Inleiding Recht Hoofdstuk 2
Verbintenissenrecht – de overeenkomst
Het privaatrecht heeft drie rechtsgebieden: personen- en familierecht, rechtspersonenrecht
en vermogensrecht.
Het BW heeft tien boeken, met een gelaagde structuur, van algemeen naar bijzonder.
Boek 1: Personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonenrecht
Boek 3: Vermogensrecht
Boek 4: Erfrecht
Boek 5: Zakelijke rechten
Boek 6: Verbintenissenrecht
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
Boek 7A: Bijzondere overeenkomsten
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: Internationaal privaatrecht
De regels over het vermogensrecht is van boek 3 t/m boek 10.
Vermogensrecht:
Dit kan je indelen in: het goederenrecht (verhouding tussen persoon en een goed) en het
verbintenissenrecht (rechtsverhouding tussen twee of meer personen).
Een rechtsobject is een goed of voorwerp, ze kunnen nooit zelf drager van rechten en
plichten zijn.
Een rechtssubject zijn dragers van rechten en plichten, dit zijn natuurlijke en
rechtspersonen.
Voorbeeld:
Jaap gaat in de ochtend naar hogeschool Leiden, in de kantine koopt hij een kop koffie.
Na school moet jaap werken in het boek BV, dan moet hij ook nog een cadeau halen voor
zijn zusje, hij pakt een boek zonder af te rekenen, het was 12 euro.
Rechtsfeitenschema:
Handelingsbekwaamheid houdt in: de mogelijkheid om onaantastbare rechtshandelingen
te verrichten.
Een rechtsfeit is een feit dan een of meer rechtsgevolgen heeft, dit kan ontstaan door een
menselijke handeling of een bloot rechtsfeit.
- Rechtshandeling; is een rechtsfeit, maar met een gewild rechtsgevolg, de wil staat
hier centraal.
- Feitelijke handeling; is er een rechtsgevolg, waarbij totaal onverschillig is of het
gevolg wel of niet gewild is, bijvoorbeeld een deuk in een auto aanbrengen.
- Blote rechtsfeit; rechtsgevolgen voortkomen zonder invloed uit te oefenen, zoals
volwassen worden, geboren worden, AOW-leeftijd.
Een rechtshandeling kan meerzijdig of eenzijdig zijn:
Eenzijdig is als het verricht wordt door een persoon, zoals een testament.
Meerzijdig is bij twee of meer personen, overeenkomst is altijd meerzijdig.
Een verbintenissenrecht, is een rechtsbetrekking, waarbij de ene recht op iets heeft en de
ander een plicht heeft.
Voorbeeld: Jaap besteld koffie, dus hij heeft recht op koffie en de serveerster heeft de plicht
om koffie te geven. Jaap heeft de plicht om te betalen en zij heeft recht op het geld.
Overeenkomst:
Verbintenissenrecht – de overeenkomst
Het privaatrecht heeft drie rechtsgebieden: personen- en familierecht, rechtspersonenrecht
en vermogensrecht.
Het BW heeft tien boeken, met een gelaagde structuur, van algemeen naar bijzonder.
Boek 1: Personen- en familierecht
Boek 2: Rechtspersonenrecht
Boek 3: Vermogensrecht
Boek 4: Erfrecht
Boek 5: Zakelijke rechten
Boek 6: Verbintenissenrecht
Boek 7: Bijzondere overeenkomsten
Boek 7A: Bijzondere overeenkomsten
Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer
Boek 10: Internationaal privaatrecht
De regels over het vermogensrecht is van boek 3 t/m boek 10.
Vermogensrecht:
Dit kan je indelen in: het goederenrecht (verhouding tussen persoon en een goed) en het
verbintenissenrecht (rechtsverhouding tussen twee of meer personen).
Een rechtsobject is een goed of voorwerp, ze kunnen nooit zelf drager van rechten en
plichten zijn.
Een rechtssubject zijn dragers van rechten en plichten, dit zijn natuurlijke en
rechtspersonen.
Voorbeeld:
Jaap gaat in de ochtend naar hogeschool Leiden, in de kantine koopt hij een kop koffie.
Na school moet jaap werken in het boek BV, dan moet hij ook nog een cadeau halen voor
zijn zusje, hij pakt een boek zonder af te rekenen, het was 12 euro.
Rechtsfeitenschema:
Handelingsbekwaamheid houdt in: de mogelijkheid om onaantastbare rechtshandelingen
te verrichten.
Een rechtsfeit is een feit dan een of meer rechtsgevolgen heeft, dit kan ontstaan door een
menselijke handeling of een bloot rechtsfeit.
- Rechtshandeling; is een rechtsfeit, maar met een gewild rechtsgevolg, de wil staat
hier centraal.
- Feitelijke handeling; is er een rechtsgevolg, waarbij totaal onverschillig is of het
gevolg wel of niet gewild is, bijvoorbeeld een deuk in een auto aanbrengen.
- Blote rechtsfeit; rechtsgevolgen voortkomen zonder invloed uit te oefenen, zoals
volwassen worden, geboren worden, AOW-leeftijd.
Een rechtshandeling kan meerzijdig of eenzijdig zijn:
Eenzijdig is als het verricht wordt door een persoon, zoals een testament.
Meerzijdig is bij twee of meer personen, overeenkomst is altijd meerzijdig.
Een verbintenissenrecht, is een rechtsbetrekking, waarbij de ene recht op iets heeft en de
ander een plicht heeft.
Voorbeeld: Jaap besteld koffie, dus hij heeft recht op koffie en de serveerster heeft de plicht
om koffie te geven. Jaap heeft de plicht om te betalen en zij heeft recht op het geld.
Overeenkomst: