3 niveaus van het begrip stedelijk:
- Extensive Urban: metropolen met meer dan 1 miljoen inwoners.
- Emergent Urban: Grote steden met minder dan 1 miljoen inwoners
- Characteristic: verstedelijking op kleine schaal
Majority-minority city: Stad zonder etnische meerderheid.
Diversification of diversity: Niet alleen verschillen tussen de minderheden maar ook de leden
binnen deze groepen laten grote verschillen zien. Daarom noemt men het geen diversiteit maar
superdiversiteit.
3 dimensies van onderwijs en opvoeding in een stedelijke context:
- De superdiversiteit van leerlingen
- De diversiteit van ouders
- De rijke grootstedelijke omgeving
Superdiversiteit van jeugd:
Kinderen en jongeren in de stad laten grote verschillen zien in etnische, culturele, religieuze en talige
identiteit.
Die verschillen blijken voorspellers van leerprestaties, probleemgedrag en schooluitval. Sommige
leerlingen ervaren vanuit hun thuissituatie meer afstand tot school, waar veelal een andere taal
wordt gesproken en een eigen cultuur met andersoortige regels heerst.
Goed je best doen op school wordt soms gezien als acting white; iets waarmee je jezelf buiten de
eigen groep plaatst.
Superdiversiteit van ouders:
Samenwerking tussen ouders, school en pedagogisch werkveld doordat professionals te maken
krijgen met ouders met verschillende sociale en culturele achtergronden en zeer uiteenlopende
verwachtingen ten opzicht van onderwijs en opvoeding. Het betrekken van ouders bij het gebeuren
op school draagt in sterke mate bij aan het schoolsucces van kinderen in de grote stad.
De rijke omgeving van de stad:
3 leefmilieus:
1. Het gezin
2. Institutionele context: Kinderopvang, onderwijs, jeugdzorg en andere pedagogische
sectoren.
3. Vrijetijdsbesteding, die zich afspeelt in de wijk of community.
Interprofessionele samenwerking tussen de professionals: Samenwerking die de eigen discipline
veelal overstijgt.