Hoofdstuk 1 - Wat is sociologie?
Het sociologisch perspectief laat zien hoeveel invloed de samenleving op het leven van
individuen heeft.
Het hanteren van het sociologisch perspectief kent veel positieve aspecten:
- Het geeft inzicht in de barrières en de mogelijkheden die zich in het leven voordoen
- Het heeft een positieve invloed op onze loopbaanontwikkeling
- Het geeft richting aan het beleid van overheidsinstanties
Sociale veranderingen die zich in hoog tempo voltrokken, stimuleerden de ontwikkeling van
sociologie:
- De industrialisering
- De explosieve groei van steden
- Nieuwe politieke ideeën
Auguste Comte introduceerde in 1838 de term sociologie:
- Filosofen hadden geprobeerd om de ideale maatschappij te begrijpen zoals ze was
Moderniteit: Sociale gevolgen van de industrialisering, zoals het verdwijnen van traditionele
gemeenschappen of een toenemende sociale diversiteit.
Ferdinand Tönnies beschreef de modernisering als de overgang van Gemeinschaft naar
Gesellschaft, die gekenmerkt wordt door het verdwijnen van traditionele gemeenschappen
en de opkomst van het individualisme.
Gemeinschaft: Een samenleving met sterke affectieve bindingen en saamhorigheid
Gesellschaft: Een samenleving met sterke economische bindingen en onderlinge
concurrentie
Max Weber beschouwde de modernisering in termen van het naar de achtergrond
verdwijnen van een traditioneel wereldbeeld en het op de voorgrond treden van rationaliteit.
Weber vreesde de humaniserende effecten van rationele organisaties.
Rationaliteit: Alles wat verband houdt met of gebaseerd is op de gave van de mens om
consequent te kunnen redeneren.
Karl Marx beschouwde de modernisering als de triomf van het kapitalisme over het
feodalisme. Het kapitalisme creëert sociale conflicten die een revolutionaire verandering
teweeg zullen brengen die tot een socialistische samenleving zonder sociale ongelijkheid zal
leiden.
Kapitalisme: Het kapitalisme is een economisch systeem dat is gebaseerd op investeringen
van geld in de verwachting winst te maken. De productiemiddelen zijn meestal in privaat
eigendom van particuliere ondernemers die daarbij veelal gebruikmaken van loonarbeid om
meerwaarde te creëren.
,Hoofdstuk 2 - Sociologische theorieën en methoden
, → Structureel functionalisme
Idealisme: De visie dat maatschappelijke verschijnselen en sociale verandering primair
worden bepaald door ideeën en opvattingen van mensen
Manifeste functies: Sociaal beleid, processen of acties die bewust zijn ontworpen om
gunstig te zijn in hun effect op de samenleving.
Voorbeeld: Scholen zijn bewust gecreëerd om kennis en vaardigheden op te doen
Latente functies: Sociaal beleid, processen of acties die niet bewust zijn ontworpen om
gunstig te zijn in hun effect op de samenleving.
Voorbeeld: Scholen zijn een goede ontmoetingsplaats om mensen te leren kennen
Sociale disfunctie: Sociaal beleid, processen of acties die het functioneren van de
samenleving kunnen verstoren. Vaak verschillen mensen van mening over wat goed en wat
schadelijk is.
→ Conflictsociologie
Materialisme: De visie dat ideeën en opvattingen slechts het product zijn van de materiële
omstandigheden waaronder mensen leven
Sekseconflictbenadering (+feminisme): Richt zich op de ongelijkheid tussen mannen en
vrouwen. Maakt ons ook bewust van het feit dat vrouwen een belangrijke rol hebben
gespeeld in de ontwikkeling van de sociologie.
Rassenconflictbenadering: Richt zich op de ongelijkheid en conflicten tussen mensen met
een verschillende raciale en etnische achtergrond. Blanken ondervinden sociale voodelen
ten opzichte van mensen met een andere huidskleur. De rassenconflictbedadering vestigt de
aandacht op de bijdragen die niet-blanken aan de ontwikkeling van sociologie hebben
geleverd.
→ Symbolisch interactionisme
Oriëntatie op microniveau: Een nauwkeurige en gedetailleerde beschrijving geven van de
sociale interacties in concrete situaties
Oriëntatie op macroniveau: Een totaalbeeld van sociale structuren die de samenleving als
geheel gestalte geven
Theoretische analyses van gender
→ Structureel functionalisme
- De rollen die vrouwen en mannen in pre-industriële landen vervullen weerspiegelen
de biologische verschillen tussen beide seksen
- Een uitgesproken genderongelijkheid in industrielanden wordt disfunctioneel en zal
geleidelijk afnemen
→ Conflictsociologie
Het sociologisch perspectief laat zien hoeveel invloed de samenleving op het leven van
individuen heeft.
Het hanteren van het sociologisch perspectief kent veel positieve aspecten:
- Het geeft inzicht in de barrières en de mogelijkheden die zich in het leven voordoen
- Het heeft een positieve invloed op onze loopbaanontwikkeling
- Het geeft richting aan het beleid van overheidsinstanties
Sociale veranderingen die zich in hoog tempo voltrokken, stimuleerden de ontwikkeling van
sociologie:
- De industrialisering
- De explosieve groei van steden
- Nieuwe politieke ideeën
Auguste Comte introduceerde in 1838 de term sociologie:
- Filosofen hadden geprobeerd om de ideale maatschappij te begrijpen zoals ze was
Moderniteit: Sociale gevolgen van de industrialisering, zoals het verdwijnen van traditionele
gemeenschappen of een toenemende sociale diversiteit.
Ferdinand Tönnies beschreef de modernisering als de overgang van Gemeinschaft naar
Gesellschaft, die gekenmerkt wordt door het verdwijnen van traditionele gemeenschappen
en de opkomst van het individualisme.
Gemeinschaft: Een samenleving met sterke affectieve bindingen en saamhorigheid
Gesellschaft: Een samenleving met sterke economische bindingen en onderlinge
concurrentie
Max Weber beschouwde de modernisering in termen van het naar de achtergrond
verdwijnen van een traditioneel wereldbeeld en het op de voorgrond treden van rationaliteit.
Weber vreesde de humaniserende effecten van rationele organisaties.
Rationaliteit: Alles wat verband houdt met of gebaseerd is op de gave van de mens om
consequent te kunnen redeneren.
Karl Marx beschouwde de modernisering als de triomf van het kapitalisme over het
feodalisme. Het kapitalisme creëert sociale conflicten die een revolutionaire verandering
teweeg zullen brengen die tot een socialistische samenleving zonder sociale ongelijkheid zal
leiden.
Kapitalisme: Het kapitalisme is een economisch systeem dat is gebaseerd op investeringen
van geld in de verwachting winst te maken. De productiemiddelen zijn meestal in privaat
eigendom van particuliere ondernemers die daarbij veelal gebruikmaken van loonarbeid om
meerwaarde te creëren.
,Hoofdstuk 2 - Sociologische theorieën en methoden
, → Structureel functionalisme
Idealisme: De visie dat maatschappelijke verschijnselen en sociale verandering primair
worden bepaald door ideeën en opvattingen van mensen
Manifeste functies: Sociaal beleid, processen of acties die bewust zijn ontworpen om
gunstig te zijn in hun effect op de samenleving.
Voorbeeld: Scholen zijn bewust gecreëerd om kennis en vaardigheden op te doen
Latente functies: Sociaal beleid, processen of acties die niet bewust zijn ontworpen om
gunstig te zijn in hun effect op de samenleving.
Voorbeeld: Scholen zijn een goede ontmoetingsplaats om mensen te leren kennen
Sociale disfunctie: Sociaal beleid, processen of acties die het functioneren van de
samenleving kunnen verstoren. Vaak verschillen mensen van mening over wat goed en wat
schadelijk is.
→ Conflictsociologie
Materialisme: De visie dat ideeën en opvattingen slechts het product zijn van de materiële
omstandigheden waaronder mensen leven
Sekseconflictbenadering (+feminisme): Richt zich op de ongelijkheid tussen mannen en
vrouwen. Maakt ons ook bewust van het feit dat vrouwen een belangrijke rol hebben
gespeeld in de ontwikkeling van de sociologie.
Rassenconflictbenadering: Richt zich op de ongelijkheid en conflicten tussen mensen met
een verschillende raciale en etnische achtergrond. Blanken ondervinden sociale voodelen
ten opzichte van mensen met een andere huidskleur. De rassenconflictbedadering vestigt de
aandacht op de bijdragen die niet-blanken aan de ontwikkeling van sociologie hebben
geleverd.
→ Symbolisch interactionisme
Oriëntatie op microniveau: Een nauwkeurige en gedetailleerde beschrijving geven van de
sociale interacties in concrete situaties
Oriëntatie op macroniveau: Een totaalbeeld van sociale structuren die de samenleving als
geheel gestalte geven
Theoretische analyses van gender
→ Structureel functionalisme
- De rollen die vrouwen en mannen in pre-industriële landen vervullen weerspiegelen
de biologische verschillen tussen beide seksen
- Een uitgesproken genderongelijkheid in industrielanden wordt disfunctioneel en zal
geleidelijk afnemen
→ Conflictsociologie