pathologie: infectieziekten
Online studeren bij https://quizlet.com/_beyzee
1. infectie ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen
2. micro-biologie De wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering
van de bouw en levensverrichtingen van micro-organis-
men.
3. Micro-organis- Organismen die te klein zijn om met het blote oog te
men kunnen zien
4. pathogeen ziekteverwekkend
5. virussen microscopisch kleine ziekteverwekkers; infecteert gas-
theercellen met erfelijk materiaal om zich zo te ver-
meerderen
6. bacterie micro-organisme, ziekteverwekker
7. protozoa een informele naam voor een groep eencellige, vaak be-
(amoeben) weeglijke eukaryoten, die zelfstandig leven of op andere
levensvormen parasiteren.
8. gisten eencellige soorten schimmels
9. Schimmels Organismen die bestaan uit pluizige draden; sommige
soorten maken paddenstoelen; schimmels kunnen voed-
selbederf veroorzaken.
10. prion een verkeerd gevouwen eiwit dat bij mens en dier ernstige
neurodegeneratieve ziekten kan veroorzaken.
11. Creutzfeld Ja- een zeldzame hersenziekte die behoort tot de
cobeen sponsvormige hersenafwijkingen. Deze afwijkingen wor-
den zeer waarschijnlijk veroorzaakt door een infectieus
eiwit, het zogeheten prion.
12. mortaliteit sterftecijfer
13. morbiditeit ziekelijkheid of vatbaarheid voor bepaalde ziekten
14. vaccin
1/9
, pathologie: infectieziekten
Online studeren bij https://quizlet.com/_beyzee
de injectie van een vaccin in het lichaam waardoor je
antistoffen aanmaakt die je beschermen tegen een infec-
tieziekte. Als je in de toekomst in aanraking komt met de
echte virussen of bacteriën dan herkent je lichaam die en
worden snel extra antistoffen aangemaakt.
15. grampositief Bacteriën die een blauwe kleurstof opnemen in de cel-
wand die voornamelijk uit peptidoglycaan bestaat.
16. gramnegatief Bacteriën die een bepaalde blauwe kleurstof niet opne-
men in de celwand. Deze celwand bestaat uit een dubbele
laag peptidoglycaan tussen twee membranen in.
17. kokken wel coccen genoemd en in het Latijn coccus, zijn
bolvormige bacteriën.
18. Bacillen staafvormige bacteriën
19. Spirillen Spiraalvormige bacteriën
20. Spirocheten Gekronkelde bacteriën
21. Vibrionen kommavormige bacteriën
22. endosporen spore die binnen een gesloten omhulsel ontstaat.
23. Endotoxinen Schadelijke (toxische) stoffen afkomstig uit de celwand
van dode gramnegatieve bacteriën.
24. Exotoxinen Schadelijke (toxische) stoffen die worden uitgescheiden
door (hoofdzakelijk) grampositieve bacteriën.
25. Amoeben Kleine eencellige organismen die lobvormige tijdelijke
schijnvoetjes kunnen maken en daardoor allerlei gedaan-
ten kunnen aannemen
26. flagellaten Infusiediertje of oerdiertje met één of twee zweepdraden
(flagellen). die veelal aan het vooreinde ingeplant zijn.
Ze voeden zich deels met opgeloste stoffen, maar vele
kunnen ook vaste deeltjes
2/9
Online studeren bij https://quizlet.com/_beyzee
1. infectie ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen
2. micro-biologie De wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering
van de bouw en levensverrichtingen van micro-organis-
men.
3. Micro-organis- Organismen die te klein zijn om met het blote oog te
men kunnen zien
4. pathogeen ziekteverwekkend
5. virussen microscopisch kleine ziekteverwekkers; infecteert gas-
theercellen met erfelijk materiaal om zich zo te ver-
meerderen
6. bacterie micro-organisme, ziekteverwekker
7. protozoa een informele naam voor een groep eencellige, vaak be-
(amoeben) weeglijke eukaryoten, die zelfstandig leven of op andere
levensvormen parasiteren.
8. gisten eencellige soorten schimmels
9. Schimmels Organismen die bestaan uit pluizige draden; sommige
soorten maken paddenstoelen; schimmels kunnen voed-
selbederf veroorzaken.
10. prion een verkeerd gevouwen eiwit dat bij mens en dier ernstige
neurodegeneratieve ziekten kan veroorzaken.
11. Creutzfeld Ja- een zeldzame hersenziekte die behoort tot de
cobeen sponsvormige hersenafwijkingen. Deze afwijkingen wor-
den zeer waarschijnlijk veroorzaakt door een infectieus
eiwit, het zogeheten prion.
12. mortaliteit sterftecijfer
13. morbiditeit ziekelijkheid of vatbaarheid voor bepaalde ziekten
14. vaccin
1/9
, pathologie: infectieziekten
Online studeren bij https://quizlet.com/_beyzee
de injectie van een vaccin in het lichaam waardoor je
antistoffen aanmaakt die je beschermen tegen een infec-
tieziekte. Als je in de toekomst in aanraking komt met de
echte virussen of bacteriën dan herkent je lichaam die en
worden snel extra antistoffen aangemaakt.
15. grampositief Bacteriën die een blauwe kleurstof opnemen in de cel-
wand die voornamelijk uit peptidoglycaan bestaat.
16. gramnegatief Bacteriën die een bepaalde blauwe kleurstof niet opne-
men in de celwand. Deze celwand bestaat uit een dubbele
laag peptidoglycaan tussen twee membranen in.
17. kokken wel coccen genoemd en in het Latijn coccus, zijn
bolvormige bacteriën.
18. Bacillen staafvormige bacteriën
19. Spirillen Spiraalvormige bacteriën
20. Spirocheten Gekronkelde bacteriën
21. Vibrionen kommavormige bacteriën
22. endosporen spore die binnen een gesloten omhulsel ontstaat.
23. Endotoxinen Schadelijke (toxische) stoffen afkomstig uit de celwand
van dode gramnegatieve bacteriën.
24. Exotoxinen Schadelijke (toxische) stoffen die worden uitgescheiden
door (hoofdzakelijk) grampositieve bacteriën.
25. Amoeben Kleine eencellige organismen die lobvormige tijdelijke
schijnvoetjes kunnen maken en daardoor allerlei gedaan-
ten kunnen aannemen
26. flagellaten Infusiediertje of oerdiertje met één of twee zweepdraden
(flagellen). die veelal aan het vooreinde ingeplant zijn.
Ze voeden zich deels met opgeloste stoffen, maar vele
kunnen ook vaste deeltjes
2/9