Samenvatting Verpleegkundige Methodiek en Vaardigheden (De Slaap)

De slaap
1 Rust en slaap
1.1 Rust

= ontspanning

- Geen emotionele spanningen
- Geen lichamelijk ongemak


1.2 Slaap

= een normale periodieke optredende toestand van rust

- Verlaging van bewustzijn  afgesloten van de buitenwereld
- Kenmerken:
 Dromen
 Men kan op ieder moment gewekt
worden
 Herstellende functie
 Slapen = bezig zijn



2 Registratie van de slaap

- Via electro – encefalogram (EEG)
 Meet activiteit hersenschors  veroorzaakt ritmische
stroomschommelingen (= golven)
o Elektroden = meettemperatuur die op hoofd wordt aangebracht
 Ook bij volledige rust ritmische, spontane schommelingen

- Betekenis geregistreerde golven:
 Alfa-golven:
o regelmatige golven met frequentie van 8 tot 13 bewegingen per
seconde
 Beta-golven:
o onregelmatige kleine golven met hogere frequentie (13-35 per
seconde)
 Delta-golven:
o hoge golven met lage frequentie (1,5-4 per seconde)
 Theta-golven:
o regelmatige, laag frequente golven (4-7 per seconde)
 Spindel of spoel (= sigmagolven):
o af en toe optredend golfcomplex met frequentie tussen 10-14
per seconde


1

, 3 De verschillende slapen
3.1 REM en non – REM slaap

- Tijdens slaap een veranderlijke EEG – patroon
- Non – REM slaap
 Lichte slaap
 Diepe slaap


3.2 Slaapstadia

- Lichte nREM-slaap (1/2) 
 Stadium 1: doezelig
 Stadium 2: sluimeren  tweede deel van de nacht

- Diepe nREM-slaap (1/4)  eerste deel van de nacht
 Stadium 3 en 4

- REM-slaap (1/4)  hoge hersenactiviteit
 Onderverdeling op basis van percentages δ – golven
 Aandeel neemt toe naar einde nacht

- NREM – slaap en REM – slaap volgen elkaar op systematisch op 
slaapcycli
 Elke slaapcyclus begint met NREM-slaap en eindigt met REM-slaap
 4 tot 6 slaapcycli/nacht




2