ROOS COCO
Week 1 Bestuursrecht – Universiteit Leiden
Mr. dr. A. Drahmann
Bestuursrecht -> ‘Overheidsrecht’: verhouding overheid & burger/bedrijven.
Kern vh bestuursrecht:
• De OVH kan eenzijdig de rechtspositie van burgers vaststellen
Oftewel: de OVH oefent macht uit.
Verticale machtsverhouding: kan helpen (uitkeringen/subsidies) of vrijheid beperken.
• Hoe wordt die macht begrensd?
• Aan welke rechtsnormen moet de OVH zich houden?
• Welke rechtsbescherming staat tegen overheidshandelingen open?
Kern komt terecht in wetgeving -> Awb.
-> Algemene wet bestuursrecht:
Bestaat uit algemeen & bijzonder bestuursrecht.
Functies:
''Bestuursrecht is recht van, voor en tegen het bestuur''
• Van het bestuur: instrumentele functie -> Wetten waarin aan het bestuur bepaalde
bevoegdheden worden toebedeeld. Creëert bevoegdheid voor het bestuur.
• Voor het bestuur: normerende functie -> Wetgeving bevat normen waaraan bestuur
zich moet houden (verbod
vooringenomenheid/gelijkheidsbeginsel/zorgvuldigheidsbeginsel)
• Tegen het bestuur: waarborgfunctie -> Op moment dat OVH zich niet houdt aan
normen die gesteld zijn of op verkeerde manier toepast, willen we naar de
onafhankelijke bestuursrechter toegaan, om te toetsen of grenzen van zijn macht zijn
overschreven.
Doelen:
=> Bevorderen eenheid
=> Systematiseren en vereenvoudigen
=> Codificeren van jurisprudentie
=> Regelen van algemene onderwerpen die niet goed passen in bijzondere regelgeving
(rechtsbescherming)
, ROOS COCO
Gelaagde opbouw Awb: rechtsbescherming
Gelaagde opbouw Awb: besluitvorming
Soorten regels Awb:
• Dwingend recht: bindend recht -> Afwijking is in beginsel NIET mogelijk (in
bijzondere wet kan namelijk een uitzondering staan). Gelden dus zonder uitzondering
voor het gehele bestuursrecht. Afwijken zou alleen kunnen bij wifz (mits noodzakelijk
& uitdrukkelijk: 'In afwijking van artikel… Awb…').
Voorbeeld) Art. 3:3 Awb.
• Regelend recht -> Awb. bevat hoofdregel, maar afwijking wordt uitdrukkelijk
toegestaan. Deze regel geldt dus voor normale gevallen, maar voor bijzondere
gevallen kan een andere regeling worden getroffen. {'tenzij bij wettelijk voorschrift
anders is bepaald'/'niet anders is bepaald'}
• Aanvullend recht -> Bijzondere wet bevat hoofdregel, als daarin niks staat dan geldt
het Awb, ('vangnet'/'restbepaling'). Voorbeeld) Art. 4:13 lid 1 Awb.
• Facultatief recht -> Bepalingen zijn alleen van toepassing op het moment dat het
staat in een bijzondere wet. Een bijzondere wetgever kan dus een bepaling uit de
Awb van toepassing verklaren. {'voor zover dat bij wettelijk voorschrift is
bepaald'/'tav waarvan dit is bepaald'}
Voorbeeld) Art. 3:10 lid 1 Awb.
Week 1 Bestuursrecht – Universiteit Leiden
Mr. dr. A. Drahmann
Bestuursrecht -> ‘Overheidsrecht’: verhouding overheid & burger/bedrijven.
Kern vh bestuursrecht:
• De OVH kan eenzijdig de rechtspositie van burgers vaststellen
Oftewel: de OVH oefent macht uit.
Verticale machtsverhouding: kan helpen (uitkeringen/subsidies) of vrijheid beperken.
• Hoe wordt die macht begrensd?
• Aan welke rechtsnormen moet de OVH zich houden?
• Welke rechtsbescherming staat tegen overheidshandelingen open?
Kern komt terecht in wetgeving -> Awb.
-> Algemene wet bestuursrecht:
Bestaat uit algemeen & bijzonder bestuursrecht.
Functies:
''Bestuursrecht is recht van, voor en tegen het bestuur''
• Van het bestuur: instrumentele functie -> Wetten waarin aan het bestuur bepaalde
bevoegdheden worden toebedeeld. Creëert bevoegdheid voor het bestuur.
• Voor het bestuur: normerende functie -> Wetgeving bevat normen waaraan bestuur
zich moet houden (verbod
vooringenomenheid/gelijkheidsbeginsel/zorgvuldigheidsbeginsel)
• Tegen het bestuur: waarborgfunctie -> Op moment dat OVH zich niet houdt aan
normen die gesteld zijn of op verkeerde manier toepast, willen we naar de
onafhankelijke bestuursrechter toegaan, om te toetsen of grenzen van zijn macht zijn
overschreven.
Doelen:
=> Bevorderen eenheid
=> Systematiseren en vereenvoudigen
=> Codificeren van jurisprudentie
=> Regelen van algemene onderwerpen die niet goed passen in bijzondere regelgeving
(rechtsbescherming)
, ROOS COCO
Gelaagde opbouw Awb: rechtsbescherming
Gelaagde opbouw Awb: besluitvorming
Soorten regels Awb:
• Dwingend recht: bindend recht -> Afwijking is in beginsel NIET mogelijk (in
bijzondere wet kan namelijk een uitzondering staan). Gelden dus zonder uitzondering
voor het gehele bestuursrecht. Afwijken zou alleen kunnen bij wifz (mits noodzakelijk
& uitdrukkelijk: 'In afwijking van artikel… Awb…').
Voorbeeld) Art. 3:3 Awb.
• Regelend recht -> Awb. bevat hoofdregel, maar afwijking wordt uitdrukkelijk
toegestaan. Deze regel geldt dus voor normale gevallen, maar voor bijzondere
gevallen kan een andere regeling worden getroffen. {'tenzij bij wettelijk voorschrift
anders is bepaald'/'niet anders is bepaald'}
• Aanvullend recht -> Bijzondere wet bevat hoofdregel, als daarin niks staat dan geldt
het Awb, ('vangnet'/'restbepaling'). Voorbeeld) Art. 4:13 lid 1 Awb.
• Facultatief recht -> Bepalingen zijn alleen van toepassing op het moment dat het
staat in een bijzondere wet. Een bijzondere wetgever kan dus een bepaling uit de
Awb van toepassing verklaren. {'voor zover dat bij wettelijk voorschrift is
bepaald'/'tav waarvan dit is bepaald'}
Voorbeeld) Art. 3:10 lid 1 Awb.
