Samenvatting SIG - Signaaltransductie (boeken: Biology en
Essential Cell Biology)
Cel communicatie
Cellen kunnen met elkaar communiceren. Dit gaat in de vorm van
signaaltransductie.
Signalen kunnen over verschillende afstanden functioneel zijn:
- Direct contact tussen cellen: cel junctions (embryonale ontwikkeling) en
immuunrespons
- Cellen in de buurt: synaptische signalering en paracrine signalering
(weefselherstel, bloedstolling)
- Cellen verder weg: signaalmoleculen (hormonen)
Naast hormonen zijn er nog veel meer signaalmoleculen, zoals:
- Eiwitten
- Peptiden
- Aminozuren
- Nucleotiden
- Steroïden
- Vetzuren
- (Opgeloste) gassen
Het opvangen van een signaal gebeurt in 3 stappen:
1. Herkenning (reception)
2. Doorgeven (transduction)
3. Respons (response)
Herkenning (reception)
Receptoren zijn erg specifiek en kunnen op specifieke celtypen voorkomen. Als
de receptor aan het signaalmolecuul bindt, veranderd de receptor vaak van
vorm, waardoor er een signaal doorgegeven kan worden.
De receptor kan op verschillende plekken voorkomen:
- In het membraan (wateroplosbare moleculen, zoals alpha factor)
- Intracellulair (kleine en/of hydrofobe signaalmoleculen, zoals testosteron)
Er zijn meerdere soorten receptoren die in het membraan voor kunnen komen:
, - Ionen kanaal receptoren
• In de zenuwcellen
• Ligand bindt aan de receptor,
kanaal gaat open, ionen kunnen
naar binnen
• Ligand laat los, kanaal gaat dicht
- G-eiwit gekoppelde receptoren
• Meest voorkomende
• 1 eiwitketen, 7 keer door celmembraan (seven-pass transmembrane
protein)
• G protein bestaat uit 3 subunits: α, β en γ
• Geactiveerd G protein splits in α en βγ
• Veel medicijnen en ziekteverwekkers maken gebruik van dit systeem
(cholera, kinkhoest)
• Bijvoorbeeld rhodopsine- (licht) en reukreceptoren
- Receptor tyrosine kinases
• Kinase = kan fosfaat ergens opzetten
• Deze fosfaten worden op tyrosine gezet
• Er is één transmembraan domein. Deze geeft geen conformatie
veranderingen door naar het intracellulaire domein van het eiwit.
Intracellulaire receptoren bevinden zich in het cytoplasma:
Essential Cell Biology)
Cel communicatie
Cellen kunnen met elkaar communiceren. Dit gaat in de vorm van
signaaltransductie.
Signalen kunnen over verschillende afstanden functioneel zijn:
- Direct contact tussen cellen: cel junctions (embryonale ontwikkeling) en
immuunrespons
- Cellen in de buurt: synaptische signalering en paracrine signalering
(weefselherstel, bloedstolling)
- Cellen verder weg: signaalmoleculen (hormonen)
Naast hormonen zijn er nog veel meer signaalmoleculen, zoals:
- Eiwitten
- Peptiden
- Aminozuren
- Nucleotiden
- Steroïden
- Vetzuren
- (Opgeloste) gassen
Het opvangen van een signaal gebeurt in 3 stappen:
1. Herkenning (reception)
2. Doorgeven (transduction)
3. Respons (response)
Herkenning (reception)
Receptoren zijn erg specifiek en kunnen op specifieke celtypen voorkomen. Als
de receptor aan het signaalmolecuul bindt, veranderd de receptor vaak van
vorm, waardoor er een signaal doorgegeven kan worden.
De receptor kan op verschillende plekken voorkomen:
- In het membraan (wateroplosbare moleculen, zoals alpha factor)
- Intracellulair (kleine en/of hydrofobe signaalmoleculen, zoals testosteron)
Er zijn meerdere soorten receptoren die in het membraan voor kunnen komen:
, - Ionen kanaal receptoren
• In de zenuwcellen
• Ligand bindt aan de receptor,
kanaal gaat open, ionen kunnen
naar binnen
• Ligand laat los, kanaal gaat dicht
- G-eiwit gekoppelde receptoren
• Meest voorkomende
• 1 eiwitketen, 7 keer door celmembraan (seven-pass transmembrane
protein)
• G protein bestaat uit 3 subunits: α, β en γ
• Geactiveerd G protein splits in α en βγ
• Veel medicijnen en ziekteverwekkers maken gebruik van dit systeem
(cholera, kinkhoest)
• Bijvoorbeeld rhodopsine- (licht) en reukreceptoren
- Receptor tyrosine kinases
• Kinase = kan fosfaat ergens opzetten
• Deze fosfaten worden op tyrosine gezet
• Er is één transmembraan domein. Deze geeft geen conformatie
veranderingen door naar het intracellulaire domein van het eiwit.
Intracellulaire receptoren bevinden zich in het cytoplasma: