Verzorgende-IG profiel VVT kerntaak 1 werkproces 3
Mevrouw H. is 89 jaar en woont zelfstandig samen met haar 93 jarige echtgenoot. Zij hebben
samen een woning in Den Haag.
Mevrouw krijgt hulp van de thuiszorg om haar te ondersteunen tijdens de ADL zorg. Mevrouw
heeft astma, en heeft overgewicht. Mevrouw loopt in huis met haar rollator. Mevrouw heeft 2
zorgmomenten per dag:
1e zorgmoment: S’ Ochtens: Wassen/douchen, steunkousen en kleding
aantrekken
2e zorgmoment: S’ Avonds: Omkleden voor de nacht en e.v.t. naar bed
brengen
Mevrouw is niet zelfredzaam meer en word steeds meer afhankelijker van de zorg vanwege haar
slechte conditie in verband met overgewicht en astma. Mevrouw is na elke handeling vermoeid
en heeft pauzes nodig tussen de handelingen.
Mevrouw geeft aan dat zij het huishouden niet meer aan kan vanwege haar fysieke gesteldheid.
Meneer helpt haar daarbij bij het huishouden, maar mevrouw geeft aan het huishouden niet
meer te kunnen onderhouden en daarom meneer alles moet overnemen. Mevrouw vind dit heel
erg voor meneer, ze ziet dat hij het niet aankan in zijn eentje. Zelf was mij opgevallen dat de vaat
niet goed wordt schoongemaakt en de vloer erg vuil is.
Ik heb het bovenstaande goed gerapporteerd en aangegeven bij mijn stagebegeleider. Zij vond
het goed dat ik dit tijdig heb gesignaleerd en goed heb geluisterd naar de zorgvrager die een
probleem aankaart. Voor mevrouw is het belangrijk dat zij vrij kan lopen met haar rollator in
huis. Ook is het van belang voor de gezondheid van mevrouw en meneer dat het huis regelmatig
word geventileerd en afgestoft. Als verzorgende moet je de kennis gebruiken die je hebt om
gezondheidsklachten te verbeteren en te voorkomen waar mogelijk is. Als de situatie zoals die
nu is, langer aanhoud, voorzie ik geen verbetering maar wel verslechtering in het zelf – en
samenredzaamheid voor meneer en mevrouw.
Het evaluatiegesprek staat gepland in de agenda voor volgende week, met toestemming van mijn
begeleider mag ik het gesprek voeren onder toezicht van mijn begeleider. Op dat moment zal de
fysiotherapeut aanwezig zijn.
Binnen de organisatie waar ik stage loop staat het doel: bevorderen en stimuleren van de zelf –
en samenredzaamheid vooraan. De zorgvragers moeten zoveel mogelijk gestimuleerd worden
om zelfstandig de taken uit te voeren indien dit nog kan.
In deze situatie zoals het er nu voorstaat kan meneer nog best wel veel zelf doen. Mevrouw geeft
aan zelf niks meer te kunnen betekenen in het huishouden. Daarom is het van belang om meneer
nu te ondersteunen in het huishouden. Met name, overname van grote huishoudelijke taken of
op momenten dat het niet meer gaat. Dit geeft meneer ook de ruimte en rust, des te langer
meneer het vol houd en ze samen zelfstandig kunnen leven.
Ik heb deze bevinding besproken met mijn werkbegeleider, hij gaf aan dat ik dit goed heb
beredeneerd en het lijkt hem ook een goed idee om de WMO voor huishoudelijk hulp aan te
vragen indien ze hiervoor open staan.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO):
WMO staat voor Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit word geregeld via de gemeente.
Mensen kunnen aanspraak hierop doen zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen
blijven.
Ik heb me voorbereid op het gesprek dat ik heb met de zorgvrager en haar partner. Ik heb
informatie opgezocht over WMO, dit uitgeprint en meegenomen. Ik heb mij ook verdiept in de
regels hiervan, zodat ik deze informatie mee kan geven aan meneer en mevrouw.
Meneer en mevrouw waren erg blij met de hulp die ze werden aangeboden. Ze willen er erg
graag gebruik van maken en meneer gaf toe dat het huishouden hem inderdaad te veel werd. Ze
vonden het beiden erg fijn dat de taken voor hen verlicht wordt. Om ze verder op weg te helpen,
heb ik aangeboden om de aanvraag voor ze te doen voor het WMO en zij hierin verder te
Mevrouw H. is 89 jaar en woont zelfstandig samen met haar 93 jarige echtgenoot. Zij hebben
samen een woning in Den Haag.
Mevrouw krijgt hulp van de thuiszorg om haar te ondersteunen tijdens de ADL zorg. Mevrouw
heeft astma, en heeft overgewicht. Mevrouw loopt in huis met haar rollator. Mevrouw heeft 2
zorgmomenten per dag:
1e zorgmoment: S’ Ochtens: Wassen/douchen, steunkousen en kleding
aantrekken
2e zorgmoment: S’ Avonds: Omkleden voor de nacht en e.v.t. naar bed
brengen
Mevrouw is niet zelfredzaam meer en word steeds meer afhankelijker van de zorg vanwege haar
slechte conditie in verband met overgewicht en astma. Mevrouw is na elke handeling vermoeid
en heeft pauzes nodig tussen de handelingen.
Mevrouw geeft aan dat zij het huishouden niet meer aan kan vanwege haar fysieke gesteldheid.
Meneer helpt haar daarbij bij het huishouden, maar mevrouw geeft aan het huishouden niet
meer te kunnen onderhouden en daarom meneer alles moet overnemen. Mevrouw vind dit heel
erg voor meneer, ze ziet dat hij het niet aankan in zijn eentje. Zelf was mij opgevallen dat de vaat
niet goed wordt schoongemaakt en de vloer erg vuil is.
Ik heb het bovenstaande goed gerapporteerd en aangegeven bij mijn stagebegeleider. Zij vond
het goed dat ik dit tijdig heb gesignaleerd en goed heb geluisterd naar de zorgvrager die een
probleem aankaart. Voor mevrouw is het belangrijk dat zij vrij kan lopen met haar rollator in
huis. Ook is het van belang voor de gezondheid van mevrouw en meneer dat het huis regelmatig
word geventileerd en afgestoft. Als verzorgende moet je de kennis gebruiken die je hebt om
gezondheidsklachten te verbeteren en te voorkomen waar mogelijk is. Als de situatie zoals die
nu is, langer aanhoud, voorzie ik geen verbetering maar wel verslechtering in het zelf – en
samenredzaamheid voor meneer en mevrouw.
Het evaluatiegesprek staat gepland in de agenda voor volgende week, met toestemming van mijn
begeleider mag ik het gesprek voeren onder toezicht van mijn begeleider. Op dat moment zal de
fysiotherapeut aanwezig zijn.
Binnen de organisatie waar ik stage loop staat het doel: bevorderen en stimuleren van de zelf –
en samenredzaamheid vooraan. De zorgvragers moeten zoveel mogelijk gestimuleerd worden
om zelfstandig de taken uit te voeren indien dit nog kan.
In deze situatie zoals het er nu voorstaat kan meneer nog best wel veel zelf doen. Mevrouw geeft
aan zelf niks meer te kunnen betekenen in het huishouden. Daarom is het van belang om meneer
nu te ondersteunen in het huishouden. Met name, overname van grote huishoudelijke taken of
op momenten dat het niet meer gaat. Dit geeft meneer ook de ruimte en rust, des te langer
meneer het vol houd en ze samen zelfstandig kunnen leven.
Ik heb deze bevinding besproken met mijn werkbegeleider, hij gaf aan dat ik dit goed heb
beredeneerd en het lijkt hem ook een goed idee om de WMO voor huishoudelijk hulp aan te
vragen indien ze hiervoor open staan.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO):
WMO staat voor Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit word geregeld via de gemeente.
Mensen kunnen aanspraak hierop doen zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen
blijven.
Ik heb me voorbereid op het gesprek dat ik heb met de zorgvrager en haar partner. Ik heb
informatie opgezocht over WMO, dit uitgeprint en meegenomen. Ik heb mij ook verdiept in de
regels hiervan, zodat ik deze informatie mee kan geven aan meneer en mevrouw.
Meneer en mevrouw waren erg blij met de hulp die ze werden aangeboden. Ze willen er erg
graag gebruik van maken en meneer gaf toe dat het huishouden hem inderdaad te veel werd. Ze
vonden het beiden erg fijn dat de taken voor hen verlicht wordt. Om ze verder op weg te helpen,
heb ik aangeboden om de aanvraag voor ze te doen voor het WMO en zij hierin verder te
