NCSU Reader – non wovens
Nonwoven: stoffen opgebouwd uit een combinatie van vezelstructuren die zijn gestabiliseerd of
gebonden door middel van mechanische, chemische of thermische methoden.
Direct: van A tot Z het complete product maken (1 machine nodig).
Indirect: je onderbreekt het productieproces.
Grondstoffen
1. Vezels of polymeer; basismateriaal voor nonwovens
2. Bindmiddelen; substantie die cohesie bewerkstelligt of bevordert tussen los samengevoegde
materialen.
3. Additieven; hulpmiddelen die niet vezelvormig zijn en tijdens de vliesvorming toegevoegd
worden om de eigenschappen te veranderen/verbeteren.
Productiestappen
1. Vezels selecteren
2. Vezels voorbereiden
3. Het vormen van matten
4. Binden en verbinden
5. Appreteren (finishing)
Voordelen:
- Geschikt voor eenmalig gebruik (toiletdoekjes)
- Duurzaam (textiel voor de auto-industrie)
- In grote breedtes en met hoge snelheid geproduceerd, daardoor kosteneffectief
(Kan ook in sommige gevallen juist duurder uitvallen dan een weefsel of breisel)
Vlies-/webvorming
Er zijn 2 soorten vezelstructuren:
1. Isotroop vlies (vezels willekeurig geschikt)
2. Anisotroop vlies (vezels met een bepaalde oriëntatie)
Daarnaast kan de vezelstructuur ook verdeeld zijn in beide richtingen.
Anisotroop is minder sterk dan isotroop. Dit komt doordat de isotroop van alle kanten even sterk is.
Georiënteerd: anisotroop
Gedesoriënteerd: isotroop
, MD/CD verhouding
De richting van een vlies en dus het uiteindelijke nonwoven product duiden we aan met de MD
(Machine Direction) / CD (Cross Direction) verhouding. Geeft aan hoe sterk een nonwoven is en
hoeveel vezels verticaal en horizontaal liggen. Hoe dichter de verhouding bij elkaar ligt, hoe meer
isotroop het is.
Toepassingen
Productiesystemen
Stapelvezelsystemen
▪ Droogstapelsystemen
- Kaarden
- Aerodynamisch (luchtapplicatie) Airlaid
▪ Natte applicatie, Wetlaid (papierindustrie)
Hars-opvliessystemen
▪ Gesponnen binding, Spunbond (douchekop)
▪ Smeltblazen, Meltblown (luchtsroom)
Gesponnen binding en smeltblazen vallen onder een direct productieproces
Nonwoven: stoffen opgebouwd uit een combinatie van vezelstructuren die zijn gestabiliseerd of
gebonden door middel van mechanische, chemische of thermische methoden.
Direct: van A tot Z het complete product maken (1 machine nodig).
Indirect: je onderbreekt het productieproces.
Grondstoffen
1. Vezels of polymeer; basismateriaal voor nonwovens
2. Bindmiddelen; substantie die cohesie bewerkstelligt of bevordert tussen los samengevoegde
materialen.
3. Additieven; hulpmiddelen die niet vezelvormig zijn en tijdens de vliesvorming toegevoegd
worden om de eigenschappen te veranderen/verbeteren.
Productiestappen
1. Vezels selecteren
2. Vezels voorbereiden
3. Het vormen van matten
4. Binden en verbinden
5. Appreteren (finishing)
Voordelen:
- Geschikt voor eenmalig gebruik (toiletdoekjes)
- Duurzaam (textiel voor de auto-industrie)
- In grote breedtes en met hoge snelheid geproduceerd, daardoor kosteneffectief
(Kan ook in sommige gevallen juist duurder uitvallen dan een weefsel of breisel)
Vlies-/webvorming
Er zijn 2 soorten vezelstructuren:
1. Isotroop vlies (vezels willekeurig geschikt)
2. Anisotroop vlies (vezels met een bepaalde oriëntatie)
Daarnaast kan de vezelstructuur ook verdeeld zijn in beide richtingen.
Anisotroop is minder sterk dan isotroop. Dit komt doordat de isotroop van alle kanten even sterk is.
Georiënteerd: anisotroop
Gedesoriënteerd: isotroop
, MD/CD verhouding
De richting van een vlies en dus het uiteindelijke nonwoven product duiden we aan met de MD
(Machine Direction) / CD (Cross Direction) verhouding. Geeft aan hoe sterk een nonwoven is en
hoeveel vezels verticaal en horizontaal liggen. Hoe dichter de verhouding bij elkaar ligt, hoe meer
isotroop het is.
Toepassingen
Productiesystemen
Stapelvezelsystemen
▪ Droogstapelsystemen
- Kaarden
- Aerodynamisch (luchtapplicatie) Airlaid
▪ Natte applicatie, Wetlaid (papierindustrie)
Hars-opvliessystemen
▪ Gesponnen binding, Spunbond (douchekop)
▪ Smeltblazen, Meltblown (luchtsroom)
Gesponnen binding en smeltblazen vallen onder een direct productieproces