Mictie na kunstverlossing
, Aanleiding/casus
Mw. S. G1P0, met een amenorroe van 39W4D kwam in partu binnen met
meconiumhoudend vruchtwater. Mw. ontsloot vlot. Bij volledige ontsluiting was er sprake
van een suboptimaal CTG en een niet vorderende uitdrijving met een caput op H3+. Hierop
werd besloten tot een episiotomie en vacuüm extractie. Na 3 tracties werd een dochter
geboren met matige start. Post partum was er sprake van een retentieblaas.
1
, Aanleiding/casus
Mw. S. G1P0, met een amenorroe van 39W4D kwam in partu binnen met
meconiumhoudend vruchtwater. Mw. ontsloot vlot. Bij volledige ontsluiting was er sprake
van een suboptimaal CTG en een niet vorderende uitdrijving met een caput op H3+. Hierop
werd besloten tot een episiotomie en vacuüm extractie. Na 3 tracties werd een dochter
geboren met matige start. Post partum was er sprake van een retentieblaas.
1