INLEIDING ELEKTROTHERAPIE
WPO1: SPIERSTIMULATIE
WPO2: ELECTRODIAGNOSE
WPO3: TENS
WPO4: BIOFEEDBACK
FYSISCHE
APPLICATIES
Academiejaar 2021-2022 / WPO-deel
, Fysische applicaties
= Behandelmiddelen om bepaald behandeldoel te bereiken (aanvullend/ als hulpmiddel omdat het
voornamelijk passieve technieken zijn)
à Praktische toepassingen: spierstimulatie, pijndemping, biofeedback
Inleiding electrotherapie
Inleiding elektrotherapie
à Spieren stimuleren (myofeedback)
- Laagfrequent: 0-200Hz, altijd geleider nodig
- Middenfrequent: 1000-10000Hz, altijd geleider nodig
- Hoogfrequent: vanaf 1MHz, geen geleider nodig (laser, ultrageluid, korte golf, radar)
Verschillende parameters afhankelijk van therapiedoelstellingen:
> Stroomvorm
Galvanische stroom = constant (gelijkstroom)
à nooit AP genereren
Nood aan gepulseerde stroom = onderbroken
- Meest gebruikt: bifasische rechthoekspuls (boven en onder 0)
- Monofasische puls enkel als geen reactie meer is op bifasisch
- Pijndemping: TENS
> Pulsduur (AP genereren)
Pulsduur/ faseduur: duur van 1 puls (in µs of ms) à 60ms = 600µs
Pauzeduur: tijd tussen 2 pulsen
> Frequentie
= Aantal pulsen per seconde (Hz) à 1000ms/ (pulsduur + pauzeduur)
> Behandeltijd
On time: tijd stimulatie
Off time: tijd rust
à P angstig = langzaam laten opbouwen
> Polariteit (rode uitgang)
à Negatieve pool plaatsen op motorisch punt (pen altijd op negatief)
> Intensiteit
Als alle parameters zijn ingesteld, kunnen we intensiteit aanpassen à Ampère (A)
Densiteit: bij grote elektrode zal stroom kleiner zijn dan bij een kleine elektrode
à Hoe groter de elektrode, hoe hoger de stroom zal moeten om eenzelfde reactie te
verkrijgen als bij een kleinere elektrode
à Uitgang controleren
Referentie-elektrode: plaat (vastmaken op pezen)
Stimulatie-elektrode: pen (op spierbuik)
=> Spons om plaat en pen nat te maken = betere geleiding
1
WPO1: SPIERSTIMULATIE
WPO2: ELECTRODIAGNOSE
WPO3: TENS
WPO4: BIOFEEDBACK
FYSISCHE
APPLICATIES
Academiejaar 2021-2022 / WPO-deel
, Fysische applicaties
= Behandelmiddelen om bepaald behandeldoel te bereiken (aanvullend/ als hulpmiddel omdat het
voornamelijk passieve technieken zijn)
à Praktische toepassingen: spierstimulatie, pijndemping, biofeedback
Inleiding electrotherapie
Inleiding elektrotherapie
à Spieren stimuleren (myofeedback)
- Laagfrequent: 0-200Hz, altijd geleider nodig
- Middenfrequent: 1000-10000Hz, altijd geleider nodig
- Hoogfrequent: vanaf 1MHz, geen geleider nodig (laser, ultrageluid, korte golf, radar)
Verschillende parameters afhankelijk van therapiedoelstellingen:
> Stroomvorm
Galvanische stroom = constant (gelijkstroom)
à nooit AP genereren
Nood aan gepulseerde stroom = onderbroken
- Meest gebruikt: bifasische rechthoekspuls (boven en onder 0)
- Monofasische puls enkel als geen reactie meer is op bifasisch
- Pijndemping: TENS
> Pulsduur (AP genereren)
Pulsduur/ faseduur: duur van 1 puls (in µs of ms) à 60ms = 600µs
Pauzeduur: tijd tussen 2 pulsen
> Frequentie
= Aantal pulsen per seconde (Hz) à 1000ms/ (pulsduur + pauzeduur)
> Behandeltijd
On time: tijd stimulatie
Off time: tijd rust
à P angstig = langzaam laten opbouwen
> Polariteit (rode uitgang)
à Negatieve pool plaatsen op motorisch punt (pen altijd op negatief)
> Intensiteit
Als alle parameters zijn ingesteld, kunnen we intensiteit aanpassen à Ampère (A)
Densiteit: bij grote elektrode zal stroom kleiner zijn dan bij een kleine elektrode
à Hoe groter de elektrode, hoe hoger de stroom zal moeten om eenzelfde reactie te
verkrijgen als bij een kleinere elektrode
à Uitgang controleren
Referentie-elektrode: plaat (vastmaken op pezen)
Stimulatie-elektrode: pen (op spierbuik)
=> Spons om plaat en pen nat te maken = betere geleiding
1