Pedagogische relaties
Pedagogische relatie; waarom?
• Als pedagoog is het belangrijk dat je:
• Op een goede manier contact kunt maken met kinderen en jongeren.
• Aansluiten bij niveau en de belevingswereld van kinderen en jongeren.
• Een goede pedagogische relatie met kinderen en jongeren aan kunt gaan.
Pedagogische relatie; hoe?
• Het is belangrijk dat je goed kunt aansluiten bij de verschillende taken die kinderen en
jongeren spreken.
• Je leert de taal van de creatieve middelen in te zetten om kinderen en jongeren te
ondersteunen in hun ontwikkeling.
• Kennis, vaardigheden en pedagogische sensitiviteit een gevoeligheid voor wat een specifieke
kind of een specifieke jongere van zijn/haar opvoeders vraagt.
Pedagogiek
Situaties waarin mensen beïnvloed worden door anderen (hulpverleners), die met deze
beïnvloeding een specifieke bedoeling hebben, namelijk om de situatie van deze persoon te
wijzigen en wel zo dat deze persoon zich er beter bij voelt
Ped=kind
Kenmerken (ped)agogisch handelen
• Doelgerichtheid (Werken aan de hand van gestelde doelen)
• Bewustheid: weten wat je doet en waarom
• Procesmatigheid: richten op het proces en niet op het eindproduct
• Systematiek: planning in stappen
Werken volgens de regulatieve cyclus
• Beeldvorming: (periode B)
Gegevens verzamelen en observeren
o Gegevens verzamelen en in kaart brengen van de situatie
o D.m.v. observeren
Een doelgerichte en systematische waarneming van gedrag en uitingen van een of
meerdere personen of van gebeurtenissen met de bedoeling om het waargenomen
te beschrijven en samen te vatten.
o Waarnemen
Waarnemen via alle zintuigen:
• Het gezichtsvermogen - zien
• Het gehoor - horen
• De tastzin - voelen
• Het reukvermogen - ruiken
• De smaak - proeven
• Het empathisch vermogen - voelen
, • Planning: (periode B)
Een werkplan of Plan van Aanpak maken
o Probleemstelling & hypothese (als….. dan….)
o Hulpvraag (Help me om… of leer me om…)
o Doelstellingen (doelen opstellen)
o Strategie (activiteit uitschrijven) (drama, muziek enzo)
• Uitvoering: (Periode C)
De uitvoering en de rapportage. Je gaat het plan uitvoeren om daarmee aan de gestelde
doelen en de hulpvraag te werken.
• Evaluatie:
Terugkoppeling en vervolg
o In hoeverre zijn de gestelde doelen behaald?
o Zijn er nieuwe doelen nodig?
o Kunnen we de strategie aanpassen?
Op grond van de evaluatie kan het plan bijgesteld worden en kan er opnieuw een interventie
plaatsvinden
Selectie
• We kunnen onmogelijk alle stimuli (prikkels) waarnemen, en dus selecteren we.
• Waarnemen heeft te maken met aandacht
• De hoeveelheid stimuli is eindig
Soorten observatie
• Participerend – Niet-participerend (zijlijn)
o Participerend
Meedoen met de observatie
o Niet-participerend
zijlijn
• Verhuld – Onverhuld
o Verhuld:
Niet weten dat je aan het observeren
o Onverhuld:
de doelgroep weet dat ze worden geobserveerd
• Ongestructureerd – Gestructureerd
o Ongestructureerd
je ziet wel wat er gaat gebeuren
o Gestructureerd
je gaat van te voren bedenken wat je gaat doen
Storende factoren
• Persoonlijke betrokkenheid
• Identificatie
• Selectieve waarneming
• Projectie, verwachtingspatroon
Pedagogische relatie; waarom?
• Als pedagoog is het belangrijk dat je:
• Op een goede manier contact kunt maken met kinderen en jongeren.
• Aansluiten bij niveau en de belevingswereld van kinderen en jongeren.
• Een goede pedagogische relatie met kinderen en jongeren aan kunt gaan.
Pedagogische relatie; hoe?
• Het is belangrijk dat je goed kunt aansluiten bij de verschillende taken die kinderen en
jongeren spreken.
• Je leert de taal van de creatieve middelen in te zetten om kinderen en jongeren te
ondersteunen in hun ontwikkeling.
• Kennis, vaardigheden en pedagogische sensitiviteit een gevoeligheid voor wat een specifieke
kind of een specifieke jongere van zijn/haar opvoeders vraagt.
Pedagogiek
Situaties waarin mensen beïnvloed worden door anderen (hulpverleners), die met deze
beïnvloeding een specifieke bedoeling hebben, namelijk om de situatie van deze persoon te
wijzigen en wel zo dat deze persoon zich er beter bij voelt
Ped=kind
Kenmerken (ped)agogisch handelen
• Doelgerichtheid (Werken aan de hand van gestelde doelen)
• Bewustheid: weten wat je doet en waarom
• Procesmatigheid: richten op het proces en niet op het eindproduct
• Systematiek: planning in stappen
Werken volgens de regulatieve cyclus
• Beeldvorming: (periode B)
Gegevens verzamelen en observeren
o Gegevens verzamelen en in kaart brengen van de situatie
o D.m.v. observeren
Een doelgerichte en systematische waarneming van gedrag en uitingen van een of
meerdere personen of van gebeurtenissen met de bedoeling om het waargenomen
te beschrijven en samen te vatten.
o Waarnemen
Waarnemen via alle zintuigen:
• Het gezichtsvermogen - zien
• Het gehoor - horen
• De tastzin - voelen
• Het reukvermogen - ruiken
• De smaak - proeven
• Het empathisch vermogen - voelen
, • Planning: (periode B)
Een werkplan of Plan van Aanpak maken
o Probleemstelling & hypothese (als….. dan….)
o Hulpvraag (Help me om… of leer me om…)
o Doelstellingen (doelen opstellen)
o Strategie (activiteit uitschrijven) (drama, muziek enzo)
• Uitvoering: (Periode C)
De uitvoering en de rapportage. Je gaat het plan uitvoeren om daarmee aan de gestelde
doelen en de hulpvraag te werken.
• Evaluatie:
Terugkoppeling en vervolg
o In hoeverre zijn de gestelde doelen behaald?
o Zijn er nieuwe doelen nodig?
o Kunnen we de strategie aanpassen?
Op grond van de evaluatie kan het plan bijgesteld worden en kan er opnieuw een interventie
plaatsvinden
Selectie
• We kunnen onmogelijk alle stimuli (prikkels) waarnemen, en dus selecteren we.
• Waarnemen heeft te maken met aandacht
• De hoeveelheid stimuli is eindig
Soorten observatie
• Participerend – Niet-participerend (zijlijn)
o Participerend
Meedoen met de observatie
o Niet-participerend
zijlijn
• Verhuld – Onverhuld
o Verhuld:
Niet weten dat je aan het observeren
o Onverhuld:
de doelgroep weet dat ze worden geobserveerd
• Ongestructureerd – Gestructureerd
o Ongestructureerd
je ziet wel wat er gaat gebeuren
o Gestructureerd
je gaat van te voren bedenken wat je gaat doen
Storende factoren
• Persoonlijke betrokkenheid
• Identificatie
• Selectieve waarneming
• Projectie, verwachtingspatroon
