(hemoptoë), (sub)febriele temp. Bij auscultatie soms
Prins 12.2.4 Veneuze trombo-embolie in de kraamperiode crepitaties en fijnblazige bronchi hoorbaar
Prevalentie VTE 0,5-3%
Risicofactoren veranderingen veneuze bloedflow bij vermoedenlongembolie opname, behandeling
Veranderingen bloedstolling laagmoleculairgewichtheparine, thoraxfoto, spiraal CT-scan
Op hogere leeftijd bevallen
Obesitas Preventie van trombose en embolie
Roken Vroegtijdige mobilisatie kraamvrouwen
Anemie Profylactische antistolling bij hoogrisico vrouwen bv
Erfelijke trombofilie sectio. Na ingreep heparine muv vrouwen met pre-
Belaste familie anamnese 1e graad eclampsie en stollingsstoorniseen
Verloop zws en baring pre-eclampsie,
immobilisatie, vaatwandbeschadiging, Trombose vd sinus sagittalis (kraamhoofd) is zeldzaam
infectie en sectio (verviervoudigd) Symptomen: hoofdpijn, convulsies, bewustzijnsverlaging
verhogen kans DD: eclampsie, epilepsie, hersenbloeding, arteriële
Symptomen ontstaan meestal eind 1ste week begin 2de week vaataandoening
soms nog later. kans eerste 3 weken pp het grootst, Behandeling: anticoagulantia en bedrust
daarna afname tot 12 weken pp.
linkerbeen vaker aangedaan rechter arteria iliaca Antistolling ivm belaste anamnese
com. Klemt linker vena iliaca com. af tegen wervelklem Aangeboren deficiëntie van stollingsremmer (zoals
Eerste symptomen: antitrombine III, proteinde C-deficiëntie, proteïne S-
pijn in kuit of been deficiëntie, heterozygote factor V Liden- of
zwaar moe gevoel of prikkeling in been heterozygote protrombinemutatie) + VTE 1ste graads
oppervlakkige venen meer zichtbaar familie 6 weken pp profilactisch ontstold
been kan oedemateus worden + warm met strakke Homozygote factor V Leiden-mutatie of homozygote
huid protrombine 20210-mutatie + neg. familie anamnese
lichte temperatuursverhoging 6 weken pp profilactisch ontstold
weinig betrouwbaar: symptoom van Homans pijn in Homozygote fcator V Leiden-mutatie of homozygote
de kuit bij dorsiflexie van de voet met gestrekt been protrombine 20210-mutatie + pos. familie anamnese
Latere symptomen: in zws en 6 weken pp profilactisch ontstold
Flegmasia alba dolens (kraambeen) Been is gezwollen,
oedemateus, pijnlijk, bleek en koud. Medicatie
Trombose in bekkenvat veroorzaakt pijn in onderbuik VTE profylaxe eenmaaldaags nadroparine 5700 aXa-IE
subcutaan. LMWH mits baby vit K profylaxe krijgt wanneer
Diagnose met seriële compressie-ultrasonografie (CUS), borstvoeding wordt gegeven
sensitiviteit van test is 94%. Bij neg CUS maar wel
verdenking VTE, test na enkele dagen herhalen Tromboflebitis oppervlakkige trombose in variceuze venen
verminderde samendrukbaarheid van de In been, vulva en hemoroïd ontsteking vaatwand
femoropopliteale vene wijst op trombose ontstaat als reactie op trombus geen kans op embolie
als VTE onbehandeld blijft kan longembolie ontstaan Symptoom: Pijnlijke harde streng en huid voelt warm aan
met fatale gevolgen (normale temp en been is niet dikker)
genezing spontaan
Behandeling DVT met anticoagulantia en analgetica behandeling symptomatisch
Behandeling VTE met laagmoleculairgewichtheparine. analgetica, warmte, rust en kousen kunnen helpen
Subcutaan toegediend gedurende 5-7 dagen en orale
coumarinederivaten (vit K-antagonisten) gedurende 3 1. Wat is het verschil tussen oppervlakkige en diepe
maanden (gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap). veneuze trombose en tromboflebitis en wat is het verschil
borstvoeding hoeft niet gestaakt te worden in risico’s?
steunkousen niet zinvol 2. Welke factoren geven een verhoogd risico op
trombose in zwangerschap en kraamperiode?
Longembolie (22/100.000 bevallingen) risico eerste 4 3. Hoe ontstaat trombose, wat is de pathofysiologie?
weken pp het grootst 4. Welke diagnostiek kan worden ingezet in de
arteria pulmonalis raakt geheel of gedeeltelijk verstopt zwangerschap?
slechte doorbloeding long en gestoorde gaswisseling 5. Welke diagnostiek kan niet worden ingezet, en
waarom niet?
Kleine embolus veroorzaakt pijn in thorax, pijn bij zuchten 6. Welke therapiemogelijkheden zijn er?
en hoesten, benauwdheid, kortademigheid, snelle pols, 7. Welke therapie heeft wanneer de voorkeur?
overmatig zweten en evt cyanose, bloederig sputum 8. Hoe ontstaat een longembolie?
Prins 12.2.4 Veneuze trombo-embolie in de kraamperiode crepitaties en fijnblazige bronchi hoorbaar
Prevalentie VTE 0,5-3%
Risicofactoren veranderingen veneuze bloedflow bij vermoedenlongembolie opname, behandeling
Veranderingen bloedstolling laagmoleculairgewichtheparine, thoraxfoto, spiraal CT-scan
Op hogere leeftijd bevallen
Obesitas Preventie van trombose en embolie
Roken Vroegtijdige mobilisatie kraamvrouwen
Anemie Profylactische antistolling bij hoogrisico vrouwen bv
Erfelijke trombofilie sectio. Na ingreep heparine muv vrouwen met pre-
Belaste familie anamnese 1e graad eclampsie en stollingsstoorniseen
Verloop zws en baring pre-eclampsie,
immobilisatie, vaatwandbeschadiging, Trombose vd sinus sagittalis (kraamhoofd) is zeldzaam
infectie en sectio (verviervoudigd) Symptomen: hoofdpijn, convulsies, bewustzijnsverlaging
verhogen kans DD: eclampsie, epilepsie, hersenbloeding, arteriële
Symptomen ontstaan meestal eind 1ste week begin 2de week vaataandoening
soms nog later. kans eerste 3 weken pp het grootst, Behandeling: anticoagulantia en bedrust
daarna afname tot 12 weken pp.
linkerbeen vaker aangedaan rechter arteria iliaca Antistolling ivm belaste anamnese
com. Klemt linker vena iliaca com. af tegen wervelklem Aangeboren deficiëntie van stollingsremmer (zoals
Eerste symptomen: antitrombine III, proteinde C-deficiëntie, proteïne S-
pijn in kuit of been deficiëntie, heterozygote factor V Liden- of
zwaar moe gevoel of prikkeling in been heterozygote protrombinemutatie) + VTE 1ste graads
oppervlakkige venen meer zichtbaar familie 6 weken pp profilactisch ontstold
been kan oedemateus worden + warm met strakke Homozygote factor V Leiden-mutatie of homozygote
huid protrombine 20210-mutatie + neg. familie anamnese
lichte temperatuursverhoging 6 weken pp profilactisch ontstold
weinig betrouwbaar: symptoom van Homans pijn in Homozygote fcator V Leiden-mutatie of homozygote
de kuit bij dorsiflexie van de voet met gestrekt been protrombine 20210-mutatie + pos. familie anamnese
Latere symptomen: in zws en 6 weken pp profilactisch ontstold
Flegmasia alba dolens (kraambeen) Been is gezwollen,
oedemateus, pijnlijk, bleek en koud. Medicatie
Trombose in bekkenvat veroorzaakt pijn in onderbuik VTE profylaxe eenmaaldaags nadroparine 5700 aXa-IE
subcutaan. LMWH mits baby vit K profylaxe krijgt wanneer
Diagnose met seriële compressie-ultrasonografie (CUS), borstvoeding wordt gegeven
sensitiviteit van test is 94%. Bij neg CUS maar wel
verdenking VTE, test na enkele dagen herhalen Tromboflebitis oppervlakkige trombose in variceuze venen
verminderde samendrukbaarheid van de In been, vulva en hemoroïd ontsteking vaatwand
femoropopliteale vene wijst op trombose ontstaat als reactie op trombus geen kans op embolie
als VTE onbehandeld blijft kan longembolie ontstaan Symptoom: Pijnlijke harde streng en huid voelt warm aan
met fatale gevolgen (normale temp en been is niet dikker)
genezing spontaan
Behandeling DVT met anticoagulantia en analgetica behandeling symptomatisch
Behandeling VTE met laagmoleculairgewichtheparine. analgetica, warmte, rust en kousen kunnen helpen
Subcutaan toegediend gedurende 5-7 dagen en orale
coumarinederivaten (vit K-antagonisten) gedurende 3 1. Wat is het verschil tussen oppervlakkige en diepe
maanden (gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap). veneuze trombose en tromboflebitis en wat is het verschil
borstvoeding hoeft niet gestaakt te worden in risico’s?
steunkousen niet zinvol 2. Welke factoren geven een verhoogd risico op
trombose in zwangerschap en kraamperiode?
Longembolie (22/100.000 bevallingen) risico eerste 4 3. Hoe ontstaat trombose, wat is de pathofysiologie?
weken pp het grootst 4. Welke diagnostiek kan worden ingezet in de
arteria pulmonalis raakt geheel of gedeeltelijk verstopt zwangerschap?
slechte doorbloeding long en gestoorde gaswisseling 5. Welke diagnostiek kan niet worden ingezet, en
waarom niet?
Kleine embolus veroorzaakt pijn in thorax, pijn bij zuchten 6. Welke therapiemogelijkheden zijn er?
en hoesten, benauwdheid, kortademigheid, snelle pols, 7. Welke therapie heeft wanneer de voorkeur?
overmatig zweten en evt cyanose, bloederig sputum 8. Hoe ontstaat een longembolie?