Aardrijkskunde samenvatting hoofdstuk 2 havo/vwo 2

AK Samenvatting hoofdstuk 2

Paragraaf 1:

Kenmerken stad:
 Inwoner aantal
 Veel beroepsbevolking
= mensen tussen 15-65 jaar die (willen) werken
 Dicht bebouwd

1. Primair = landbouw
2. Secondair = industrie
3. Tertiair = diensten
 Veel voorzieningen

Bijv. New York:
New York is een echte stad door de volgende kenmerken:
- Veel inwoners
- Hoge bebouwingsdichtheid
- Veel functies voor omgeving
- Mensen werken in de secundaire of tertiaire sector

Grote steden kun je indelen in:
 Megasteden: meer dan 10 miljoen inwoners
 Wereldsteden: economische, culturele en politieke centra van belang
voor een groot deel van de wereld. Hun invloed groeit
 Hoofdsteden: hier zetelt meestal de regering (belangrijkste stad van een
land)

Megastad = extreem groot
Wereldstad = dimensies
- economisch (NY Wall Street)
- politiek (Washington D.C.)
- sociaal cultureel (LA Hollywood)


 Het aantal megasteden en steden met meer dan één miljoen inwoners zal
de komende jaren stijgen

Arm/rijke landen:


Is dit een voorbeeld van een arm of rijk land?

Van een arm land

Dat zie je aan:
 Krotten langs de rivier
 Villawijk
 Zakencentrum van de stad



Vul de volgende woorden in de juiste plaats: global cities –
burgemeesters – luchtvervuiling – wereldsteden – groter – problemen

, New York, Tokyo en Londen zijn echte …………(1). Dit soort steden noemt
men ook wel ……………(2) De invloed van veel wereldsteden is vaak ………(3) dan
van veel staten. De …………………(4) van deze steden komen daarom ook
regelmatig samen. Veel ……………(5) in deze steden zijn namelijk hetzelfde. Ieder
stad kent problemen met …………………(6), migranten, klimaatverandering en
armoede. Steden kunnen op deze manier van elkaar leren.

1 = wereldsteden 4 = burgemeesters
2 = global cities 5 = problemen
3 = groter 6 = luchtvervuiling

Begrippen 2.1:
Hoofdstad = belangrijkste stad van een land waar meestal de regering zetelt
Megastad = stad met meer dan 10 miljoen inwoners (bv Rio de Janeiro)
Wereldstad = grote, meestal Westerse stad die voor een deel van de wereld
belangrijk is op het gebied van economie, politiek & cultuur.

Paragraaf 2:

Verstedelijkingsgraad = Urbanisatiegraad
Percentage (%) dat in de stad woont
——> Urbanisatie

Verstedelijkingsgraad =
Hoog in rijke landen (secundaire/tertiaire sector €)
Laag in arme landen (primaire sector €)

Verstedelijkingstempo = Urbanisatietempo
—> snelheid waarmee mensen naar de stad gaan om daar te wonen
Rijke landen = laag
Arme landen = hoog

 In rijke delen van de wereld zijn grote steden meer verspreid over het land
Bijv. dat zie je in de VS aan:
- Dat meerdere grote steden verspreid over het land liggen
- Dat de steden onderling goed zijn verbonden
Het stedelijk patroon van de VS kun je omschrijven als een stedelijk netwerk

 Veel ontwikkelingslanden hebben vaak één megastad, een primate city

Een primate city is veel groter dan de tweede stad van het land
Bijvoorbeeld: Bangkok in Thailand (8 miljoen inwoners) is 16 keer zo groot
als de tweede stad van Thailand (500.000 inwoners)

Verklaring voor steden, waarom daar?
1 Absolute ligging (kenmerken van het gebied)
- Vlakke vruchtbare gebieden
- Kruispunten handelswegen (langs rivieren, aan de kust)
- Vindplaats grondstoffen

2 Relatieve ligging (kenmerken ten opzichte van andere plaatsen)
- Plaats van de stad (midden in het land of juist aan de kust)