Samenvatting CTG - Foetale bewaking Neoventa Rosen

Foetale bewaking - Rosen zuurstofverzadiging  efficiëntere opname van zuurstof.
Fundamentele Fysiologie Verminderde activiteit, afname groeisnelheid
Placenta doorbloeding  langdurige aan stress blootgestelde foetus is minder in
Belangrijkste functie placenta  uitwisseling moeder-kind staat acute hypoxie tijdens bevalling te verwerken
Capillair membraam  vormt scheiding bloed moeder-kind
Maar maakt uitwisseling gassen en substraten mogelijk Hypoxie treed op als foetus energiebalans niet in stand kan
houden bij hypoxemiefase  voornaamste reactie foetus is
Maternale placenta doorbloeding  plotselinge toename stresshormonen en verminderde
 500 ml/minuut doorbloeding perifere weefsels  optreden van
 Stopt bij contractie meer dan 30mmHg, foetus redistributie van bloed naar centrale organen, hart,
afhankelijk van in intervilleuze opgeslagen voorraden hersenen en bijnieren. Centrale doorbloeding kan wel tot
5x toenemen  anaerobe metabolisme stellen
Foetale circulatie energiebalans centrale organen enkele uren veilig.
Gekenmerkt door goede doorbloeding
 Lage foetale bloeddruk Asfyxie cellulaire energieproductie is niet meer voldoende
 Relatief hoog Hb gehalte, wat goed O2 kan binden  risico uitval organen. Maximale activering sympathisch
 zuurstofspanning 70% lager dan moeder, zenuwstelsel en afgifte stresshormonen. Foetus moet
zuurstofverzadiging slechts 35% lager glycogeen reserves in lever en hartspier aanspreken voor
anaerobe metabolisme in centrale organen.  uiteindelijk
Foetale membramen chorion en amnion hersen en hartfalen
 beschermen foetus tegen micro-organismen en Asfyxie met persisterende bradycardie dan moet foetus in
verpakken vruchtwater paar minuten geboren worden.

Vruchtwater 500 – 2.000 ml CTG fysiologie
 Voornamelijk door longen foetus geproduceerd Moeilijk specifiek aan hypoxie gerelateerde patronen te
 Maakt bewegingen foetus mogelijk  ontwikkelen identificeren
spieren en skelet 2 situaties waarin CTG waardevol inzicht biedt
 Bescherming externe krachten  Normaal, reactief CTG identificeert foetus die geen
 Voorkomt, bij staan vliezen, samendrukken problemen heeft met voorvallen tijdens bevalling
navelstreng tijdens contractie  Preterminaal CTG met volledig verlies van reactiviteit
en variabiliteit identificeert foetus die niet in staat is te
Navelstreng reageren
 Bij contractie waarbij actief wordt geperst wordt vaak  CTG is thans hulpmiddel bij screening
doorbloeding navelstrengvene geblokkeerd
 Arteriën O2- bloed, vene O2+ bloed Autonoom zenuwstelsel
 Zuurstofverzadiging in navelstrengarterie 25% Foetale hartfrequentie wordt gereguleerd dmv
veranderingen in autonome zenuwstelsel
Placentaire gasuitwisseling
 Diffusie van gassen geregeld door verschil in partiële
gasdruk moeder-kind (foetus lagere partiële druk O2 en
hogere voor CO2)

Celmetabolisme foetus  aeroob, zuurstofafhankelijk
 bij hypoxie wordt dit anaeroob dmv bloedglucose ne
opgeslagen glycogeen. Geproduceerde energie 1/20 van
aerobe metabolisme

Hypoxemie een daling van O2-gehalte van arteriële bloed,
kan weken duren.
Hypoxie een daling van O2-gehalte in de perifere weefsels
kan uren duren, vaak durante partu. Is reversibel
Veranderingen in foetale hartfrequentie kan komen door;
Asfyxie een algemeen O2-gebrek ook van invloed op
 normale veranderingen in foetale activiteit.
centrale organen  hart en hersen  schade of overlijden
 wijzigingen in placentaire doorbloeding
 hypoxie
Hypoxemie  beginfase zuurstofgebrek en asfyxie. Cel- en
 externe stimuli
orgaan functies blijven intact.  temperatuurverhogingen
Foetale reactie  in stand houden energiebalans  geneesmiddelen.
Chemoreceptoren worden geactiveerd door daling