Hoofdstuk 5
Kernvraag 5.1
Denken heeft te maken met de manipulatie van mentale representaties
zoals concepten,
beelden, schema’s en scripts. Cognitie wordt georganiseerd. Het resultaat
kan ontstaan uit
hogere gedachteprocessen die weer redeneren, verbeelden,
beslissen,creativiteit en soms
genialiteit genoemd.
Concepten
Ook kan er een deja-vu zijn , dit is een gebeurtenis die precies
overeenkomt met iets wat
eerder is meegemaakt. Deja –vu kan een illusie zijn maar orm ok een
illustratie van het
vermogen van de hersenen om nieuwe stimuli te behandelen. Het gaat om
het vermogen
om ervaring onder te brengen in vertrouwde mentale categorieën en om
dit goed te
verwerken of het een zelfde label te geven wordt dit een elementair
kenmerk genoemd van
een denkend organisme dit noem je conceptvorming.
Onder concepten verstaan we het volgende:
Voorwerp (stoel of voedsel)
Activiteiten (verjaardagsfeest)
Levende organismen (vogel of boom)
Eigenschappen (Rood en breed)
Abstracties (waarheid of liefde)
Relaties
Procedures ( strikken van je veters)
Intenties (intentie om een gesprek te onderbreken.
Concepten kunnen zichtbaar gemaakt worden om de hersenactiviteit te
bestuderen. Een voorbeeld je kan nooit zeker weten of iedereen dezelfde
kleur rood ziet.
Er zijn twee soorten concepten:
Natuurlijke concepten
Ontwikkelingen uit alledaagse ervaringen. Stel je hebt het over
vogels dan denk ik bijvoorbeeld aan een merel maar dan denkt de
ander bijvoorbeeld aan een kieviet. Er wordt nu een beroep gedaan