Krachten vanuit de binnenkant van de aarde worden endogene krachten genoemd.
Krachten vanuit de buitenkant van de aarde worden exogene krachten genoemd.
Wanneer we kijken naar de opbouw van de aarde zien we
eigenlijk 3 soorten lagen. De buitenste laag is de aardkorst, onder
de aardkorst ligt de mantel. Helemaal in het midden van de aarde
bevindt zich de aardkern.
De aardkorst bestaat uit gesteente en wordt samen met het vaste
deel van de mantel de lithosfeer genoemd.
Het vloeibare gedeelte van de mantel wordt de asthenosfeer
genoemd.
Doordat de asthenosfeer beweegt kan de lithosfeer ook bewegen. Deze bewegingen worden
platentektoniek genoemd.
Er zijn twee verschillende soorten platen in de lithosfeer:
Continentaal; Oceanisch;
30-50 km dik 5-10 km dun
Graniet Basalt
Relatief licht Relatief zwaar
Deze platentektoniek kan op 3 verschillende manieren gebeuren:
1. Divergente plaatgrens dit is wanneer er twee platen uit elkaar bewegen.
2. Convergente plaatgrens dit is wanneer er twee platen naar elkaar toe bewegen.
3. Transforme plaatgrens dit is wanneer er twee platen langs elkaar bewegen.
Gevolgen van bewegingen te zien in het geomorfologie:
Convergent:
- Plooiingsgebergte
- Subductie
- Diep zee trog
- Stratovulkaan
- Aardbevingen
- Eilandenboog.
Divergent:
- Midoceanische rug
- Aardbevingen
- Schildvulkaan
, Transform:
- Aardbeving
Plooiingsgebergten:
1. Twee continentale platen maken een convergerende beweging.
2. De platen botsen tegen elkaar en ze duwen elkaar omhoog.
3. Er ontstaat een plooiingsgebergten.
Vulkanisme door subductie:
1. Een oceanische en een continentale plaat maken een convergerende beweging.
2. Er vindt subductie plaats.
3. De oceanische plaat duikt onder de continentale plaat.
4. Er komen gassen vrij. Deze gassen veroorzaken hoge druk.
5. Explosief vulkanisme ( stratovulkaan).
Vulkanische eilandenboog:
1. Twee oceanische platen maken een convergerende beweging.
2. Er vindt subductie plaats. (oceanisch duikt onder de andere plaat)
3. Dankzij de subductie ontstaat er onderwater een vulkaan. Doordat deze vulkaan steeds
weer opnieuw uitbarst zal hij op een gegeven moment boven water komen en ontstaat er
dus een eiland.
4. Hierdoor zullen er meer kleine eilandjes ontstaat die naar elkaar toe gaan.
5. De buitenste eilandenboog is ontstaan door de convergerende beweging die de platen
maken ( plooiingsgebergten).
Breukgebergten:
1. Twee continentale platen maken een divergente beweging.
2. In de platen ontstaat uitrekking.
3. Doordat de magmastromen in tegengestelde richting gaan ontstaan er scheuren in de
aardkorst.
4. Doordat er in de aardkorst scheuren zitten gaan sommige stukken omlaag en andere juist
omhoog.
Lage stukken: Slenk
Hoge stukken: Horst