Samenvatting praktijk
Week 1 les 1: perifeer neurologisch onderzoek
Neurologisch onderzoek: motoriek (https://www.youtube.com/watch?v=LfzFjn8ppF)
Je kijkt naar drie dingen:
- Inspecteert spieren (atrofie, vasculatie verschil spiermassen, te veel bewegingen=
tremoren goria))
- Kracht armen/benen
- Tonus spieren (spierspanning)
1. Armen
a. Inspectie (atrofie, vasculatie spiermassa, te veel bewegingen (tremoren goria)
2. Kracht (proximaal beginnen naar distaal)
a. Deltoïdeus (tegelijk)
b. Biceps (om en om)
c. Triceps (om en om)
d. Polsen extensoren (om en om)
e. Polsen flexoren (om en om)
f. Vinger extensoren (om en om)
g. Vinger flexoren (om en om)
h. Knijpkracht (om en om)
i. Duimen naar binnen buigen (om en om)
j. Vingers sprijders (om en om)
3. Spiertonus
a. Elleboog bewegen (om en om)
b. Polsen bewegen (om en om)
c. Vuist maken (om en om)
1. Benen
a. Inspectie (atrofie, vasculatie spiermassa, te veel bewegingen (tremoren goria)
2. Kracht (proximaal beginnen naar distaal)
a. Knie omhoog (om en om)
b. Quadriceps (om en om)
c. Hamstrings (om en om)
d. Voetstrekkers (om en om)
e. Voetheffers (om en om)
f. Tenen extensoren (om en om)
g. Tenen flexoren (om en om)
3. Spiertonus
a. Tikken benen naar achter
,Onderzoek van sensibiliteit (https://www.youtube.com/watch?v=MsNb02dwVPA)
Twee delen:
1. Vitale sensibiliteit
a. Scherpe stompen voelen of niet
b. Koude warmte onderscheiden
c. Tast voelen
2. Gnostische sensibiliteit
a. Vibratie
b. Bewegingszin van gewrichten
c. Positie van gewrichten
d. Fijne tast met watje
Vitale sensibiliteit (beginnen distaal, niet goed dan naar proximaal)
1. Watjes/prikje prikken met ogen open bij onderarm
2. Ogen dicht dan verschillende plekken en onwillekeurige prikken/watje aanraken →
patiënt moet aangeven wat hij voelt
3. Distaal goed, dan door naar benen
4. Watjes prikje met ogen open bij de binnenkant voet
5. Ogen dicht dan verschillende plekken en onwillekeurige prikken/watje aanraken →
patiënt moet aangeven wat hij voelt
→ meerendeel goed dan is dat normale vitale sensibiliteit
Gnostische sensibiliteit
Bekijken van de fijne tast/aanrakings zin
1. Met watje onderarm licht aanraken kijken of de patiënt dit voelt
2. Ogen dicht en patiënt laten vertellen waar je hem aanraakt bij handen/armen en benen
Vibratiezin testen met een 128 herts stenfor
1. Stenfor op vinger zetten gaat trillen hoort een zoom → patiënt verteld wanneer het
stopt met zoomen
2. Ogen dicht
3. Ook aan andere kant
4. Onvoorspelbaar doen
5. Zelfde doen aan tenen
6. Ook aan andere kant
beweginszin van gewrichten
1. Vinger/tenen bewegen → vraag op patiënt het voelt
2. Geen grote bewegingen kleine bewegingen
3. Ogen dicht
4. Wanneer beweegt het en wanneer niet
5. Beiden handen/voeten
positie
1. Vragen waar de vinger/tenen zich bevindt boven of benenden
2. Ogen dicht
3. Andere hand/voet ook
,Onderzoek van reflexen
(https://www.youtube.com/watch?v=JVe3rh8QC0A)
1. Patiënt in lighouding en is ontspannen
2. Hoofd rusten op de bank
3. Armen met handen in de liezen, ellebogen rustig leunend op
de bank
4. Test reflex biceps pees
a. Wijsvinger op pees van rechter bicep
b. Die op rek
c. Tik op vinger
d. Zie flexie respons van onderarm
e. Voelen van aanspanning van de pees
f. Zelfde andere kant op de duim als je erover heen hangt
g. Symetrisch? En normaal reflex
5. Test van tricep pees
a. Arm optillen elleboog 90 graden
b. Ontspannen laten hangen
c. Gewicht van de arm hangt op jou arm
d. 3cm boven olecranon een tik
e. Extensie reflex onderarm
f. Triceps zie je aanspannen
g. Ook andere kant
6. Kniepeesreflex
a. Been flexteren en been naar buiten laten vallen
b. Hand onder de knieholte
c. Tik op kniepees
d. Quadriceps zie je aanspannen
e. Ook ander kant
f. Symetrisch?
7. Achillespees reflex
a. Been naar buiten laten vallen
b. Been beetje in flexie
c. Korte felle tik op achillespees
d. Flexie voet
e. Voel je ook in je hand
f. Ook andere kant
g. Symmetrisch
8. Voetzoolreflex
a. Met een stokje
b. Langzaam krassen onder de voet van lateraal naar
boven mediaal mediaal
c. Liggende houding
d. Ook andere kant
Neurologie onderzoek bovenste extremiteit
(https://www.youtube.com/watch?v=0hhcxaeOCYs&t=15s)
, Neurologie onderzoek onderste extremiteit (https://www.youtube.com/watch?v=-
7ERNH_o5Ss&t=3s)
Week 1 les 2: Perifeer Neurologisch Onderzoek, casuïstiek
Mononeuropathie
Een aandoening van een perifere zenuw of zenuwwortel komt veel voor. Doordat vrijwel alle
perifere zenuwen gemengd sensibel en motorisch zijn, veroorzaakt totale uitval een parese of
paralyse van een of meer spieren en een gevoelloos huidgebied.
Door het overlappen van de verschillende huidzenuwen ontstaat vaak een gebied van
gevoelloosheid, met daaromheen een gebied met minder gevoel.
Bij letsels met een progressief beloop, bijvoorbeeld compressie van de nervus ulnaris in de
elleboog, ontstaan meestal eerst sensibele stoornissen (paresthesieën, doof gevoel) en pas later
motorische stoornissen. In het gevoelloze huidgebied is de zweetsecretie vaak afwezig.
De mate van perifeer zenuwletsel kan worden in drie niveaus.
Zenuwdoorsnijding = neurotmeseis (hier mag men van het spontane beloop niks verwachten
en kan een operatieve interventie geprobeerd worden
Week 1 les 1: perifeer neurologisch onderzoek
Neurologisch onderzoek: motoriek (https://www.youtube.com/watch?v=LfzFjn8ppF)
Je kijkt naar drie dingen:
- Inspecteert spieren (atrofie, vasculatie verschil spiermassen, te veel bewegingen=
tremoren goria))
- Kracht armen/benen
- Tonus spieren (spierspanning)
1. Armen
a. Inspectie (atrofie, vasculatie spiermassa, te veel bewegingen (tremoren goria)
2. Kracht (proximaal beginnen naar distaal)
a. Deltoïdeus (tegelijk)
b. Biceps (om en om)
c. Triceps (om en om)
d. Polsen extensoren (om en om)
e. Polsen flexoren (om en om)
f. Vinger extensoren (om en om)
g. Vinger flexoren (om en om)
h. Knijpkracht (om en om)
i. Duimen naar binnen buigen (om en om)
j. Vingers sprijders (om en om)
3. Spiertonus
a. Elleboog bewegen (om en om)
b. Polsen bewegen (om en om)
c. Vuist maken (om en om)
1. Benen
a. Inspectie (atrofie, vasculatie spiermassa, te veel bewegingen (tremoren goria)
2. Kracht (proximaal beginnen naar distaal)
a. Knie omhoog (om en om)
b. Quadriceps (om en om)
c. Hamstrings (om en om)
d. Voetstrekkers (om en om)
e. Voetheffers (om en om)
f. Tenen extensoren (om en om)
g. Tenen flexoren (om en om)
3. Spiertonus
a. Tikken benen naar achter
,Onderzoek van sensibiliteit (https://www.youtube.com/watch?v=MsNb02dwVPA)
Twee delen:
1. Vitale sensibiliteit
a. Scherpe stompen voelen of niet
b. Koude warmte onderscheiden
c. Tast voelen
2. Gnostische sensibiliteit
a. Vibratie
b. Bewegingszin van gewrichten
c. Positie van gewrichten
d. Fijne tast met watje
Vitale sensibiliteit (beginnen distaal, niet goed dan naar proximaal)
1. Watjes/prikje prikken met ogen open bij onderarm
2. Ogen dicht dan verschillende plekken en onwillekeurige prikken/watje aanraken →
patiënt moet aangeven wat hij voelt
3. Distaal goed, dan door naar benen
4. Watjes prikje met ogen open bij de binnenkant voet
5. Ogen dicht dan verschillende plekken en onwillekeurige prikken/watje aanraken →
patiënt moet aangeven wat hij voelt
→ meerendeel goed dan is dat normale vitale sensibiliteit
Gnostische sensibiliteit
Bekijken van de fijne tast/aanrakings zin
1. Met watje onderarm licht aanraken kijken of de patiënt dit voelt
2. Ogen dicht en patiënt laten vertellen waar je hem aanraakt bij handen/armen en benen
Vibratiezin testen met een 128 herts stenfor
1. Stenfor op vinger zetten gaat trillen hoort een zoom → patiënt verteld wanneer het
stopt met zoomen
2. Ogen dicht
3. Ook aan andere kant
4. Onvoorspelbaar doen
5. Zelfde doen aan tenen
6. Ook aan andere kant
beweginszin van gewrichten
1. Vinger/tenen bewegen → vraag op patiënt het voelt
2. Geen grote bewegingen kleine bewegingen
3. Ogen dicht
4. Wanneer beweegt het en wanneer niet
5. Beiden handen/voeten
positie
1. Vragen waar de vinger/tenen zich bevindt boven of benenden
2. Ogen dicht
3. Andere hand/voet ook
,Onderzoek van reflexen
(https://www.youtube.com/watch?v=JVe3rh8QC0A)
1. Patiënt in lighouding en is ontspannen
2. Hoofd rusten op de bank
3. Armen met handen in de liezen, ellebogen rustig leunend op
de bank
4. Test reflex biceps pees
a. Wijsvinger op pees van rechter bicep
b. Die op rek
c. Tik op vinger
d. Zie flexie respons van onderarm
e. Voelen van aanspanning van de pees
f. Zelfde andere kant op de duim als je erover heen hangt
g. Symetrisch? En normaal reflex
5. Test van tricep pees
a. Arm optillen elleboog 90 graden
b. Ontspannen laten hangen
c. Gewicht van de arm hangt op jou arm
d. 3cm boven olecranon een tik
e. Extensie reflex onderarm
f. Triceps zie je aanspannen
g. Ook andere kant
6. Kniepeesreflex
a. Been flexteren en been naar buiten laten vallen
b. Hand onder de knieholte
c. Tik op kniepees
d. Quadriceps zie je aanspannen
e. Ook ander kant
f. Symetrisch?
7. Achillespees reflex
a. Been naar buiten laten vallen
b. Been beetje in flexie
c. Korte felle tik op achillespees
d. Flexie voet
e. Voel je ook in je hand
f. Ook andere kant
g. Symmetrisch
8. Voetzoolreflex
a. Met een stokje
b. Langzaam krassen onder de voet van lateraal naar
boven mediaal mediaal
c. Liggende houding
d. Ook andere kant
Neurologie onderzoek bovenste extremiteit
(https://www.youtube.com/watch?v=0hhcxaeOCYs&t=15s)
, Neurologie onderzoek onderste extremiteit (https://www.youtube.com/watch?v=-
7ERNH_o5Ss&t=3s)
Week 1 les 2: Perifeer Neurologisch Onderzoek, casuïstiek
Mononeuropathie
Een aandoening van een perifere zenuw of zenuwwortel komt veel voor. Doordat vrijwel alle
perifere zenuwen gemengd sensibel en motorisch zijn, veroorzaakt totale uitval een parese of
paralyse van een of meer spieren en een gevoelloos huidgebied.
Door het overlappen van de verschillende huidzenuwen ontstaat vaak een gebied van
gevoelloosheid, met daaromheen een gebied met minder gevoel.
Bij letsels met een progressief beloop, bijvoorbeeld compressie van de nervus ulnaris in de
elleboog, ontstaan meestal eerst sensibele stoornissen (paresthesieën, doof gevoel) en pas later
motorische stoornissen. In het gevoelloze huidgebied is de zweetsecretie vaak afwezig.
De mate van perifeer zenuwletsel kan worden in drie niveaus.
Zenuwdoorsnijding = neurotmeseis (hier mag men van het spontane beloop niks verwachten
en kan een operatieve interventie geprobeerd worden