Doelstelling:
. De student heeft inzicht in mogelijkheden aan ondersteuning bij een verpleegkundige
en/of medische handeling;
. De student kan diverse indicaties en risico’s benoemen van verpleegkundige en/of
medische handelingen bij een kind; (infusie, sondevoeding en verneveling);
. De student kan benoemen welke aandachtspunten er zijn rondom de zorg van een
kwetsbaar kind en infusie;
. De student kan benoemen welke aandachtspunten er zijn rondom de zorg van een
kwetsbaar kind en sonde voeding;
. De student kan benoemen welke aandachtspunten er zijn rondom de zorg van een
kwetsbaar kind en vernevelen.
Infuus
Sommige kinderen krijgen een infuus. Indicaties voor een infuus bij kinderen:
• Snelle toediening van vocht/elektrolyten (bijvoorbeeld bij dehydratatie)
• Toediening van bepaalde medicijnen (snelle opname)
• Toediening cytostatica (behandeling van kanker)
• Bepaalde onderzoeken (bijvoorbeeld contrastvloeistof)
• Toediening van parentale voeding (bijvoorbeeld bij coma)
Waar kan een infuus worden ingebracht?
• Overal waar aderen (venen) lopen. Bijvoorbeeld in arm, hand en voet.
• Een infuus kan zelfs in het hoofd of in bot worden ingebracht
Veel gebruikte soorten infusen zijn: perifeer infuus, navellijn en centraal veneuze lijn.
Pijnbestrijding: Wanneer er tijd is, kan er eventueel een verdovende zalf (lidocaïne) worden
aangebracht. Zo ervaart het kindje minder pijn. Ook kan er suikerwater worden gegeven, dit
werkt pijnstillend en kan bij meerdere handelingen worden gebruikt.
Voordelen van een infuus:
• Directe snelle werking van medicatie
• Bij sommige medicatie is een infuus noodzakelijk
• Nauwkeurige dosering
• Toediening is niet afhankelijk van de medewerking van het kind (bijvoorbeeld
weigeren om een tablet in te nemen).
Nadelen van een infuus:
• Eenmaal toegediende medicatie is niet makkelijk te verwijderen
• Infuus kan subcutaan gaan lopen (dus net onder de huid)
• Bewegingsbeperking bij activiteiten
• Bemoeilijkt het aankleden, wassen en baden
Mogelijke complicaties:
• Flebitis: aderontsteking
, • Hematoom: bloeduitstorting
• Embolie: blokkade in de bloedstroom (bloedpropje)
• Sepsis: bloedvergiftiging
Extravasatie -> infuusvloeistof komt buiten de bloedbaan terecht. Dit heeft grote gevolgen
en vertoont verschillende symptomen: verkleuring van de huid, zwelling, veranderde
temperatuur, pijn of brandend gevoel.
Aandachtspunten bij inbrengen infuus:
• Let op hygiëne
• Veiligheid
• Zorg dat alle benodigdheden binnen handbereik liggen
• De juiste infuussnelheid, lager dan bij volwassenen!
• Observeer het kindje en neem gepaste maatregelen
• Begeleid het kind, voor-, tijdens en na het inbrengen.
Comfort talk -> leg de focus minder op negatieve woorden! Bijvoorbeeld:
Jj Fijn dat je stilligt, zo gaat het onderzoek sneller.
Het is belangrijk dat je niet beweegt in de MRI-scanner
Dit is een nieuwe methode van communicatie.
Sonde
Indicaties voor een sonde:
• Onvoldoende intake (eten en drinken)
• Kauw- of slikproblemen
• Aangeboren afwijkingen / stofwisselingsziekten
• Anorexia
• Energiebehoud van het kind / uitputting voorkomen
• Palliatief beleid
Soorten sonde:
1. Neussonde: de sonde gaat via een slangetje via de neus naar de maag
2. PEG-sonde: via een gaatje in de buikwand gaat het slangetje rechtstreeks naar de
maag
Risico’s bij het inbrengen en bij het geven van sonde voeding:
• De sonde kan verkeerd liggen (bijvoorbeeld in de longen)
• Aspiratie: verslikking
• Pneumonie: longontsteking
• Reflux: terugstromen van maaginhoud naar de slokdarm