedt door osteoblasten. Deze osteoblasten scheiden een intercellulaire substantie
af, het osteoïd. Dit bestaat eerst uit een zachte basissubstantie en collagene vezels. Uit de osteoïd
ontwikkelen zich de osteocyten, de beencellen. Bij veenombouw werken de oasteoclasten mee, deze
breken been af
Botremodellering = constante opbouw en afbraak van beenweefsel
,Oseoclast
Mv: osteoclasten
Osteoclasten zorgen voor osteolyse (af breken bot). Om goed, vers stevig weefsel te creëren.
Osteoblast
Mv: osteoblasten
Osteoblast bouwen bot op, m.b.v. calcium. En scheiden osteoïd af
Ezelsbruggetjes= osteoblasten = opbouwen
Osteoïd
Osteoïd zijn beencellen. In eerste instantie is het nog wat zacht
Osteocyt
Hard geworden osteoïd
Begrippen:
Periost Beenvlies, rijk aan bloed-, lymfevaten en
zenuwen en hechten ligamenten en pezen op
aan. En omgeeft het been overal waar geen
gewrichtsvlak is
Compact bot Substantia compacta. Buitenkant bot. Massief
materiaal
Osteon een microscopische structuur van concentrische
lagen gemineraliseerde collageenmatrix rond
een kanaaltje met bloedvaten en zenuwvezels.
Bestaan uit osteocyten. Botten zijn opgebouwd
uit vele osteonen. Zie ook plaatje hieronder
osteocyten Beencellen, hard geworden osteoïd
Volkmannkanaal (de horizontale kanalen vanuit Lopen bloedvaten en zenuwen door heen
periost door substantia spongiosa)
Centraal kanaal / kanaal van havers ( de Lopen bloedvaten en zenuwen door heen
verticale kanalen door substantia spongiosa)
Spongious bot Aan binnenkant beenderen. Sponsachtig
uitziend netwerk. Bestaand uit trabeculae
, Beenbalkjes - trabeculae In spongeious bot, zorgen voor ruimte
beenmerg en maken bot lichter.
Bouw botten
Van het bot zijn macroscopisch twee verschillend gebouwde delen te onderscheiden. Aan het
oppervlak ligt massief materiaal: de substantia compacta of corticalis. Daaronder bevindt zich, in
korte en platte beenderen en in de epifysen en metafysen van de pijpbeenderen, een uit
afzonderlijke beenbalkjes opgebouwd, sponsachtig uitziend netwerk, de substantia spongiosa.
Tussen de mazen van het substantia spongiosa ligt het (bij volwassenen rode) beenmerg.
Het beenvlies, periost, omgeeft het been overal waar geen gewrichtsvlak is. Het periost is rijk aan
bloed-, lymfevaten en zenuwen en hechten ligamenten en pezen op aan. Zenuwen in het periost
veroorzaken ook de pijn bij een slag of stoot op een beenstuk. Na botbreuken en fracturen begint de
beenvorming vanuit het periost.
Leerdoelen:
1. de specifieke eigenschappen en functies van bot-, kraakbeen-, spieren peesweefsel uitleggen
2. de functies van alle botten van het skelet benoemen
3. de opbouw en indeling van botten benoemen
4. uitleggen hoe botopbouw en botafbraak in zijn werk gaan
5. verschillende botverbindingen benoemen en daarbij voorbeelden geven
6. de bouw en functie van verschillende soorten gewrichten benoemen
7. de bouw en functie van skelet van schedel, wervelkolom en extremiteiten uitleggen
8. de Latijnse en Nederlandse benamingen van alle botten van het skelet benoemen
Samenvatting m.b.v klapper
Kennen
Per bot:
• Latijnse naam
• Oriëntatie in het lichaam
• Links/rechts
• Benoemen van aanzicht volgens anatomische nomenclatuur
Naamgevingen onderdelen botten (komt per regio)
Gewrichten:
• Per gewricht wat voor soort bewegingen
Einde presentatie botten staan opdrachten met mogelijke tentamen vragen
Opbouw skelet
De beenderen, ossa, vormen samen het benige skelet. Met de gewrichten erbij is dit het passieve
bewegingsapparaat. Bewegingen ontstaan d.m.v. het actieve bewegingsapparaat, de musculatuur.
Functie van het skelet:
• Stevigheid
• Beweeglijkheid
o Botten zijn in meer of mindere mate beweegbaar ten opzichte van elkaar met elkaar
verbonden
o Spieren zitten vast aan botten en kunnen bewegingen starten en stoppen
• Bescherming
o Bescherming kwetsbare organen (schedel, ribben etc)
• Opslag mineralen en zouten
• Aanmaak witte/ rode bloedcellen
Bot is zeer actief weefsel en zeker niet dood
Verschil kraakbeen versus bot:
1.
Axiale skelet:
= middelste gedeelte.
1. Schedel
2. Ruggengraat
, 3. Ribbenkast
4. Bekken
Aan axiale skelet zitten de extremiteiten vast: onderste en bovenste extremiteiten
Extremiteiten:
1.
Indeling in regio’s
Truncus- Romp:
Thorax- Borstkas
Abdomen -Buikholte
Pelvis - Bekkengebied
Caput – kop
Collum- hals
Truncus – stronk, stam
Brachium – (boven)arm
Ante – voor
Manus – hand
Femur- dijbeen
Crus- onderbeen
Pes – voet
Membrum- lid. Ledemaat
Welke structuren bevinden zich in de thorax?
• Diafragma -middenrif
• Aorta - slagader
• Vena cava inferior en vena cave superior -Onderste en bovenste holle ader
• Pulmone - Long
• Cor- Hart
• A. Subclavia – sleutelbeen slagader
• Clavicula - sleutelbeen
• Vertebrae thoracales - Thoracale wervels
• Oesofagus -Slokdarm
• Trachea- Luchtpijp
• Sternum - borstbeen
• Coatea - ribben
Opbouw botten
Matrix is opgebouwd uit: kalkzouten = calciumfosfaat en collageen vezels
Beenvorming geschiedt door osteoblasten. Deze osteoblasten scheiden een intercellulaire substantie
af, het osteoïd. Dit bestaat eerst uit een zachte basissubstantie en collagene vezels. Uit de osteoïd
ontwikkelen zich de osteocyten, de beencellen. Bij veenombouw werken de oasteoclasten mee, deze
breken been af
Botremodellering = constante opbouw en afbraak van beenweefsel
,Oseoclast
Mv: osteoclasten
Osteoclasten zorgen voor osteolyse (af breken bot). Om goed, vers stevig weefsel te creëren.
Osteoblast
Mv: osteoblasten
Osteoblast bouwen bot op, m.b.v. calcium. En scheiden osteoïd af
Ezelsbruggetjes= osteoblasten = opbouwen
Osteoïd
Osteoïd zijn beencellen. In eerste instantie is het nog wat zacht
Osteocyt
Hard geworden osteoïd
Begrippen:
Periost Beenvlies, rijk aan bloed-, lymfevaten en
zenuwen en hechten ligamenten en pezen op
aan. En omgeeft het been overal waar geen
gewrichtsvlak is
Compact bot Substantia compacta. Buitenkant bot. Massief
materiaal
Osteon een microscopische structuur van concentrische
lagen gemineraliseerde collageenmatrix rond
een kanaaltje met bloedvaten en zenuwvezels.
Bestaan uit osteocyten. Botten zijn opgebouwd
uit vele osteonen. Zie ook plaatje hieronder
osteocyten Beencellen, hard geworden osteoïd
Volkmannkanaal (de horizontale kanalen vanuit Lopen bloedvaten en zenuwen door heen
periost door substantia spongiosa)
Centraal kanaal / kanaal van havers ( de Lopen bloedvaten en zenuwen door heen
verticale kanalen door substantia spongiosa)
Spongious bot Aan binnenkant beenderen. Sponsachtig
uitziend netwerk. Bestaand uit trabeculae
, Beenbalkjes - trabeculae In spongeious bot, zorgen voor ruimte
beenmerg en maken bot lichter.
Bouw botten
Van het bot zijn macroscopisch twee verschillend gebouwde delen te onderscheiden. Aan het
oppervlak ligt massief materiaal: de substantia compacta of corticalis. Daaronder bevindt zich, in
korte en platte beenderen en in de epifysen en metafysen van de pijpbeenderen, een uit
afzonderlijke beenbalkjes opgebouwd, sponsachtig uitziend netwerk, de substantia spongiosa.
Tussen de mazen van het substantia spongiosa ligt het (bij volwassenen rode) beenmerg.
Het beenvlies, periost, omgeeft het been overal waar geen gewrichtsvlak is. Het periost is rijk aan
bloed-, lymfevaten en zenuwen en hechten ligamenten en pezen op aan. Zenuwen in het periost
veroorzaken ook de pijn bij een slag of stoot op een beenstuk. Na botbreuken en fracturen begint de
beenvorming vanuit het periost.