Hoofdstuk 2 WWW observeren: waarom, wanneer, wat… en hoe?
Professionele observatie omvat het verzamelen en ordenen van waarneembaar
gedrag, vooral met behulp van de visuele en aanvullend de auditieve waarneming.
Een hypothese is een toetsbare verwachting of voorspelling van hoe het gedrag of
de interactie zich zal voordoen in een gegeven situatie.
Observeren is vooral geschikt om informatie te verzamelen over gedrag waar
mensen niet bij stilstaan of slechts gedeeltelijk zicht op hebben.
Een psychologisch construct verzamelt innerlijke en uiterlijke eigenschappen
onder één term.
Operationaliseren betekent werkbaar of meetbaar maken.
Met een inductieve denkweg tracht je uit de concrete gedragswaarneming af te
leiden welke onderliggende eigenschap deze vertegenwoordigd.
Een deductieve denkweg vertaalt een onderliggende eigenschap naar direct
waarneembaar gedrag.
Molaire observatie omvat de waarneming van ruime betekenisvolle
gedragseenheden bij individuen of groepen.
Moleculaire observatie omvat de waarneming van eenvoudige, direct
waarneembare gedragselementen.
Een event is het kleinste gedragselement dat op zich nog een betekenisvol geheel
vormt.
De participatie-dimensie betreft de mate waarin je als observator zelf actief
deelneemt aan het geobserveerde gedrag.
De structuur-dimensie geeft aan in hoeverre de observatie op vooraf vastgelegde
wijze verloopt.
Het insiderperspectief zijn waarnemingen waartoe je alleen maar toegang hebt
wanneer je participerend observeert.
Het bias vieuwpoint-effect betekent dat je als participerend observator slechts
toegang hebt tot een deel van de situatie of het gedrag, namelijk dat deel waar je
zelf aan deelneemt.
Het controle-effect betekent dat je datgene wat je tracht te observeren, zelf als
deelnemer actief beïnvloedt en wijzigt.
Expliciteren is het benoemen en verwoorden van interne en externe
waarnemingen zoals gedachten, gevoelens, waarden, normen en situaties die
spontaan ongemerkt of impliciet verlopen.
Het outsider-perspectief zijn de waarnemingen die je als buitenstaander opdoet
wanneer je niet-participerend observeert.
Het observator-effect is de invloed van jouw aanwezigheid als zichtbare
observator op het gebeuren, het gedrag of de interacties waarover je informatie
wilt verzamelen.
Sociaal wenselijk gedrag bestaat eruit dat een persoon verondersteld gewenst
gedrag meer zal vertonen, en verondersteld ongewenst gedrag minder.
Een gewenningsperiode is een eerste sessie waarin je wel observeert maar
waarvan je waarnemingen niet opneemt in de interpretatie.
Tijdens vrije observatie neem je verkennend waar, zonder schema vooraf.
Het vooronderzoek is een vrije observatiesessie waarin je in het begin de situatie
en het gebeuren verkent.
Tijdens systematische observatie ligt het vooraf vast wat, wanneer en hoe je gaat
observeren, veelal in een observatieschaal of –schema.