Kunst algemeen
BEELDEND
Voorstelling: WAT?
-> Waar gaat het over/inhoud/verhaal/thema/boodschap of concept of symboliek
De allereerste vragen:
1. Wat zie ik? Wie heeft het wanneer gemaakt? wat is de titel van dit werk?
2. Is het autonome (doel op zichzelf) of toegepaste (ander doel) kunst
Wat wordt er afgebeeld?
Is er een onderwerp, thema of boodschap?
De voorstelling is een beschrijving van de ‘dingen’ die zijn weergegeven op
het schilderij, in de sculptuur of op het object
Overige begrippen:
Je hebt figuratieve (vaak heel realistisch) , half-abstract en abstract kunst.
Als je figuratieve kunst vereenvoudigt/abstraheert krijg je half-abstracte kunst.
Alle soorten kunst hebben een voorstelling.
Bij naturalistische kunst wordt de persoon/object precies afgebeeld zoals het er
in het écht uit ziet.
Vormgeving: HOE?
-> Hoe wordt de voorstelling vormgegeven door middel van beeldende
vormgeving
Vorm
Tweedimensionaal / driedimensionaal
Geometrisch / organisch
Open /gesloten
Figuratief / abstract
Compositie
Symmetrisch / asymmetrisch
Statisch / dynamisch
Over-all compositie/ centraal compositie / driehoek compositie /
cirkel/ovaal compositie
Herhaling/ritme
Kleur
Primair/ secundair/ tertiair
Verzadigd/ onverzadigd
Zuiver / onzuiver
Helder / niet-helder
Licht / donker
Kleurensymboliek
Kleurcontrast
, Warm/koud of licht/donker
Licht
Natuurlijk / onnatuurlijk (kunstmatig)
Strijklicht
Eigenschaduw / slagschaduw
Meelicht / tegenlicht / licht van boven / licht van onder
Ruimte
Lijnperspectief / vogelvlucht / kikvors (kikker) / atmosferisch perspectief
Overlapping / afsnijding
Plasticiteit
Coulissewerking
Vormgeving: WAARMEE?
-> met welke materialen/technieken wordt het kunstwerk vormgegeven
Materiaal
Met welk materiaal heeft de kunstenaar gewerkt?
Verf, klei, stof, hout
Op welke ondergrond (drager) wordt gewerkt?
Papier, doek (linnen), steen
Techniek: De manier waarop je, eventueel met gereedschap, het materiaal
bewerkt of verwerkt
2D-technieken: schilderen, tekenen, fotograferen
3D-technieken: boetseren, beeldhouwen, gieten
Grafische technieken: vlakdruk, hoogdruk, doordruk (kenmerkend =
reproduceerbaarheid)
Digitale technieken: fotografie, games, film
Overige begrippen:
Hanteringswijze/werkwijze: De manier waarop de kunstenaar zijn
materiaal en gereedschap gebruikt
(verf)toets: De manier waarop de schilder zijn verf op de
drager aanbrengt
BEELDEND
Voorstelling: WAT?
-> Waar gaat het over/inhoud/verhaal/thema/boodschap of concept of symboliek
De allereerste vragen:
1. Wat zie ik? Wie heeft het wanneer gemaakt? wat is de titel van dit werk?
2. Is het autonome (doel op zichzelf) of toegepaste (ander doel) kunst
Wat wordt er afgebeeld?
Is er een onderwerp, thema of boodschap?
De voorstelling is een beschrijving van de ‘dingen’ die zijn weergegeven op
het schilderij, in de sculptuur of op het object
Overige begrippen:
Je hebt figuratieve (vaak heel realistisch) , half-abstract en abstract kunst.
Als je figuratieve kunst vereenvoudigt/abstraheert krijg je half-abstracte kunst.
Alle soorten kunst hebben een voorstelling.
Bij naturalistische kunst wordt de persoon/object precies afgebeeld zoals het er
in het écht uit ziet.
Vormgeving: HOE?
-> Hoe wordt de voorstelling vormgegeven door middel van beeldende
vormgeving
Vorm
Tweedimensionaal / driedimensionaal
Geometrisch / organisch
Open /gesloten
Figuratief / abstract
Compositie
Symmetrisch / asymmetrisch
Statisch / dynamisch
Over-all compositie/ centraal compositie / driehoek compositie /
cirkel/ovaal compositie
Herhaling/ritme
Kleur
Primair/ secundair/ tertiair
Verzadigd/ onverzadigd
Zuiver / onzuiver
Helder / niet-helder
Licht / donker
Kleurensymboliek
Kleurcontrast
, Warm/koud of licht/donker
Licht
Natuurlijk / onnatuurlijk (kunstmatig)
Strijklicht
Eigenschaduw / slagschaduw
Meelicht / tegenlicht / licht van boven / licht van onder
Ruimte
Lijnperspectief / vogelvlucht / kikvors (kikker) / atmosferisch perspectief
Overlapping / afsnijding
Plasticiteit
Coulissewerking
Vormgeving: WAARMEE?
-> met welke materialen/technieken wordt het kunstwerk vormgegeven
Materiaal
Met welk materiaal heeft de kunstenaar gewerkt?
Verf, klei, stof, hout
Op welke ondergrond (drager) wordt gewerkt?
Papier, doek (linnen), steen
Techniek: De manier waarop je, eventueel met gereedschap, het materiaal
bewerkt of verwerkt
2D-technieken: schilderen, tekenen, fotograferen
3D-technieken: boetseren, beeldhouwen, gieten
Grafische technieken: vlakdruk, hoogdruk, doordruk (kenmerkend =
reproduceerbaarheid)
Digitale technieken: fotografie, games, film
Overige begrippen:
Hanteringswijze/werkwijze: De manier waarop de kunstenaar zijn
materiaal en gereedschap gebruikt
(verf)toets: De manier waarop de schilder zijn verf op de
drager aanbrengt
