100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Biologie volledige samenvatting 2e semester

Beoordeling
-
Verkocht
2
Pagina's
58
Geüpload op
09-08-2022
Geschreven in
2021/2022

In dit document kun je de te kennen hoofdstukken voor het examen vinden, hoofdstuk 2-9. De belangrijkste dingen staan er allemaal in, zowel de dingen gezegd in de les als de afbeeldingen op de ppt die belangrijk zijn. Bevat normaal alles wat je moet kennen voor het examen

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
9 augustus 2022
Aantal pagina's
58
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

VOLLEDIGE SAMENVATTING
BIOLOGIE (2E SEMESTER)
Hoofdstuk 2-9 (te kennen hoofdstukken voor examen
Emma Van Pelt

, Biologie hoofdstuk 2: Evolutie
2.1 Enkele belangrijke basisbegrippen
- Kenmerken = eigenschappen van organismen (moet niet zichtbaar zijn)
→ Vb.: oogkleur, haarkleur, lichaamslengte, …
→ Fysiologische kenmerken: minder zichtbare
▪ Maximale zuurstofopnamevermogen
→ Performantiekenmerken:
▪ Maximale loopsnelheid, paslengte, …
- Kenmerktoestanden = vorm of waarde dat kern aanneemt
→ Iemand heeft: blauwe ogen, bruin haar, is 1m70, ….

- Erfelijkheidsexperimenten Gregor Mendel
→ Erwtenplanten = modelorganisme
→ Bestudeerde overerving kenmerktoestanden a.d.h.v. 7 kenmerken: kleur en vorm
van de erwtjes, kleur en vorm van de peulen, kleur en positie van de bloemen en
groeivorm volwassen plan

- Fenotype = verzameling alle kernmerktoestanden
→ ‘Hoe ziet het organisme eruit?
→ Fenotypische verschillen als men naar 1 of enkele kenmerken kijkt
- Genotype = kenmerktoestand wordt hierdoor grotendeels bepaald
→ Sommige kenmerken door 1 specifiek gen
→ Vaker zij kenmerken resultante van de expressie van verschillende genen
- Allelen = verschillende sequentievarianten van eenzelfde gen
→ Menselijke cellen (buiten geslachtscellen): diploïd → 1 set vanuit eicel, 1 vanuit
spermatozoön → 2 kopijen van alle genen
▪ Homozygoot: voor bepaald gen 2 identieke koppies → 2 keer zelfde allel
▪ Heterozygoot: kopie van vader en kopie van moeder dat niet identiek is
▪ Hemizygoot: Maar 1 kopij (vb. bij geslachtschromosomen mannen)


2.2 Ontstaan en belang van genetische variatie in een populatie
- Evolutie werkt via natuurlijke selectie
→ Werkt in op variatie in kenmerktoestanden
- Genetische variatie: belangrijk
→ Verhoogt kans op overleven van de populatie in extreme omgevingsveranderingen
→ Vb. monocultuur van bepaald gewas
▪ Onder gunstige omstandigheden: zeer productief
▪ Vanaf er zich ziekte voordoet waar gewas niet tegen bestend is: volledige
oogst weg
▪ Genetische diversiteit zorgt ervoor dat er ook gewassen zijn die niet
ondergaan aan de ziekte → oogst is niet volledig weg → deel van de
populatie blijft in leven
→ Basis van de weerstand van een populatie
→ Hoe meer verschillende genotypes, hoe groter de kans om te overleven als populatie

, - Allelische variatie: genotypische variatie op niveau van 1 gen dat codeert voor 1 bepaald
eiwit
→ Hoe meer verschillende sequentievarianten, hoe hoger genetische variatie


Ontstaan allelische variatie: verschillende redenen

- Ontstaan van mutaties:
→ Soms in specifieke gevallen, mutaties door blootstelling aan chemische stoffen of
bestraling
→ Puntmutaties: 1 base wordt vervangen door andere base
▪ Leidt SOMS tot aminozuurverandering in het door dit gen gecodeerde eiwit
- Crossing-over:
→ Bij reductiedeling: stukje van paternaal chromosoom gaat vasthangen aan
homologe stukje maternaal chromosoom en omgekeerd
➔ Ontstaan: hybride of recombinante allelen
- Onafhankelijke sortering van chromosomen
→ Homologe chromosomenparen rangschikken zich willekeurig in metafasevlak (tijdens
reductiedeling of meiotische deling)
▪ Extra uitleg: in eerste stappen meiose: homologe chromosomen zoeken
elkaar op en vormen chromosomenparen
▪ Einde van meiose: paren worden uit elkaar gehaald zodat 2 dochtercellen
ontstaan met elk 1 haploïde chromosomen set
▪ Manier hoe ze zich rangschikken in metafasevlak ligt niet vast
➔ Dus chromosomen met maternale oorsprong en paternale
voorsprong liggen niet per se aan 1 dezelfde kant
➔ Aangezien we 23 chromosomenparen hebben zijn er 2²³
chromosomale combinaties
➔ 2²³ genetisch verschillende geslachtcellen mogelijk
- Willekeurige paarvorming of random mating
→ 2²³ chromosomaal verschillende mannelijke gameten kunnen met 2²³ verschillende
vrouwelijke gameten combineren: 2²³ x 2²³

→ 246 genetisch verschillende zygoten kunnen ontstaan



- Genetische variatie: zelden oneindig groot
→ In veel (kleine) populaties: te weinig genetische variatie
→ Vb. Tasmaanse buidelduivel = inheemse schaarse diersoort in Tasmanië
▪ Deel van populatie getroffen door: ‘devil’s facial tumor disease’
▪ Dodelijke vorm van kanker, tast aangezicht en bijhorende structuren aan
▪ Tasmaanse duivels: zeer agressief en territoriaal → bij terrotoriumgevechten
bijten ze elkaar in gezicht
▪ Kanker is besmettelijk → wordt via gevechten overgedragen
➔ Omdat er zeer geringe genetische variatie is worden cellen van ander
individuen niet herkend als lichaamsvreemd (bij de mens is dit wel
zo)

, 2.3 Evolutie: een klein stukje geschiedenis
- Algemeen aangenomen: levensvormen zijn ontstaan uit 1 gemeenschappelijke voorouder
- Griekse filosofen: Aristoteles, Xenophanes en Empedocles:
→ Alles op aarde is door goddelijke schepping → ‘ideal design’
→ Carl linnaeus: reconstrueerde verwantschap tussen dieren en planten in het ontwerp
van de schepper, en niet op evolutief verband
▪ Legde basis voor hedendaagse classificatie van dieren en planten
- Jean-Baptiste de Lamarck: stelde transformatietheorie voor
→ Kenmerktoestanden zouden kunnen doorgegeven worden aan nakomelingen
→ Vb. Giraf die lange nek hebben verworven → wordt doorgegeven aan kinderen
generaties na generaties → soort evolueert zo
→ Theorie is fout: kenmerken die we doorgeven aan nakomelingen liggen vast in ons
genoom, en sequenties van onze genen niet veranderen als gevolg van trainen van
bepaalde eigenschappen

- Epigenetica:
→ Gedrag en leefomgeving kunnen invloed hebben op ons genoom door
▪ Chemische imprints op bepaalde genen (komen meer/minder tot expressie)
▪ Imprints kunnen wel degelijk verworven zijn door bepaalde activiteiten en
doorgegeven worden aan volgende generaties


2.4 Evolutie volgens Darwin en Wallace
Charles Darwin en Alfred Russel Wallace:

- Kwamen onafhankelijk van elkaar uit op essentie van hoe evolutie werkt
- Evolutie werkt via natuurlijke selectie
→ In populatie: aanwezige variatie in kenmerktoestanden
→ Bepaalde kenmerken scoren beter en zijn belangrijker voor kans op reproductie
en/of overleving
→ Individuen met deze kenmerken kunnen meer nakomelingen produceren dan
zwakkere individuen
→ Vb. Als de grootte van een man zijn fitness (mate waarin hij nakomelingen verwerkt)
positief beïnvloedt → zullen grotere mannen meer nakomelingen hebben
• Voor eenvoud: er is 1 gen voor lichaamsgrootte bij een man
• Allelen bepalen kenmerktoestand → allelen van grotere mannen
zullen na verschillende generaties frequenter voorkomen en die van
kleine mannen minder
▪ Kenmerktoestanden evolueren zo omdat sommige succesvoller zijn
- Natuurlijke selectie werkt in op de in populatie aanwezige genetische variatie en selecteert
de ‘fittere’ varianten
- Richting waarin ze evolueren wordt bepaald door omgeving/ situatie
- Vb. Giraffen: door langere nek konden ze aan eten hoger in de boom → kregen meer voedsel
→ succesvoller → lange nekken kwamen na generaties frequenter voor
- Natuurlijke selectie selecteert de best aan hun omgeving aangepaste individuen
€7,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten


Ook beschikbaar in voordeelbundel

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
emmavp2003 Universiteit Gent
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
58
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
28
Documenten
19
Laatst verkocht
3 dagen geleden

4,3

3 beoordelingen

5
2
4
0
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen