100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Management en organisatie van LOI.

Beoordeling
4,0
(1)
Verkocht
10
Pagina's
22
Geüpload op
21-10-2022
Geschreven in
2021/2022

Complete samenvatting van het boek Management en organisatie. Het tentamen met een mooie 8 afgerond, welke best makkelijk was, namelijk een multiple-choice tentamen.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
21 oktober 2022
Aantal pagina's
22
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Samenvatting Management & Organisatie

Hoofdstuk 1: Organisatietheorieën
Organisatie: Een samenwerkingsverband tussen mensen die met bepaalde middelen proberen een
bepaald doel te bereiken.

Bij het begrip arbeidsorganisatie behoren de volgende kenmerken:
 Mensen  Beroepsopleiding, betaald werk, formele regels.
 Samenwerking  Functionele werkverdeling, gezagslagen.
 Doelen  Specifieke doelen.

Bedrijf: Een organisatie die goederen of diensten voortbrengt. Bedrijven vinden we in zowel
profitsector als in non-profitsector.

Onderneming: Een grote, zelfstandige arbeidsorganisatie – die om te kunnen overleven – winst moet
realiseren.

Instelling: Een benaming voor een arbeidsorganisatie die we veel tegenkomen in de non-profitsector,
bijvoorbeeld: instellingen voor maatschappelijke dienstverlening, ziekenhuizen of
onderwijsinstellingen.

Profitorganisatie: Heeft als doel winst te maken.

Non-profitorganisatie: Levert diensten in het algemeen maatschappelijk belang.

Privatisering: Als de non-profitorganisatie niet meer door de overheid wordt gesubsidieerd en zelf
verantwoordelijk is voor kosten en opbrengsten.

Een andere indeling van arbeidsorganisaties is die naar aard en wijze van productie of
dienstverlening:
 Primaire sector  Gericht op voorzien in dagelijkse levensbehoeften als eten en drinken,
bijvoorbeeld landbouw, veeteelt, tuinbouw, visserij en mijnbouw.
 Secundaire sector  Industriële bedrijven die grondstoffen technisch vormen tot producten,
bijvoorbeeld metaalindustrie, levensmiddelenindustrie en chemische industrie.
 Tertiaire sector  Persoonlijke en zakelijke dienstverleners (commerciële diensten),
bijvoorbeeld detailhandel, garagebedrijven, transportbedrijven, adviesbureaus en
advocatenkantoren.
 Quartaire sector  Dienstverlening door (semi)overheid op non-profit basis, bijvoorbeeld
gezondheidszorg, onderwijs, ministeries en politie.

Belangrijkste historische ontwikkelingen en stromingen:
 Wetenschappelijke bedrijfsvoering  De Amerikaan Frederick W. Taylor wordt gezien als de
grondlegger van de wetenschappelijke bedrijfsvoering (scientific management). Hij hield zich
bezig met oplossingen voor technische productieproblemen. Hij ontwierp de functionele
organisatie.
 Algemene managementtheorie  Het uitgangspunt van de organisatieproblemen, van de
Franse mijningenieur Henri Fayol, was de organisatie als geheel. Hij vroeg zich af hoe je een

, organisatie van boven af het beste kon leiden. De opvattingen van Fayol staan bekend als de
algemene managementtheorie en was degene die het begrip lijnorganisatie introduceerde.
 Human-relations-beweging  In tegenstelling tot de benaderingen van Taylor en Fayol,
duurde het tot de jaren dertig voordat aandacht werd geschonken aan de menselijke kant
van arbeid. Elton Mayo, een Amerikaanse socioloog, hield zich bezig met onderzoek naar
factoren die prestaties van werknemers beïnvloeden. Zijn bekende Hawthorne-onderzoek
bracht daar verandering in  Hier kwam uit
 Revisionisme  Benadrukt zowel de technische als de sociale organisatie, waarbij
democratisering en humanisering van arbeid centraal staan. Blake en Mouton ontwikkelden
een model (de managerial grid) met stijlen van leidinggeven. De bekendste
vertegenwoordiger van het revisionisme is Rensis Likert. Hij ontwikkelde een overlegmodel
met overlappende groepsstructuren, genaamd linking pin-model. Hierbij koppelde hij de
verschillende hiërarchische lagen in de organisatie, door een overlegvorm te creëren waarbij
één functionaris uit een groep tevens deelneemt aan een groep op hoger niveau. Hij is de
verbindende factor (linking pin) tussen twee groepen.
 Overige stromingen  Strategiebenadering en de communicatie- en informatiebenadering.
Ook de systeemtheorie en de contingentietheorie zijn stromingen die erg bekend zijn
geworden en veel toegepast worden.

Taylor en Fayol zijn de grondleggers van “de Klassieke school”. Kenmerken:
 Het bedrijf wordt beschouwd als een machine, waarvan alle radertjes in elkaar moeten
passen.
 Het doel van de organisatie staat voorop; de belangen van de werknemers zijn daarvan
afgeleid.
 Medewerkers worden gezien als rationele wezen, die werken voor geld. Presteren zij meer,
dan krijgen ze beter betaald.

De vijf essentiële elementen van leidinggeven volgens Henri Fayol:
 Vooruitzien en plannen.
 Organiseren.
 Eenheid van bevel.
 Coördineren.
 Controleren.

, Hoofdstuk 2: Omgeving van de organisatie
Omgeving van een bedrijf: Alle invloeden van buiten het bedrijf, die van belang zijn voor het
functioneren van het bedrijf, die het management niet via de hiërarchie kan beïnvloeden. Hierbij
worden de directe omgeving en de indirecte omgeving onderscheiden.
 Directe omgeving  Bestaat uit ‘partijen’ die belang hebben bij het functioneren van het
bedrijf, dit zijn de belanghebbende of stakeholders, bijvoorbeeld vakbonden, overheid,
banken, leveranciers, afnemers en eigen vermogen verschaffers.
In de directe omgeving onderscheiden we:
- Meso-omgeving  Invloed van alle belanghebbenden.
- Micro-omgeving  Invloed die managers en medewerkers binnen het bedrijf hebben.
 Indirecte omgeving (macro-omgeving)  Bestaat uit ontwikkelingen die het bedrijf
beïnvloeden, maar waarop het management nauwelijks of geen invloed heeft. Voorbeelden:
- Economische ontwikkelingen, zoals rentestand, conjunctuur.
- Technologische ontwikkelingen, zoals informatietechnologie of automatische
productiesystemen.
- Sociale ontwikkelingen, zoals arbeidsmoraal of stakingsbereidheid van mensen.
- Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals milieuwetgeving, vergrijzing of Arbowet.

Verschillende beïnvloedingsfactoren:
 Politieke factoren  Politieke verhoudingen tussen links en rechts, coalitieverhoudingen in
het parlement, wetgeving, belastingstelsel.
 Economische factoren  Welvaart, inkomensverdeling, inflatie, renteontwikkelingen,
overschot of tekort op de betalingsbalans en valutakoersen.
 Culturele factoren  Tradities en gebruiken in de samenleving. Het geheel van normen,
waarden, voeding, eetgewoonten, kleding en godsdienst.
 Technologische factoren  Ontwikkelingen rond machines en apparatuur. Deze
veranderingen hebben effect op productieprocessen en organisatiebeheer. Denk aan
automatiseringsontwikkelingen.
 Demografische factoren  Bevolkingsomvang, vergrijzing, bevolkingsgroei en geografische
spreiding.
 Geografische factoren  Bodemgesteldheid, ligging ten opzichte van belangrijke
verbindingswegen of exportlanden.

Verschillende maatschappelijke factoren:
 Participatie en democratisering  Individuen en groepen strijden om grotere zelfbeschikking
en om meer invloed bij beslissingen over zaken waar zij (in)direct belang bij hebben.
 Opvatting over arbeidsverdeling  Het maatschappelijk denken over de betekenis van
arbeid in het menselijk bestaan. Denk aan man/vrouw-rolpatronen.
 Sociale en economische zekerheden.
 Cultuurveranderingen  Vroeger had je ‘zuilen’, een volksgroepering met eigen
godsdienstige en levensbeschouwelijke overtuigingen, die terug te vinden waren in religies,
sociale klassen, politieke partijen, omroeporganisaties, kranten en scholen. Er is nu sprake
van ‘ontzuiling’, gezien de invloed van deze ‘zuilen’ sterk is afgenomen.
 Belangengroepen  Dit zijn de belanghebbenden of stakeholders, bijvoorbeeld:
- Werkgeversorganisaties.
- Werknemersorganisaties.
- Consumentenorganisaties.
- Actiegroepen.
- Overige belangengroepen.

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
1 jaar geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
timvos2 NCOI
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
153
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
111
Documenten
9
Laatst verkocht
1 maand geleden

4,0

23 beoordelingen

5
6
4
12
3
5
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen