Casusopdracht
Casus 1
1. Een SMART-doel dat ik zou toepassen bij dit kennismakingsgesprek, is meetbaarheid.
2. Met meetbaarheid zou ik, samen met Gerard en zijn moeder, kunnen bepalen welke taken
haalbaar zijn voor Gerard. Kan hij bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor het voeren van de
kippen, zonder dat zij een dag zonder eten moeten? Misschien heeft Gerard hoge
verwachtingen van zijn tijd op de boerderij, maar toch is het belangrijk om realistisch te zijn
in welke taken hij zou kunnen oppakken.
3. Voorbereiding en aanloopfase: Voor het gesprek plaatsvindt, zou ik bij mezelf
bedenken wat de doelen zijn van het gesprek. Ik wil graag dat Gerard een goede tijd heeft
op de boerderij, maar ik moet ook zien hoe goed hij in de groep past. Daarom wil ik hem dus
beter leren kennen. Ook wil ik hem en zijn moeder vertellen over de boerderij, zodat zij een
goed beeld hebben van wat ze kunnen verwachten.
Als ik Gerard en zijn moeder ontmoet, zal ik ze zo warm mogelijk te woord staan. Ik wil dat
Gerard me kan vertrouwen, en dat zijn moeder zich prettig voelt om hem straks bij mij op de
boerderij achter te laten. Daarom zal ik zoveel mogelijk contact met Gerard proberen te
zoeken, en hem behandelen als een volwaardig persoon.
Planningsfase: In de planningsfase zal ik kort uitleggen waarom we hier samen zijn
gekomen. Ik zal aangeven dat Gerard en zijn moeder de kans krijgen om vragen te stellen
over het leven op de boerderij. Daarna zal ik verklaren dat ik wat vragen aan Gerard zal
stellen, zodat ik een beter beeld kan krijgen van zijn rol op de boerderij. Tenslotte zal ik
aangeven dat dit gesprek ongeveer twintig minuten zal duren, zodat Gerard en zijn moeder
weten hoe lang ze aan tafel zullen zitten.
Themafase: In deze fase van het gesprek, zal ik precies uitleggen hoe de boerderij werkt,
en wat de cliënten hier doen. Daarnaast zal ik aangeven wat van Gerard verwacht wordt op
de boerderij. Het is namelijk belangrijk dat wij alle drie van elkaar begrijpen wat we van
elkaar verwachten. Ik zal Gerard vragen stellen over zijn favoriete bezigheden, en of hij het
leuk vindt om druk te zijn. Dan geef ik het woord aan Gerard en zijn moeder, die de tijd
krijgen om vragen te stellen en over henzelf te vertellen.
Casus 1
1. Een SMART-doel dat ik zou toepassen bij dit kennismakingsgesprek, is meetbaarheid.
2. Met meetbaarheid zou ik, samen met Gerard en zijn moeder, kunnen bepalen welke taken
haalbaar zijn voor Gerard. Kan hij bijvoorbeeld verantwoordelijk zijn voor het voeren van de
kippen, zonder dat zij een dag zonder eten moeten? Misschien heeft Gerard hoge
verwachtingen van zijn tijd op de boerderij, maar toch is het belangrijk om realistisch te zijn
in welke taken hij zou kunnen oppakken.
3. Voorbereiding en aanloopfase: Voor het gesprek plaatsvindt, zou ik bij mezelf
bedenken wat de doelen zijn van het gesprek. Ik wil graag dat Gerard een goede tijd heeft
op de boerderij, maar ik moet ook zien hoe goed hij in de groep past. Daarom wil ik hem dus
beter leren kennen. Ook wil ik hem en zijn moeder vertellen over de boerderij, zodat zij een
goed beeld hebben van wat ze kunnen verwachten.
Als ik Gerard en zijn moeder ontmoet, zal ik ze zo warm mogelijk te woord staan. Ik wil dat
Gerard me kan vertrouwen, en dat zijn moeder zich prettig voelt om hem straks bij mij op de
boerderij achter te laten. Daarom zal ik zoveel mogelijk contact met Gerard proberen te
zoeken, en hem behandelen als een volwaardig persoon.
Planningsfase: In de planningsfase zal ik kort uitleggen waarom we hier samen zijn
gekomen. Ik zal aangeven dat Gerard en zijn moeder de kans krijgen om vragen te stellen
over het leven op de boerderij. Daarna zal ik verklaren dat ik wat vragen aan Gerard zal
stellen, zodat ik een beter beeld kan krijgen van zijn rol op de boerderij. Tenslotte zal ik
aangeven dat dit gesprek ongeveer twintig minuten zal duren, zodat Gerard en zijn moeder
weten hoe lang ze aan tafel zullen zitten.
Themafase: In deze fase van het gesprek, zal ik precies uitleggen hoe de boerderij werkt,
en wat de cliënten hier doen. Daarnaast zal ik aangeven wat van Gerard verwacht wordt op
de boerderij. Het is namelijk belangrijk dat wij alle drie van elkaar begrijpen wat we van
elkaar verwachten. Ik zal Gerard vragen stellen over zijn favoriete bezigheden, en of hij het
leuk vindt om druk te zijn. Dan geef ik het woord aan Gerard en zijn moeder, die de tijd
krijgen om vragen te stellen en over henzelf te vertellen.
