§1 Metaalbinding
Begrippen:
Corrosie: aantasting van metalen door stoffen uit de lucht, reactie van onedele metalen met
water en zuurstof
Galvaniseren: metalen beschermen door een ander metaal op aan te brengen met een
corrosielaag dat ondringbaar is voor water en lucht
Legering (alliage): mengsel van samengesmolten metalen (heel sterk, sterker dan zuivere
metaal)
● Soms wordt er een niet-metaal, zoals koolstof toegevoegd → harder en onvormbaar
Structuur van metaal:
- Bestaat uit positieve atoomresten en negatieve elektronen te vrij kunnen bewegen
➔ Trekken elkaar sterk aan dat zorgt voor een metaalbinding
Stofeigenschappen van metalen:
- Geleiden elektrische stroom
- Geleiden warmte
- Metaalglans bij een zuivere vorm
- Meestal hoog smeltpunt/kookpunt
- Goed te bewerken/vervormbaar (na verhitting)
- Gesmolten metalen zijn goed te mengen met andere metalen
- Bij kamertemperatuur vast (behalve kwik)
Elektrische geleidbaarheid op microniveau:
- Valentie-elektronen die in het metaalrooster zitten zorgen voor ladingstransport.
Deze bewegen naar de pluspool terwijl vanuit de minpool nieuwe negatieve
elektronen binnenstromen.
Warmtegeleidbaarheid op microniveau:
- Metaalatomen gaan harder trillen. Atomen geven trillingen aan elkaar door doordat
ze elkaar aanstoten. Bewegingsenergie wordt door wrijving tussen atomen omgezet
in warmte. Valentie-elektronen kunnen vrij bewegen en geven dus de warmte door.
Vormbaarheid op microniveau:
- Uitwendige kracht verschuift een laag metaalatomen van dezelfde bouw in een
metaalrooster en er ontstaat dezelfde opbouw
Vormbaarheid legering op microniveau:
- Atomen met andere grootte zijn in metaalrooster ingebouwd. Daardoor is patroon in
metaalrooster verstoord. Atoomlagen kunnen niet gemakkelijk langs elkaar heen
schuiven.
, 3 soorten metalen:
- Onedele metalen: metalen die door stoffen uit de lucht worden aangetast (aluminium,
zink, tin en chroom)
➢ Vormt metaal oxideaagje wanneer aangetast door zuurstof of waterdamp
○ Roest niet, want die houdt water vast en snellere aantatsting
- Edele metalen: metalen die niet of nauwelijks met water en zuurstof reageren (goud,
zilver, platina)
- Zeer onedele metalen: metaal dat zeer gemakkelijk met water en zuurstof reageert
(natrium en kalium)
§2 Molecuul- en atoombinding
Begrippen:
Moleculaire stof: stoffen die bestaan uit niet-metaalatomen
● Vanderwaalsbinding(molecuulbinding): aantrekkingskracht doordat moleculen een
positieve en negatieve kant hebben die andere moleculen aantrekken
○ Hoe groter de molecuul, hoe groter de molecuulmassa, hoe hoger kook- en
smeltpunt en hoe sterker de vanderwaalsbinding
● Molecuulrooster: kristalrooster voor moleculaire stoffen. Moleculen kunnen zich niet
verplaatsen, maar wel heen en weer trillen (bijv. ijs of suiker)
Atoombinding(covalente binding): binding tussen niet-metaalatomen waarbij
gemeenschappelijke elektronenparen ontstaan
Covalentie: geeft aan hoeveel gemeenschappelijke elektronenparen van een
niet-metaalatoom kan vormen voor de edelgasconfiguratie (8 elektronen in de buitenste
schil)
Atoomrooster: een stof waarin de atomen zijn verbonden door atoombindingen in een
continu netwerk
Covalentie:
atoomsoort covalentie
H,F,Cl,Br,I 1
O,S,Se 2
N,P 3
C,Si 4
Voorbeelden:
Vorming van methaan