Samenvatting De belangrijkste toetsen voor SPSS in P3

MARKTONDERZOEK SPSS

TOETSENDE STATISTIEK

Univariate analyses  een variabele

 Betrouwbaarheidsinterval : nominaal, ordinaal of metrisch

Bivariate analyses  twee variabele

 Chi-kwadraattoets : nominaal of ordinaal en nominaal of ordinaal
 T-toets voor onafhankelijke steekproeven : V1 nominaal of ordinaal (2 groepen) V2 metrisch
 Eenweg variantieanalyse : V1 nominaal of ordinaal (> 2 groepen) V2 metrisch
 Correlatie : metrisch (beide)

BETROUWBAARHEIDSINTERVAL

Toetsende statistiek met 1 variabele

1. Statistische toets bepalen


Betrouwbaarheidsinterval
Variabele 1 Gemiddelden
Alle meetniveaus Percentages Multiple-responsevragen

Multiplechoicevragen
2. Betrouwbaarheid kiezen
Betrouwbaarheid (%) is standaard 95%
3. Statistische toets uitvoeren in SPSS
Betrouwbaarheidsinterval gemiddelden (metrisch meetniveau)
Hoe bereken je betrouwbaarheidsinterval voor gemiddelden in SPSS (metrisch meetniveau)?
Analyze  Descriptive Statistics  explore  rechtermuisknop bij ID voor Display Variable Names
i.p.v. Labels  voegt betreffende variabele in bij Dependent List  Bij display klik op statistics 
options klik op Exclude Cases Pairwise  OK




 steekproefgemiddelde dus alleen over de mensen uit de steekproef
 95% betrouwbaarheidsinterval




 Standaarddeviatie is de gemiddelde afwijking tot het gemiddelde




Het gemiddelde …….. ligt met 95% zekerheid tussen de (lower bound) en (upper bound) met een
standaarddeviatie van ….

, Betrouwbaarheidsinterval voor percentages multiple-responsevragen
Hoe bereken je betrouwbaarheidsinterval voor percentage bij multiple-responsevragen?
Analyze  Descriptive Statistics  explore  rechtermuisknop bij ID voor Display Variable Names
i.p.v. Labels  voegt betreffende variabelen in bij Dependent List  Bij display klik op statistics 
options excluse cases pairwise  OK

Betrouwbaarheidsinterval voor percentages multiplechoicevragen
Hoe bereken je het betrouwbaarheidsinterval voor multiplechoicevragen?
Iedere variabele omzetten in een aparte variabele. Recode into different variabeles. Transform 
recode into different variabeles  rechtermuis ID Display Variabele Names voegt variabele in
geeft nieuwe naam voor eerste antwoord optie bijpassende variabele label in  change  old and
new values  System -or user- missing en Copy old value(s) add 1 value ????????? verder vanaf
minuut 7 ongeveer.
4. SPSS output analyseren en interpreteren
5. Resultaten rapporteren




DE STEEKPROEF (HC4)




Kwalitatief onderzoek: kleine steekproeven om ideeën op te doen en verdieping te zoeken. Je doet hierbij geen
uitspraken over de hele populatie omdat daar het onderzoek te klein voor is. Het onderzoek is niet generaliseer
baar, maar dit is niet erg want het doel is anders dan bij kwantitatief.

Kwantitatief onderzoek wil je de uitkomsten wel generaliseren en is het een groter onderzoek. Om te kunnen
generaliseren moet het onderzoek wel aan een aantal eisen moeten doen. Boven alles moet het onderzoek
valide zijn. Dat wil zeggen dat het onderzoek meet wat het beoogt te meten.

Bijv. je wilt weten hoe zwaar mensen in de populatie zijn. Dan moet de weegschaal het exacte gewicht wegen
en moeten de mensen die gemeten worden een goede afspiegeling zijn van de populatie. De validiteit wordt
mede bepaald door de volgende punten

 Steekproef  goede afspiegeling zijn van de groep mensen waar je uitspraken over wilt doen oftewel
de populatie
 Non-respons  als er bepaalde mensen niet willen deelnemen aan het onderzoek kan dit invloed
hebben of de steekproef een goede afspiegeling is van de populatie