22/9/2022
stedenbouw college 2
Pas aan het eind van de 19e eeuw trokken grote groepen
mensen van het platteland naar de stad. Dit was aanleiding
voor de verstedelijking en verschuiving in werkgelegenheid
van:
- de landbouw richting handel
- dienstverlening
- de industrie
In grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
was de verstelijking goed te zien, maar ook in de regio
Eindhoven-Tilburg en Enschede-Hengelo.
Woningwet 1901
Als reactie op de wantoestanden in de stad, denk hierbij aan
woningnood, verkrotting, ongezonde leefomstandigheden,
werd de woningwet in het leven geroepen. Er werden een
aantal basisregels vastgelegd:
- De verplichting om uitbreidingsplannen te maken voor:
o Gemeenten met meer dan 10.000 inwoners
o Bevolkingstoename groter dan 20 % in de laatste vijf
jaar.
- De aanduiding voor wegen, water en bebouwing
o Precieze bestemming hoefde niet ingevuld te worden
- Zorgde voor gunstige leningen van de overheid
o Grote projecten moesten door
woningbouwcoöperaties en gemeenten ontwikkeld
worden.
Dit alles had een doel: betere hygiëne. Dit werd bereikt door de
scheiding van o.a. wonen en industrie.
De woningwet gaat hierna door een heel aantal
herzieningsfasen die tot de dag van vandaag nog worden
uitgevoerd.
Moderne Stedenbouw
, 22/9/2022
Door de hygiënische maatregelen worden er verbeteringen
getroffen:
- Aanpak van de krotten (1920)
o Uitbreidingsplannen en tuindorpen, -steden
o Hygiënisch wonen in de steden
- CIAM en modernisme (1950)
o Wonen en werken gescheiden houden
▪ Licht, lucht, ruimte
- Kleinschalige stedenbouw (1970)
o Woonerven
▪ Scheiding van wonen en verkeer
o Doorzonwoning
- VINEX wijken (2000)
o ECO wijken
- Tegenwoordig (2020)
o De beweegvriendelijke stad?
H.P. Berlage (1856-1934)
Berlage werkte aan een reek uitbreidingsplannen:
- Den Haag 1919
- Amsterdam 1917
- Utrecht 1920
Er waren in begin 1900 twee stedenbouwkundige stromingen:
- Formeel
o Nadruk op symmetrie en assen (Haussmann, von
Sicardsburg & van der Nüll)
- Informeel
o De harmonie van onregelmatige ordening (studie van
Sitte over zuid Europese steden)
Berlages voorkeur ging uit naar het formele met het
uitbreidingsplan van Den Haag als voorbeeld.
De jonge Berlage heeft een reflectie geschreven over
Amsterdam:
Voor Amsterdam is het beter, om hem (den vreemdeling) niet
buiten de vroegere buitensingel te voeren
Moderne Stedenbouw
stedenbouw college 2
Pas aan het eind van de 19e eeuw trokken grote groepen
mensen van het platteland naar de stad. Dit was aanleiding
voor de verstedelijking en verschuiving in werkgelegenheid
van:
- de landbouw richting handel
- dienstverlening
- de industrie
In grote steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
was de verstelijking goed te zien, maar ook in de regio
Eindhoven-Tilburg en Enschede-Hengelo.
Woningwet 1901
Als reactie op de wantoestanden in de stad, denk hierbij aan
woningnood, verkrotting, ongezonde leefomstandigheden,
werd de woningwet in het leven geroepen. Er werden een
aantal basisregels vastgelegd:
- De verplichting om uitbreidingsplannen te maken voor:
o Gemeenten met meer dan 10.000 inwoners
o Bevolkingstoename groter dan 20 % in de laatste vijf
jaar.
- De aanduiding voor wegen, water en bebouwing
o Precieze bestemming hoefde niet ingevuld te worden
- Zorgde voor gunstige leningen van de overheid
o Grote projecten moesten door
woningbouwcoöperaties en gemeenten ontwikkeld
worden.
Dit alles had een doel: betere hygiëne. Dit werd bereikt door de
scheiding van o.a. wonen en industrie.
De woningwet gaat hierna door een heel aantal
herzieningsfasen die tot de dag van vandaag nog worden
uitgevoerd.
Moderne Stedenbouw
, 22/9/2022
Door de hygiënische maatregelen worden er verbeteringen
getroffen:
- Aanpak van de krotten (1920)
o Uitbreidingsplannen en tuindorpen, -steden
o Hygiënisch wonen in de steden
- CIAM en modernisme (1950)
o Wonen en werken gescheiden houden
▪ Licht, lucht, ruimte
- Kleinschalige stedenbouw (1970)
o Woonerven
▪ Scheiding van wonen en verkeer
o Doorzonwoning
- VINEX wijken (2000)
o ECO wijken
- Tegenwoordig (2020)
o De beweegvriendelijke stad?
H.P. Berlage (1856-1934)
Berlage werkte aan een reek uitbreidingsplannen:
- Den Haag 1919
- Amsterdam 1917
- Utrecht 1920
Er waren in begin 1900 twee stedenbouwkundige stromingen:
- Formeel
o Nadruk op symmetrie en assen (Haussmann, von
Sicardsburg & van der Nüll)
- Informeel
o De harmonie van onregelmatige ordening (studie van
Sitte over zuid Europese steden)
Berlages voorkeur ging uit naar het formele met het
uitbreidingsplan van Den Haag als voorbeeld.
De jonge Berlage heeft een reflectie geschreven over
Amsterdam:
Voor Amsterdam is het beter, om hem (den vreemdeling) niet
buiten de vroegere buitensingel te voeren
Moderne Stedenbouw