Verpleegkundige methodiek en vaardigheden 2: Medicatietoediening

Vmv : Medicatietoediening
1 Doel en toedieningswegen
1.1 Doel:
- Causaal: oorzaak
- Profylactisch: ter preventie
- Symptomatisch
Vb. astma, hoofdpijn, tandpijn,…
- Substitutiewerking: iets vervangen
Vb. insuline bij diabetes,…
- Placebowerking: bevatten geen werkzame stof

1.2 Toedieningswegen:
- Lokaal: via de luchtweg, oog, neus, oor, huid,….
- Systemisch: ingenomen via de mond, de huid en parenteraal = per
injectie/ per infuus
Toedienen medicatie = B2 handeling (met voorschrift)




Uitzondering: op de huid of transdermaal kunnen beide (lokaal/ systemisch)




1

,2 Inleiding tot medicatietoediening
- Fouten vermijden
 Verkeerd tijdstip
 Foutieve berekeningen
 Dubbel checken

- Hoe ontstaan medicatiefouten?
 Onduidelijke afkortingen
 Onleesbaar handschrift
 Verkeerd geplaatste of vergeten komma
 Mondeling gegeven voorschriften
 Onvolledige voorschriften
 …

2.1 Veilig klaarmaken en toedienen van medicatie
- Informeren over de medicatie: www.e-compendium.be
- Toedienen van medicatie: 5x juist-lijst
 Juiste tijdstip
 Juiste hoeveelheid
 Juiste patiënt
 Juiste manier van toedienen ne
 Juiste medicatie
- Het pletten of delen van medicijnen: bepaalde medicatie mag je niet
pletten/ delen www.pletfiches.be

2.2 Geautomatiseerd medicatiedistributie
2.3 Medicatie bij ontslag
- Voeren van een medicatieontslaggesprek
 Actuele medicatie: medicijnen die ZO na ontslag nog moet nemen
 Stopgezette medicatie

2.4 Veiligheidsmaatregelen
- Bandje checken aan de pols/ naam enz vragen
- Digitale taal
- Geen medicatie op kamer
- Wel/ niet pletten
- KCL: kaliumchloride = medicatie die gebruikt wordt bij euthanasie van
dieren  geeft hartritmestoornissen of een hart doen stoppen
- Contact arts
- Handgel weghalen uit kamer
- Geen multitasking bij medicatie
- Controleren of ze het wel ingenomen hebben
- Onmiddellijk fouten melden  om volgende keer de fout te voorkomen




3 Lokale toediening van medicatie
- Luchtweg

2

, - Oog
- Neus
- Oor
- Huid kan ook systemisch
- Rectaal
- Vaginaal

3.1 Luchtweg  Cursus zuurstof en inhalatietherapie
3.2 Oog
- Oogdruppels: infectie, verdovende druppels, pupilstand wijzigen
 Eerst dunne druppels, dan dikkere druppels
- Oogreiniging: bij etter en korstjes, infectie
Hoe? Spoelen/ stromend water  buiten nr binnen
- Oogzalf/ gel
 Eerst oogzalf, dan druppel
 Nadeel:

3.3 Neus
- Neusdruppels: langs zijde neusvleugel van de neus
- Neusspray

3.4 Oor
- Oordruppels: in de gehoorgang
Vb. prop weken, ontsmetten, pijnlijk trommelvlies, anti allergisch
 Kleintjes: oorschelp nr beneden en achter
 Volwassen: oorschelp nr boven en achter
 Langs wand oor laten inglijden

3.5 Huid: intact
- Zalven
- Crèmes
- Pasta's
- Gels
- Strooipoeders
- Sprays
- Tincturen

ALTIJD MET HANDSCHOENEN

3.6 Vaginaal
- Oplossing
- Tablet
- Crème
- Gel
- Zetpil
- Vaginale spoeling of vaginale irrigatie

! altijd eerst urineren, dan intiem toilet ( zwaarlijvig op bedpan)! ALTIJD
HANDSCHOENEN



3