Marcus & van Dam
Pagina 134-150
4.1 Samenwerkingsverbanden
Samenwerkingsverbanden vloeien voort uit het proces van strategisch
management.
Enkele strategische doelen die door middel van een samenwerkingsverband
worden nagestreefd:
- Concurrentie verminderen in hun bedrijfstak door samenwerking aan te
gaan. (Horizontale vorm van samenwerken).
- Risico verspreiden over verschillende bedrijven. (Samenwerking
bepaalde mate van risico te verspreiden).
- Bij elkaar brengen van specifieke ondernemingsgebieden. (Innovatie –
afzet goede samenwerking).
- Wegnemen van barrières. (Organisatie op een buitenlandse markt heeft
voordeel door samenwerking met lokale bedrijven).
Belangrijkste reden dat er veel gebruik wordt gemaakt van
samenwerkingsverbanden is de ‘mondialisering van kennis’.
1. Kennis is steeds meer mondiaal aanwezig (wereldwijd).
2. Een deel van de kennis is gemakkelijk overdraagbaar en dit is daardoor
mondiaal beschikbaar. (Boeken enz.)
3. Een kennisvoorsprong op concurrenten is een basis voor een goede
concurrentiepositie.
4. Het samen ontwikkelingen van kennisvoorsprong biedt voordelen.
5. Een ander deel van de kennis is moeilijk overdraagbaar. Deze kennis is
door specifieke teams, die door partners van samenwerkende organisaties
gevormd zijn.
4.1.1 Vormen van samenwerking
Belangrijkste vormen zijn:
- strategische alliantie en organisatorisch netwerk
SA: Twee of meer bedrijven die samenwerken op basis van een overeenkomst.
Beide (alle) bedrijven blijven als zelfstandige ondernemingen bestaan. Op
deelterreinen gaan de ondernemingen samenwerken. Doel: komen tot nieuwe
kennis, nieuwe producten en/of productiefaciliteiten.
ON: Een cluster van afhankelijke organisaties die zich op een bepaalde wijze
gebundeld hebben om als collectiviteit een bepaald doel te bereiken.
- joint venture
Twee of meer verschillende ondernemingen richten gezamenlijk een
dochteronderneming op om bepaalde activiteiten te ontplooien. Beide
moederondernemingen 50% van dochteronderneming. Doel: Toegang tot elkaars
kennis, de vereiste middelen zijn voor elke onderneming minder en het risico
wordt gedeeld.
- overname en fusie
Fusie: Twee gelijkwaardige ondernemingen gaan samen.
Overname (acquisitie): een onderneming moet zich volledig houden aan de
doelstellingen en plannen van de partner (vriendelijk of vijandig).
- outsourcing
(Ook wel uitbesteding). Hierbij richten de organisaties zich op kernactiviteiten.
Bepaalde andere activiteiten worden dan verstoten naar andere ondernemingen.
- licentievorm en franchising
Licentie: geeft een andere onderneming een onderneming het recht om tegen
een bepaalde vergoeding haar producten te maken.
Franchising: komt voornamelijk voor in de detailhandel. De franchising winkel
moet zich volledig houden aan de uniformiteit van de franchisegever.
, Intensiteit van samenwerking
4.1.2 Internationale samenwerkingsverbanden
Samenwerkingsverbanden in relatie tot de internationalisering van
ondernemingen.
Internationalisering in fases:
1. Export- en/of importgerichtheid
Onderneming gaat producten uit eigen land ook verkopen in het buitenland.
Geografische uitbreiding van het werkgebied. Het komt ook voor dat
ondernemingen producten die in het buitenlang gemaakt worden gaan verkopen
in eigen land.
2. Vertegenwoordiging
Vertegenwoordiging in het buitenland opbouwen. Organisatorische uitbouw van
de export, meestal zonder werknemers in het buitenland stationeren. (Stappen
om het in het buitenland te produceren worden ook al gezien).
3. Het aangaan van een samenwerkingsverband
Samenwerkingsverband met een buitenlandse ondernemingen aangaan. Er wordt
een samenwerkingsvorm gekozen die het meest effectief en efficiënt is op dat
moment. (Licentie, strategische alliantie, joint venture).
Er kan ook gekozen worden om een buitenlands dochteronderneming op te
zetten.
Basisvormen van internationaal organiseren.
Belangrijk bij de invulling van de strategische invalshoek zijn de twee volgende
dimensies:
1. Mate van lokale differentiatie van de activiteiten (laag of hoog);
2. Mate van wereldwijde integratie van de activiteiten (laag of hoog).
Deze twee dimensies combineren ontstaan er vier basisvormen van
internationaal organiseren.
Pagina 134-150
4.1 Samenwerkingsverbanden
Samenwerkingsverbanden vloeien voort uit het proces van strategisch
management.
Enkele strategische doelen die door middel van een samenwerkingsverband
worden nagestreefd:
- Concurrentie verminderen in hun bedrijfstak door samenwerking aan te
gaan. (Horizontale vorm van samenwerken).
- Risico verspreiden over verschillende bedrijven. (Samenwerking
bepaalde mate van risico te verspreiden).
- Bij elkaar brengen van specifieke ondernemingsgebieden. (Innovatie –
afzet goede samenwerking).
- Wegnemen van barrières. (Organisatie op een buitenlandse markt heeft
voordeel door samenwerking met lokale bedrijven).
Belangrijkste reden dat er veel gebruik wordt gemaakt van
samenwerkingsverbanden is de ‘mondialisering van kennis’.
1. Kennis is steeds meer mondiaal aanwezig (wereldwijd).
2. Een deel van de kennis is gemakkelijk overdraagbaar en dit is daardoor
mondiaal beschikbaar. (Boeken enz.)
3. Een kennisvoorsprong op concurrenten is een basis voor een goede
concurrentiepositie.
4. Het samen ontwikkelingen van kennisvoorsprong biedt voordelen.
5. Een ander deel van de kennis is moeilijk overdraagbaar. Deze kennis is
door specifieke teams, die door partners van samenwerkende organisaties
gevormd zijn.
4.1.1 Vormen van samenwerking
Belangrijkste vormen zijn:
- strategische alliantie en organisatorisch netwerk
SA: Twee of meer bedrijven die samenwerken op basis van een overeenkomst.
Beide (alle) bedrijven blijven als zelfstandige ondernemingen bestaan. Op
deelterreinen gaan de ondernemingen samenwerken. Doel: komen tot nieuwe
kennis, nieuwe producten en/of productiefaciliteiten.
ON: Een cluster van afhankelijke organisaties die zich op een bepaalde wijze
gebundeld hebben om als collectiviteit een bepaald doel te bereiken.
- joint venture
Twee of meer verschillende ondernemingen richten gezamenlijk een
dochteronderneming op om bepaalde activiteiten te ontplooien. Beide
moederondernemingen 50% van dochteronderneming. Doel: Toegang tot elkaars
kennis, de vereiste middelen zijn voor elke onderneming minder en het risico
wordt gedeeld.
- overname en fusie
Fusie: Twee gelijkwaardige ondernemingen gaan samen.
Overname (acquisitie): een onderneming moet zich volledig houden aan de
doelstellingen en plannen van de partner (vriendelijk of vijandig).
- outsourcing
(Ook wel uitbesteding). Hierbij richten de organisaties zich op kernactiviteiten.
Bepaalde andere activiteiten worden dan verstoten naar andere ondernemingen.
- licentievorm en franchising
Licentie: geeft een andere onderneming een onderneming het recht om tegen
een bepaalde vergoeding haar producten te maken.
Franchising: komt voornamelijk voor in de detailhandel. De franchising winkel
moet zich volledig houden aan de uniformiteit van de franchisegever.
, Intensiteit van samenwerking
4.1.2 Internationale samenwerkingsverbanden
Samenwerkingsverbanden in relatie tot de internationalisering van
ondernemingen.
Internationalisering in fases:
1. Export- en/of importgerichtheid
Onderneming gaat producten uit eigen land ook verkopen in het buitenland.
Geografische uitbreiding van het werkgebied. Het komt ook voor dat
ondernemingen producten die in het buitenlang gemaakt worden gaan verkopen
in eigen land.
2. Vertegenwoordiging
Vertegenwoordiging in het buitenland opbouwen. Organisatorische uitbouw van
de export, meestal zonder werknemers in het buitenland stationeren. (Stappen
om het in het buitenland te produceren worden ook al gezien).
3. Het aangaan van een samenwerkingsverband
Samenwerkingsverband met een buitenlandse ondernemingen aangaan. Er wordt
een samenwerkingsvorm gekozen die het meest effectief en efficiënt is op dat
moment. (Licentie, strategische alliantie, joint venture).
Er kan ook gekozen worden om een buitenlands dochteronderneming op te
zetten.
Basisvormen van internationaal organiseren.
Belangrijk bij de invulling van de strategische invalshoek zijn de twee volgende
dimensies:
1. Mate van lokale differentiatie van de activiteiten (laag of hoog);
2. Mate van wereldwijde integratie van de activiteiten (laag of hoog).
Deze twee dimensies combineren ontstaan er vier basisvormen van
internationaal organiseren.
