Bachelor thesis
Accent Staats- en Bestuursrecht
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
De interpretatie van groepsbelediging in het licht
van lex certa-beginsel
_________________________________________________________________________________
Een analyse van de strafbaarstelling van groepsbelediging ingevolge art. 137c Sr
Naam:
Begeleider in dit onderzoek:
(Woordaantal: 6.600)
, ‘Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?’1
Geert Wilders, 19 maart 2014
1
Rb. Den Haag 9 december 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15014 (Wilders II).
2
, Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Inleiding 4
1.1 Achtergrond 4
1.2 Probleembeschrijving 5
1.3 Doelstelling 6
1.4 Onderzoeksvragen 6
1.5 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie 7
1.6 Methoden en leeswijzer 7
Hoofdstuk 2. Groepsbelediging ex art. 137c Sr 8
2.1 Inleiding 8
2.2 ‘Beledigend’ uitlaten 8
2.3 Ontstaansgeschiedenis en ratio 9
2.3.1 Jaren 1930 - 1950 9
2.3.2 Jaren 1960 - 1970 9
2.3.3 Jaren 1980 - 1990 10
2.3.4 Contextuele interpretatie vanaf 2001 10
2.4 Het initiatiefvoorstel Van Klaveren tot schrapping van art. 137c Sr 11
2.5 Tussenconclusie 11
Hoofdstuk 3. Art. 10 EVRM en de drietrapsbenadering door de Nederlandse rechtspraak 12
3.1 Inleiding 12
3.2 Het EHRM 12
3.2.1 De reikwijdte van art. 10 EVRM 12
3.2.2 De beperkingsmogelijkheden 13
3.2.3 Kenbaar en voorzienbaarheid van de wet 14
3.3 De Nederlandse rechtspraak 15
3.3.1 Inleiding 15
3.3.2 Over een groep mensen 15
3.3.3 Contextuele benadering 15
3.3.4 Onnodig grievend 16
3.3.5 Politicus of niet 16
3.4 Tussenconclusie 16
Hoofdstuk 4. Invulling lex certa-beginsel door de rechtspraak 18
4.1 Inleiding 18
4.2 De casu Wilders II-zaak 18
4.2.1 Het bestanddeel ‘ras’ 18
4.2.2 Het ‘onverdraagzaamheidscriterium’ 19
4.3 Tussenconclusie 20
Hoofdstuk 5. Conclusie en aanbevelingen 21
Bronnenlijst 22
3
Accent Staats- en Bestuursrecht
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
De interpretatie van groepsbelediging in het licht
van lex certa-beginsel
_________________________________________________________________________________
Een analyse van de strafbaarstelling van groepsbelediging ingevolge art. 137c Sr
Naam:
Begeleider in dit onderzoek:
(Woordaantal: 6.600)
, ‘Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?’1
Geert Wilders, 19 maart 2014
1
Rb. Den Haag 9 december 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:15014 (Wilders II).
2
, Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Inleiding 4
1.1 Achtergrond 4
1.2 Probleembeschrijving 5
1.3 Doelstelling 6
1.4 Onderzoeksvragen 6
1.5 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie 7
1.6 Methoden en leeswijzer 7
Hoofdstuk 2. Groepsbelediging ex art. 137c Sr 8
2.1 Inleiding 8
2.2 ‘Beledigend’ uitlaten 8
2.3 Ontstaansgeschiedenis en ratio 9
2.3.1 Jaren 1930 - 1950 9
2.3.2 Jaren 1960 - 1970 9
2.3.3 Jaren 1980 - 1990 10
2.3.4 Contextuele interpretatie vanaf 2001 10
2.4 Het initiatiefvoorstel Van Klaveren tot schrapping van art. 137c Sr 11
2.5 Tussenconclusie 11
Hoofdstuk 3. Art. 10 EVRM en de drietrapsbenadering door de Nederlandse rechtspraak 12
3.1 Inleiding 12
3.2 Het EHRM 12
3.2.1 De reikwijdte van art. 10 EVRM 12
3.2.2 De beperkingsmogelijkheden 13
3.2.3 Kenbaar en voorzienbaarheid van de wet 14
3.3 De Nederlandse rechtspraak 15
3.3.1 Inleiding 15
3.3.2 Over een groep mensen 15
3.3.3 Contextuele benadering 15
3.3.4 Onnodig grievend 16
3.3.5 Politicus of niet 16
3.4 Tussenconclusie 16
Hoofdstuk 4. Invulling lex certa-beginsel door de rechtspraak 18
4.1 Inleiding 18
4.2 De casu Wilders II-zaak 18
4.2.1 Het bestanddeel ‘ras’ 18
4.2.2 Het ‘onverdraagzaamheidscriterium’ 19
4.3 Tussenconclusie 20
Hoofdstuk 5. Conclusie en aanbevelingen 21
Bronnenlijst 22
3