Tabel 45A van Binas geeft informatie over de oplosbaarheid van zouten in water. De letter s:
- Als je zout in water brengt, lost het niet op
- De ionen van het zout kunnen niet samen in één oplossing
voorkomen. Anders → ontstaan vaste stof.
Een neerslagreactie kan ontstaan als je twee of meer zoutoplossingen bij elkaar schenkt.
Oplosbaarheidstabel voorbeeld:
NO3- I-
Pb2+ g s*
K+ g g
* : slecht oplosbaar → de gevormde vaste stof
van (in dit geval) I- en Pb2+ heet: neerslag. De reactie
heet neerslagreactie.
De neerslagvergelijking die hierbij hoort is:
Pb2+(aq) + 2 I-(aq) → PbI2(s)
Dus → Een neerslagreactie is een reactie
tussen ionen die niet naast elkaar in een
oplossing kunnen voorkomen. Je noemt de
gevormde vaste stof een neerslag. De
vergelijking die de reactie tussen de ionen
weergeeft, noem je een neerslagvergelijking. In
deze vergelijking staan alleen de ionen die de vaste stof vormen.
Als een stof zich over twee oplosmiddelen verdeelt → dynamische evenwicht
Als de stoffen die aan het evenwicht deelnemen, niet in dezelfde toestand zijn →
heterogeen evenwicht
Als alle stoffen die aan het evenwicht deelnemen, in dezelfde toestand zijn →
homogeen evenwicht
Als twee omkeerbare reacties tegelijkertijd met dezelfde snelheden verlopen →
chemische evenwicht.
De concentraties van de ionen zijn constant. Een evenwicht wordt in een vergelijking
weergegeven met een dubbele pijl:
CaSO4(s) ⇄ Ca2+(aq) + SO42-(aq)
5.3
Voor alle reacties geldt: coëfficiëntenverhouding = molverhouding.
De coëfficiënten in een reactievergelijking geven de stoichiometrische verhouding
(molverhouding) aan waarin de beginstoffen verdwijnen en de reactieproducten ontstaan.
Als na de reactie een van de beginstoffen nog aanwezig is, is deze stof dus in overmaat
aanwezig geweest.