Hoorcollege 3
Beschikkings(on)bevoegdheid
Art. 3:83-84 geven de eisen van de OTLB.
Als dus niet wordt voldaan aan de B, door een van de gevallen hieronder, wordt het beoogde rechtsgevolg niet bereikt.
Volledige BOB: overdrager/vestiger is in het geheel niet bevoegd om over te dragen/beperkte rechten te vestigen
Beperkte BOB: overdrager/vestiger is wel bevoegd tot overdracht/vestiging, maar niet tot overdracht van/vestiging op
een onbezwaard goed (als hij het overdraagt blijft het eerdere beperkte recht dus op het goed). Bijvoorbeeld als er al
een beperkt recht op het goed rust.
Maar wat kan een derde hiermee? Als hij niet wist dat de handelende persoon beschikkingsonbevoegd was. Deze
persoon kan dan worden beschermd.
Het BW kent meerdere bepalingen voor derdenbescherming.
3:86, 88 en 238.
Hoe weet je welk artikel je moet toepassen? Hiervoor moet je 3 stappen doorlopen:
Let wel op: voordat je deze stappen gaat toepassen moet je kijken of er aan de overige vereisten van
vestiging/overdracht is voldaan.
1. Welk goed is het?
Is dit een roerende zaak of een ander goed?
Roerend= 3:86 OF 3:238
Ander goed: 3:88
2. Bij roerende zaken ga je naar de volgende stap: Welke rechtshandeling?
Vestiging pandrecht of andere rechtshandeling?
Vestiging pandrecht= 3:238
Andere rechtshandeling= 3:86
3. 3:238 en 3:86 bestaan nog uit twee leden dus er volgt nog een vraag: Om welke BOB gaat het?
Volledige BOB of beperkte BOB?
Volledige BOB= lid 1
Beperkte BOB= lid 2
Bij art. 3:88 lid 1 horen nog twee extra bepalingen:
- 3:94 lid 3, laatste zin.
Een vordering is overgedragen door een beschikkingsonbevoegde. Er is dan in principe bescherming voor de
verkrijger (als aan alle vereisten is voldaan). Als die vordering via stille cessie (dan wordt geen mededeling
gedaan aan de schuldenaar van de overdracht) is overgedragen, is er geen bescherming. De verkrijger zal dan
niet beschermd worden door 3:88, zolang er geen mededeling is gedaan.
- 3:239 lid 4
Dit is dezelfde regel als hierboven, maar dan voor het pandrecht.
Hier is er dus pas bescherming indien de stille verpanding wordt omgezet in een openbare verpanding.
Stel dat er geen beroep kan worden gedaan op een van de hierboven genoemde bepalingen. Dan staat een partij altijd
nog een beroep open op art. 3:36.
(On)overdraagbaarheid
Wat is overdraagbaar?: 3:81 lid 1: eigendom, beperkte rechten en vorderingen, tenzij de wet of aard zich verzet.
Beschikkings(on)bevoegdheid
Art. 3:83-84 geven de eisen van de OTLB.
Als dus niet wordt voldaan aan de B, door een van de gevallen hieronder, wordt het beoogde rechtsgevolg niet bereikt.
Volledige BOB: overdrager/vestiger is in het geheel niet bevoegd om over te dragen/beperkte rechten te vestigen
Beperkte BOB: overdrager/vestiger is wel bevoegd tot overdracht/vestiging, maar niet tot overdracht van/vestiging op
een onbezwaard goed (als hij het overdraagt blijft het eerdere beperkte recht dus op het goed). Bijvoorbeeld als er al
een beperkt recht op het goed rust.
Maar wat kan een derde hiermee? Als hij niet wist dat de handelende persoon beschikkingsonbevoegd was. Deze
persoon kan dan worden beschermd.
Het BW kent meerdere bepalingen voor derdenbescherming.
3:86, 88 en 238.
Hoe weet je welk artikel je moet toepassen? Hiervoor moet je 3 stappen doorlopen:
Let wel op: voordat je deze stappen gaat toepassen moet je kijken of er aan de overige vereisten van
vestiging/overdracht is voldaan.
1. Welk goed is het?
Is dit een roerende zaak of een ander goed?
Roerend= 3:86 OF 3:238
Ander goed: 3:88
2. Bij roerende zaken ga je naar de volgende stap: Welke rechtshandeling?
Vestiging pandrecht of andere rechtshandeling?
Vestiging pandrecht= 3:238
Andere rechtshandeling= 3:86
3. 3:238 en 3:86 bestaan nog uit twee leden dus er volgt nog een vraag: Om welke BOB gaat het?
Volledige BOB of beperkte BOB?
Volledige BOB= lid 1
Beperkte BOB= lid 2
Bij art. 3:88 lid 1 horen nog twee extra bepalingen:
- 3:94 lid 3, laatste zin.
Een vordering is overgedragen door een beschikkingsonbevoegde. Er is dan in principe bescherming voor de
verkrijger (als aan alle vereisten is voldaan). Als die vordering via stille cessie (dan wordt geen mededeling
gedaan aan de schuldenaar van de overdracht) is overgedragen, is er geen bescherming. De verkrijger zal dan
niet beschermd worden door 3:88, zolang er geen mededeling is gedaan.
- 3:239 lid 4
Dit is dezelfde regel als hierboven, maar dan voor het pandrecht.
Hier is er dus pas bescherming indien de stille verpanding wordt omgezet in een openbare verpanding.
Stel dat er geen beroep kan worden gedaan op een van de hierboven genoemde bepalingen. Dan staat een partij altijd
nog een beroep open op art. 3:36.
(On)overdraagbaarheid
Wat is overdraagbaar?: 3:81 lid 1: eigendom, beperkte rechten en vorderingen, tenzij de wet of aard zich verzet.