Samenvatting verpleegtechnische vaardigheden, OWE 4 zorg in de keten

Verpleegtechnische vaardigheden
Robotsimulatie onderwijs + neurologische controles
Leerdoelen:
 kan een risicovol bedreigde patiënt op laag complex niveau, niveau 1, inschatten
 benoemt de ABCDE-methodiek en EWS-score.
 kan een inschatting maken van een risicovol bedreigde patiënt bij een patiënt met
een neurologische aandoening met behulp van de ABCDE-methodiek.
 benoemt de observaties en symptomen bij een neurologisch bedreigde patiënt aan
de hand van een casus.
 benoemt de SBAR-methode
 benoemt de aandachtspunten bij EMV en pupilcontrole.
 demonstreert op welke wijze de EMV en pupilcontrole wordt uitgevoerd bij een
volwassenen.
 kan op efficiënte wijze samenwerken met peers en andere disciplines.
 is bekend met de simulatie omgeving en de robotpop.
 is zich bewust van niet technische vaardigheden, heeft kennis van CRM en kan het
belang voor de gezondheidszorg benoemen.
 is in staat om binnen de onderwijsgroep op opbouwende wijze feedback te geven aan
medestudenten.
 kan reflecteren op eigen en andermans handelen.

Inleiding Immediate Life Support
Bij reanimatie heb je twee componenten: technische vaardigheden en niet technische
vaardigheden. Defibrillatie, effectieve thoraxcompressies, goed kunnen ventileren en het
herkennen van het onderliggende hartritme worden benoemd als technische vaardigheden.
De interpersoonlijke vaardigheden die effectief teamwork ondersteunen, communicatie,
leiderschap, volgzaamheid, cognitieve vaardigheden en taakverdeling worden niet
technische vaardigheden genoemd. 70-80% van de medische fouten worden gemaakt door
onvoldoende skill op het gebied van de niet-technische vaardigheden. Een ILS-cursus gaat
in op deze cursus en behandeld de volgende vaardigheden:

40

,  Leiderschap: de teamleider laat weten wat er van het team verwacht wordt. neemt
duidelijke beslissingen, houdt overzicht en waakt over klinische procedures.
 Teamwork: het team communiceert effectief zowel verbaal als non-verbaal.
Bevindingen terugkoppelen, lichaamstaal, voert opdrachten uit, medicatie toediening,
aanpassen aan ritmeveranderingen etc.
 Taakverdeling: het team prioriteert taken. Thoraxcompressies continueren,
defibrillatie, luchtweg management en medicatie toediening. Het team volgt
richtlijnen.
 Commentaar: wat ging goed? Waar is er verbetering nodig?




SBAR – methode
Deze methode gebruik je bijvoorbeeld wanneer je
een arts nodig hebt en deze belt. De letters staan
voor:
S: situatie/reden: stel jezelf voor, identificeer
patiënt, zeg wat het probleem is.
B: Background of Story: achtergrondinformatie
opname, opname reden, relevante
voorgeschiedenis.
A: Assessement of vital signs: ABCDE! Hierbij ook
de early Warning score
R: Recommendation of plan: zeg wat je van
iemand verwacht, wat er moet gebeuren.
Rapporteer veiligheidsincidenten en verzamel
gegevens over cardiorespiratoire arresten ter
verbetering van de patiëntenzorg.
Gebruik pieper of mobiel om andere zorgverleners
te bereiken.


Herkenning van de kritieke patiënt en preventie van een cardiorespiratoir arrest.
Snelle herkenning zorgt voor een grotere kans op overleving. Minder dan 20% overleeft het
namelijk na een cardiorespiratoir arrest. Preventie: opleiding van personeel, monitoring van
patiënten, herkennen van verslechtering, een systeem om hulp roepen en een effectieve
reactie.




41