KENNISTOETS THEMA 9
KNGF Richtlijn Nekpijn
Nekpijn = een onaangename sensorische en emotionele ervaring die geassocieerd wordt
met daadwerkelijke of potentiële weefselschade in de nekregio (van de linea nuchae
superior tot de spina scapulae) met eventueel bijkomende hoofd-, schouder- en/of armpijn.
Onderverdeling in graad I t/m IV
Graad I: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie en nauwelijks invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven
→ Geen rode vlaggen en amper beperkingen in activiteiten/ participatie
Graad II: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie, maar wel forse invloed heeft op activiteiten in het dagelijks leven
→ Geen rode vlaggen maar wel beperkingen in activiteiten/ participatie
Graad III: Nekpijn zonder tekenen of symptomen die kunnen wijzen op grote structurele
pathologie, waarbij wel neurologische symptomen aanwezig zijn (verminderde
peesreflexen, spierzwakte, sensibiliteitsstoornissen) bijvoorbeeld als gevolg van een
cervicale hernia of stenose
→ Geen rode vlaggen maar wel neurologische symptomen (schietende pijn, tintelingen,
uitstraling, spierzwakte)
Graad IV: Nekpijn met tekenen of symptomen die kunnen wijzen op ernstige structurele
pathologie (fracturen, vertebrale dislocaties, schade aan het ruggenmerg, infecties, tumoren
of ontstekingen in gewrichten
→ Wel sprake van rode vlaggen, geen fysiotherapie geïdentificeerd (dus deze wel kunnen
identificeren maar niet behandelen)
Normaal beloop: als de nekpijn binnen 6 weken afneemt of de activiteiten/ participatie
toeneemt
Afwijkend beloop: als de nekpijn en mate van beperkingen binnen 6 weken NIET afnemen
of zelfs toenemen
Recidiverende nekpijn: als er na 6 weken een recidief (opnieuw optreden van de klachten)
optreedt en er meerdere recidieven zijn binnen een jaar na de eerste klachten (valt ook
onder afwijkend beloop)
Traumagerelateerde nekpijn: nekpijn die ontstaat als gevolg van een trauma
Werkgerelateerde nekpijn: nekpijn die volgens de patiënt het gevolg is van werk
(prognostische factor → Zie tabel 1)
,DIAGNOSTISCH PROCES
DOEL: uitsluiten nekpijn graad IV m.b.v. het klachtenpatroon en de rode vlaggen (zie tabel 2)
→ Bij een herkenbaar klachtenpatroon van een mogelijke ernstige pathologie OF een niet
herkenbaar klachtenpatroon: doorsturen naar huisarts of specialist
,Anamnese
- Uitsluiten van specifieke diagnose o.b.v. bovenstaande rode vlaggen
- Uitsluiten of vaststellen van nekpijn graad III aan de hand van tekenen en symptomen die
kunnen wijzen op cervicaal radiculair syndroom: Heeft u last van schietende pijn, uitstraling
naar de arm, krachtsverlies, tintelingen of gevoelsuitval?
- Ernst en aard van de klachten (ICF)
- Beloop van de klachten (bepalen: normaal of afwijkend)
- Bepalen nekpijn graad I of II (wel of geen invloed op dagelijkse activiteiten)
- Ontstaanswijze van de klachten (werk- of traumagerelateerd)
- Prognostische factoren (zie tabel 1)
- Comorbiditeiten
- Huidige behandeling/ hulpmiddelen/ medicatie
Lichamelijk onderzoek:
→ Verdenking op nekpijn graad III: dit eerst uitsluiten of bevestigen (zie tabel 3)
* Objectief waarneembare neurologische symptomen en tekens → Spurling’s test of tractie/
distractietest om graad III in te sluiten
* Geen objectief waarneembare neurologische symptomen en tekens maar toch twijfel →
Upper Limb Tension Test (ULTT) voor de plexus brachialis/ nervus medianus om graad III uit
te sluiten
Verder onderzoek:
- Onderzoek van de cervicale en thoracale wervelkolom, schoudergordel en
schoudergewrichten: ROM, richting van beweging, weerstand tegen beweging, eindgevoel,
provocatie of reductie van de pijn en uitstralingen
- Spieronderzoek: spierlengte, elasticiteit, eindgevoel, gevoeligheid bij contractie/ rek,
spiertonus, spiercoördinatie en spierkracht (testen van korte nekflexoren of craniocervicale
flexietest)
Meetinstrumenten:
PSK en NPRS worden geadviseerd om zowel aan het begin als aan het einde van de
behandeling af te nemen bij de patiënt. Bij ten minste 2 punten verschil kan er gesproken
worden over verbetering of verergering (minimal detectible change)
Beeldvormend onderzoek (CT/ MRI etc) moet de fysiotherapeut niet aan een patiënt
adviseren omdat hier ook regelmatig afwijkingen te zien zijn zonder klachten en er een
matig niveau van bewijs over is met een grote kans of fout-positieve bevindingen.
, THERAPEUTISCH PROCES
Behandelprofiel A: Graad I/II, normaal beloop → streven naar kortdurende behandeling
(ongeveer 3 behandelsessies)
- Informeren → Geruststellen door uitleggen van het gunstige beloop, niet schadelijk,
toename van pijn niet geassocieerd met toename van schade.
Adviseren om actief te blijven omdat dit het herstel bevordert (actieve leefstijl en actieve
copingstijl)
* Werkgerelateerd: leg uit over de mogelijke risicofactoren binnen de werkomgeving
(houding, hoge fysieke eisen, werksfeer, collega’s)
Behandelprofiel B: Graad I/II, afwijkend beloop, focus op het beïnvloeden van de
prognostische factoren die bijdragen aan een vertraagd herstel
- Informeren → Geruststellen door uitleggen van het afwijkende beloop, toename van pijn
niet geassocieerd met toename van schade.
Adviseren om actief te blijven omdat dit het herstel bevordert (actieve leefstijl en actieve
copingstijl)
- Oefentherapie → aansluitend op de behoeften, beperkingen en doelen van de patiënt.
Eventueel combinatie met cervicale/ thoracale mobilisatie of manipulatie
- Mogelijke therapeutische interventies bij onvoldoende effect: gedragstherapie,
kinesiotape, massage, werkplaatsinterventies
* Werkgerelateerd: adviseer contact met een bedrijfsarts en eventueel overleg met de
bedrijfsarts over verdere behandeling
- Afsluiting: Evalueer m.b.v. de NPRS of PSK, als er na 6 weken onvoldoende effect heeft
opgetreden stuur dan door naar een huisarts/ bedrijfsarts voor verdere
behandelmogelijkheden
Behandelprofiel C: Graad I/II, afwijkend beloop met dominant aanwezige psychosociale
herstelbelemmerende factoren
- Informeren → aansluitend op de behoeften, beperkingen en doelen van de patiënt.
Eventueel combinatie met cervicale/ thoracale mobilisatie of manipulatie
Adviseren om actief te blijven omdat dit het herstel bevordert (actieve leefstijl en actieve