Vroegmoderne geschiedenis – Samenvatting
A History of World Societies hoofdstukken 16-24 + alle teksten.
Table of Contents
Hoofdstuk 16: ‘The Acceleration of Global Contact’............................................................2
Hoofdstuk 17: ‘The Islamic World Powers’..........................................................................8
Hoofdstuk 18: ‘European Power and Expansion’...............................................................14
Hoofdstuk 19: ‘New Worldviews and Ways of Life’...........................................................23
Hoofdstuk 20: ‘Afrika and the World’...............................................................................31
Hoofdstuk 21: ‘Continuity and Change in East Asia’..........................................................37
Hoofdstuk 22: ‘Revolutions in the Atlantic World’............................................................43
Hoofdstuk 23: ‘The Revolution in Energy and Industry’.....................................................53
Hoofdstuk 24a: Ideologies of Change in Europe................................................................59
Elizabeth Mancke - Early Modern Expansion and The Politicization of Oceanic Space.......63
Trevor Burnard & Giorgio Riello – Slavery and the new history of capitalism....................66
David Armitage & Sanjay Subrahmanyam - The Age of Revolutions in Global Context c.
1760-1840........................................................................................................................68
Janet Polasky - Revolutions without Borders....................................................................69
Benjamin J Kaplan – Fictions of Privacy............................................................................70
Maarten Prak - Citizens, Soldiers and Civic Militias in Late Medieval and Early Modern
Europe.............................................................................................................................72
Elizabeth Pagden – What is the Enlightement?.................................................................73
Michael Wintle - Islam as Europe’s ‘Other’ in the Long Term............................................74
Frederick Cooper - What is the context of Globalization Good for?...................................76
Katherine Frederick & Elise van Nederveen Meerkerk - Local advantage in a global context
........................................................................................................................................77
Luciano Pezzolo - Republics and principalities in Italy.......................................................79
Ann Thomson - Why does the Enlightenment matter?......................................................80
Emma Griffin – A Short History of the British Industrial Revolution introductie.................82
Takeshi Hamashita - Silver in regional and world economies............................................83
,Hoofdstuk 16: ‘The Acceleration of Global Contact’
Indische Oceaan: centrum van afroeuraziatische handel.
Handelaren creëerde multiculturele steden rond de Indische
Oceaan.
De belangrijkste poorten lagen rond de Zuid-Chinese Zee belangrijkste
was Malacca.
Het Mongolrijk creëerde handel tussen China en Europa.
China kreeg na de val van de Ming-dynastie in 1368 een rijk
economie meest geavanceerde economie tot de 18e eeuw.
China leidde overzeese tochten de dood van admiraal Zheng He + hoge
kosten geen zeevaart meer Europese staten konden hun macht gaan
uitbreiden.
Ander cruciaal land India verspreiding hindoeïsme en boeddhisme,
ook groot handelsland (peper, textiel).
Sociaal-culturele overeenkomsten linkte Thailand, India, China en
Oost-Afrika met elkaar.
Zuidoost-Azië was dunbevolkt men leefde in steden aan de kust
en landbouwgebieden.
Ook hadden vrouwen een hoger aanzien bruidsschat bleef van de
vrouw na het huwelijk.
Gevolg: vrouwen hadden meer macht in de commerciële sfeer.
Seks voor het huwelijk en scheiding was geen taboe voor mensen in
Zuidoost-Azië.
Oost-Afrika: Swahili sprekende staten namen deel aan de handel op de
Indische Oceaan.
West-Afrika: handelde in goud (via o.a. de Sahara).
Binnenlandse gebieden werden rijk van deze handel bijvoorbeeld
het koninkrijk Mali.
Later: afleiding van goud Afrika politiek en economisch verzwakt.
Slavernij was een andere handelsvorm Arabieren en Afrikanen
verkochte West-Afrikaanse slaven aan Europeanen, Egyptenaren en
personen uit het Midden-Oosten.
Het Midden-Oosten was de plek waar Europeanen, Afrikanen en Aziaten
met elkaar in aanraking kwamen en handelde.
Italiaanse staten controleerde de handel met het Oosten 1304:
Venetië had de weg naar Azië geopend.
Werd bekostigd door handel in wapens en slaven (belangrijk…).
Rivaal van Venetië Genoa: domineerde de noordelijke route naar Azië
+ Zwarte Zee.
, Genoa verloor de strijd ging zich richten op de westelijk
mediterraan.
Redenen voor de Europese expansie:
1. Economie: toenemende populatie en economische activiteit na de
Zwarte Dood vraag naar luxeproducten val van Constantinopel
zorgde dat dit niet over land ging;
2. Religie: verlengen van de reconquista;
3. Dynamische geest van de Renaissance: kennis willen verwerven
over onbekende gebieden.
Handelaren hadden een grote zeg in de overzeese expansie + competitie
tussen vorsten cruciale factors in de expansie.
Verbeteringen voor de scheepsvaart:
Caravel: een driemast schip, ontworpen door de Portugezen had veel
voordelen.
Cartografie veranderde ook rond 1410 werd Ptolemaeus
‘Geografie’ ontdekt.
Kompas: uit China gebracht naar Europa in de late middeleeuwen.
Astrolabium: techniek van de Grieken en verbeterd door de
moslims om plaats te bepalen.
Veel technieken kwamen uit het Oosten buskruit bijvoorbeeld.
Portugal had een voordeel: de winden die langs hun kust bliezen leidde ze
naar Afrika, Atlantische eilanden en uiteindelijk Brazilië.
De Portugese glorie:
o Militaire overwinningen boeken;
o Moslims bekeren;
o Goud, slaven en routes naar Azië vinden.
Prins Hendrik (1394-1460): speelde een grote rol in de zeevaart hielp
bij de verovering van Ceuta (begin Europese overzeese expansie), hielp
bij de verovering van eilanden in de Atlantische Oceaan
suikerplantages ontstonden + slavernij + Afrikaans goud.
Veel andere gebieden veroverd rond 1500 beheerde de Portugezen de
goudhandel richting Europa.
Ze zochten het echter geen politieke en culturele controle over
gebieden.
Afrikaanse heersers waren gelijkwaardig aan de Portugezen.
1487: Bartholomeus Diaz voer langs Kaap de Goede Hoop.
Tien jaar later: Vasco da Gama bereikte India.
Lissabon werd de poort voor Aziatische producten naar Europa dit ging
niet zonder gevecht Moslims bezaten veel kuststeden die in eerste
instantie deze handelsmonopolie bezaten.
1500-1515: oorlog met Moslims.
Christopher Columbus: bekend met navigatie, was ook erg religieus
het christendom verspreiden was een missionaire missie.
, 1492: Columbus mag op kosten van de Portugezen koning aan zijn
reis beginnen.
12 oktober 1492: Columbus bereikt de Bahamas, die hij San Salvador
noemt.
28 oktober 1492: Columbus komt aan op Cuba, denkt dat dit China is.
Op zijn tweede reis bracht hij kolonisten, plantenzaden en dieren
met zich mee.
Hij was echter geen goede heerser opstanden braken uit en de kroon
nam de macht over.
Amerigo Verspucci (1454-1512) ontdekte dat Columbus een nieuw
continent had ontdekt.
Verdrag van Tordesillas (1494): Amerika wordt opgedeeld onder
Spanje en Portugal.
Spanjes winst in Hispaniola (Amerika) was laag zocht nieuwe routes
naar Azië.
Karel I van Spanje gaf Ferdinant Magellaan (1480-1521) de opdracht
langs Amerika een route naar Azië te vinden was een drama.
Maar, deze reis liet Europeanen wel de uitgestrektheid van de
oceaan in zien.
Spanje focuste zich niet meer op Azië, maar op de territoriums in de
nieuwe wereld.
Noordelijke Europese expansie:
1497: John Cabot kwam aan op Newfoundland en verkende de kust van
Nieuw-Engeland.
1576-1578: Martin Frobisher maakt drie reizen naar de Canadese baai.
1534-1541: Fransman Jacques Cartier maakt een reis naar Canada om via
een rivier een doorgang naar Azië te vinden.
Fransen koloniseren Noord-Amerika zelf.
Conquistadores:
1. Hernán Cortés (1485-1547): kwam op 21 april 1519 aan land en
werd bezocht door een delegatie van de Aztekenleider.
Aztekenrijk: een alliantie tussen de volken van Mexica, met als
hoofdstad Tenochtitlan (nu Mexico City) geavanceerde cultuur, een
dominante elite had de macht.
Cortés leerde over het lokale verzet in het rijk Cortés vormde een
alliantie met Tlaxcala, een onderworpen koninkrijk van de Azteken.
De koning, Moctezuma, was onder de indruk van de Spanjaarden
voerde geen oorlog.
Groot aandeel: de pokken.
Cortés creëerde een nieuwe stad op de plek van Tenochtitlan
begin van een bruut proces tegen de inheemse bevolking.
2. Francisco Pizarro (1475-1541): veroverde het incarijk in 1532.
Incarijk: sterke efficiënte bureaucratie verzwakt door burgeroorlog,
ook lokaal protest dus.
A History of World Societies hoofdstukken 16-24 + alle teksten.
Table of Contents
Hoofdstuk 16: ‘The Acceleration of Global Contact’............................................................2
Hoofdstuk 17: ‘The Islamic World Powers’..........................................................................8
Hoofdstuk 18: ‘European Power and Expansion’...............................................................14
Hoofdstuk 19: ‘New Worldviews and Ways of Life’...........................................................23
Hoofdstuk 20: ‘Afrika and the World’...............................................................................31
Hoofdstuk 21: ‘Continuity and Change in East Asia’..........................................................37
Hoofdstuk 22: ‘Revolutions in the Atlantic World’............................................................43
Hoofdstuk 23: ‘The Revolution in Energy and Industry’.....................................................53
Hoofdstuk 24a: Ideologies of Change in Europe................................................................59
Elizabeth Mancke - Early Modern Expansion and The Politicization of Oceanic Space.......63
Trevor Burnard & Giorgio Riello – Slavery and the new history of capitalism....................66
David Armitage & Sanjay Subrahmanyam - The Age of Revolutions in Global Context c.
1760-1840........................................................................................................................68
Janet Polasky - Revolutions without Borders....................................................................69
Benjamin J Kaplan – Fictions of Privacy............................................................................70
Maarten Prak - Citizens, Soldiers and Civic Militias in Late Medieval and Early Modern
Europe.............................................................................................................................72
Elizabeth Pagden – What is the Enlightement?.................................................................73
Michael Wintle - Islam as Europe’s ‘Other’ in the Long Term............................................74
Frederick Cooper - What is the context of Globalization Good for?...................................76
Katherine Frederick & Elise van Nederveen Meerkerk - Local advantage in a global context
........................................................................................................................................77
Luciano Pezzolo - Republics and principalities in Italy.......................................................79
Ann Thomson - Why does the Enlightenment matter?......................................................80
Emma Griffin – A Short History of the British Industrial Revolution introductie.................82
Takeshi Hamashita - Silver in regional and world economies............................................83
,Hoofdstuk 16: ‘The Acceleration of Global Contact’
Indische Oceaan: centrum van afroeuraziatische handel.
Handelaren creëerde multiculturele steden rond de Indische
Oceaan.
De belangrijkste poorten lagen rond de Zuid-Chinese Zee belangrijkste
was Malacca.
Het Mongolrijk creëerde handel tussen China en Europa.
China kreeg na de val van de Ming-dynastie in 1368 een rijk
economie meest geavanceerde economie tot de 18e eeuw.
China leidde overzeese tochten de dood van admiraal Zheng He + hoge
kosten geen zeevaart meer Europese staten konden hun macht gaan
uitbreiden.
Ander cruciaal land India verspreiding hindoeïsme en boeddhisme,
ook groot handelsland (peper, textiel).
Sociaal-culturele overeenkomsten linkte Thailand, India, China en
Oost-Afrika met elkaar.
Zuidoost-Azië was dunbevolkt men leefde in steden aan de kust
en landbouwgebieden.
Ook hadden vrouwen een hoger aanzien bruidsschat bleef van de
vrouw na het huwelijk.
Gevolg: vrouwen hadden meer macht in de commerciële sfeer.
Seks voor het huwelijk en scheiding was geen taboe voor mensen in
Zuidoost-Azië.
Oost-Afrika: Swahili sprekende staten namen deel aan de handel op de
Indische Oceaan.
West-Afrika: handelde in goud (via o.a. de Sahara).
Binnenlandse gebieden werden rijk van deze handel bijvoorbeeld
het koninkrijk Mali.
Later: afleiding van goud Afrika politiek en economisch verzwakt.
Slavernij was een andere handelsvorm Arabieren en Afrikanen
verkochte West-Afrikaanse slaven aan Europeanen, Egyptenaren en
personen uit het Midden-Oosten.
Het Midden-Oosten was de plek waar Europeanen, Afrikanen en Aziaten
met elkaar in aanraking kwamen en handelde.
Italiaanse staten controleerde de handel met het Oosten 1304:
Venetië had de weg naar Azië geopend.
Werd bekostigd door handel in wapens en slaven (belangrijk…).
Rivaal van Venetië Genoa: domineerde de noordelijke route naar Azië
+ Zwarte Zee.
, Genoa verloor de strijd ging zich richten op de westelijk
mediterraan.
Redenen voor de Europese expansie:
1. Economie: toenemende populatie en economische activiteit na de
Zwarte Dood vraag naar luxeproducten val van Constantinopel
zorgde dat dit niet over land ging;
2. Religie: verlengen van de reconquista;
3. Dynamische geest van de Renaissance: kennis willen verwerven
over onbekende gebieden.
Handelaren hadden een grote zeg in de overzeese expansie + competitie
tussen vorsten cruciale factors in de expansie.
Verbeteringen voor de scheepsvaart:
Caravel: een driemast schip, ontworpen door de Portugezen had veel
voordelen.
Cartografie veranderde ook rond 1410 werd Ptolemaeus
‘Geografie’ ontdekt.
Kompas: uit China gebracht naar Europa in de late middeleeuwen.
Astrolabium: techniek van de Grieken en verbeterd door de
moslims om plaats te bepalen.
Veel technieken kwamen uit het Oosten buskruit bijvoorbeeld.
Portugal had een voordeel: de winden die langs hun kust bliezen leidde ze
naar Afrika, Atlantische eilanden en uiteindelijk Brazilië.
De Portugese glorie:
o Militaire overwinningen boeken;
o Moslims bekeren;
o Goud, slaven en routes naar Azië vinden.
Prins Hendrik (1394-1460): speelde een grote rol in de zeevaart hielp
bij de verovering van Ceuta (begin Europese overzeese expansie), hielp
bij de verovering van eilanden in de Atlantische Oceaan
suikerplantages ontstonden + slavernij + Afrikaans goud.
Veel andere gebieden veroverd rond 1500 beheerde de Portugezen de
goudhandel richting Europa.
Ze zochten het echter geen politieke en culturele controle over
gebieden.
Afrikaanse heersers waren gelijkwaardig aan de Portugezen.
1487: Bartholomeus Diaz voer langs Kaap de Goede Hoop.
Tien jaar later: Vasco da Gama bereikte India.
Lissabon werd de poort voor Aziatische producten naar Europa dit ging
niet zonder gevecht Moslims bezaten veel kuststeden die in eerste
instantie deze handelsmonopolie bezaten.
1500-1515: oorlog met Moslims.
Christopher Columbus: bekend met navigatie, was ook erg religieus
het christendom verspreiden was een missionaire missie.
, 1492: Columbus mag op kosten van de Portugezen koning aan zijn
reis beginnen.
12 oktober 1492: Columbus bereikt de Bahamas, die hij San Salvador
noemt.
28 oktober 1492: Columbus komt aan op Cuba, denkt dat dit China is.
Op zijn tweede reis bracht hij kolonisten, plantenzaden en dieren
met zich mee.
Hij was echter geen goede heerser opstanden braken uit en de kroon
nam de macht over.
Amerigo Verspucci (1454-1512) ontdekte dat Columbus een nieuw
continent had ontdekt.
Verdrag van Tordesillas (1494): Amerika wordt opgedeeld onder
Spanje en Portugal.
Spanjes winst in Hispaniola (Amerika) was laag zocht nieuwe routes
naar Azië.
Karel I van Spanje gaf Ferdinant Magellaan (1480-1521) de opdracht
langs Amerika een route naar Azië te vinden was een drama.
Maar, deze reis liet Europeanen wel de uitgestrektheid van de
oceaan in zien.
Spanje focuste zich niet meer op Azië, maar op de territoriums in de
nieuwe wereld.
Noordelijke Europese expansie:
1497: John Cabot kwam aan op Newfoundland en verkende de kust van
Nieuw-Engeland.
1576-1578: Martin Frobisher maakt drie reizen naar de Canadese baai.
1534-1541: Fransman Jacques Cartier maakt een reis naar Canada om via
een rivier een doorgang naar Azië te vinden.
Fransen koloniseren Noord-Amerika zelf.
Conquistadores:
1. Hernán Cortés (1485-1547): kwam op 21 april 1519 aan land en
werd bezocht door een delegatie van de Aztekenleider.
Aztekenrijk: een alliantie tussen de volken van Mexica, met als
hoofdstad Tenochtitlan (nu Mexico City) geavanceerde cultuur, een
dominante elite had de macht.
Cortés leerde over het lokale verzet in het rijk Cortés vormde een
alliantie met Tlaxcala, een onderworpen koninkrijk van de Azteken.
De koning, Moctezuma, was onder de indruk van de Spanjaarden
voerde geen oorlog.
Groot aandeel: de pokken.
Cortés creëerde een nieuwe stad op de plek van Tenochtitlan
begin van een bruut proces tegen de inheemse bevolking.
2. Francisco Pizarro (1475-1541): veroverde het incarijk in 1532.
Incarijk: sterke efficiënte bureaucratie verzwakt door burgeroorlog,
ook lokaal protest dus.
